ff
m.
k
r' AM S TERVAJ£ ^T Ja cob van Me ur S , Tluet/nfijer en .Boeckver-iooper cp}e Keffers j tuft inèe Sia^t. Heurs. tSjt
De Nieuwe en Onbekende
W E E R E L D
O F
BESCHRYVING
VAK
AMERICA
E N
tZUID-L AND,
Vervaetende
d'Oorfprong der Americaenen en Zuid-
landers , gedenkwaerdige togten derwaerds,
Gelegendheid
Tier vafle Ruften , Eilanden > Steden , Sterkten 3 Dorpen > Tempels,
<Bej-gen , Fonteinen , Stroomen , Huifèn , denatuur Van (Beeflen , (Boomen,
'Planten en Vreemde Gewajjcben , Gods-dienjl en Zeden , Wonderlijke
Voorvallen, Vereeuivde en TSLiemveOorloogen:
Vercicrt met Af-beeldfels na 't leven in America gemaekt , en befchreeven
Door
Arnoldus Montanus.
i> AMSTERDAM,
By Jacob Meurs Boek-verkooper en Plaet-fnyder , op de Kaifars-graft, fchuin over de Wefter-markt,in de ftad Meurs. Jnno 1 67 1 . Ma Trivilegie.
iz\nv>-y
*
■
g^. k.^-P |
J^- |
HM |
Wr\Z |
fcSIlEwi&iP |
||||||
ll||f |
^^^^ |
|||||||||
^fcr" |
« "tÉW |
|||||||||
ï •/ |
^il',3,^2 |
^St :" |
^^1^1 |
jjP |
yp^. |
Br 'Il ^ffc? |
||||
«Ivf |
wi^JfM&fm, |
|aB^= |
5k JT |
iÏTHS |
^^L/L/m |
|||||
\^^£^^?2Ë9i^ |
||||||||||
li^^l^É |
^i,ffc~- |
r^ b |
||||||||
OPDRAGT
Aen den Doorluchtigen Hoog-gebooren
Furft en H e e r e ,
Heer JO AN M AURITS,
PRINS wNASSOüW,
Gr ave van Katzeneüebogen, Viandtn en Diets > &c.
Heer van ^eiljleyn , (froot-£M[eeJler des Ordens des heiligen fo- hannes van ferufalem , door der t&vïark^ , Saxen y Tomeren en Wenden ; Stadthouder van de Furjlendommen Qleve en <z5M 'inden, mitfgaders de (fraefjchappen vander <£\£arkjn %avensbergen y &c. Eerjle Veldmaerfcbalk^van den Staet der Vercenigde Nederlanden, Qollonel , (gouverneur der Staden omleggende Forten van Wefel.
\ E Nieuwe Weereld America en 't Onbekende Zuid - land , bon- dig afgemaelt op defe bladeren door Arnoldus Montanus , uit veelvoudige fchriften bekend, worden u , Hoog-geboorene Prins 3 in alle eerbiedigheid opgedraegen. Gy zelf verfchaft geen klein gedeelte tot de ftoffe aen
* 3 dit
O P D R A G T.
dit tegenwoordig boek : die over America zeeg- haftige ftandaerden voerde : toen de Weft-Indi- fche Maetfchappy des Vereenigden Nederlands U E. op droeg 't hoogfte bewind van Brafil ; welk als noch over de wijde plas der Oceaen wijdluftig roept : hoe een NafTouwfche Vorft haer woefte boodem acht jaer betreeden heeft , tot fchrik van Portugal , voort-zetting der Nederlandfche moo- gendheid 3 ■ en verwondering des gantfchen aerd- boodems. Waerlijk , Doorluchtigste Heer, gy zijt de eerfte, die, volgens 't loffelijk voorbeeld van de beruchtfte volkeren en veld-heeren , de NafTouwfche wapenen onder een andere hemel diervoegen manhaftig gevoert hebt : dat zoo lang Porto Calvo , Maragnan , Parayba , rio Grande, 'tReciffo, OlindaendevordereBrafil- fche fteden , fterkten , rievieren en landen blij- ven zullen , de geheugenis uwer helden-daeden blijven zal. Nederland had hier genoegzaeme proeven af gezien voor Grol , 's Hartoogen- bofch, Maeftricht , Rhynberk , Schenken-fchans, in vordere belegeringen en togten tot afbreuk der Spaenfche moogendheid ; maer gy hebt Ne- derland te klein geoordeelt , om te verftrekken tot een wapen -fchool , alwaer ieder over uwe krijgs-oefening verbaeft Hond. De groote wee- reld , eerfl: door Columbus aengewefen , en ze- dert by Americus Vefputius nader ontdekt, opende een ruim veld , op welk gy voorzichtig te velde trok, gelukkig flag leverde, omzichtig fteden en fterkten belegerde , zeeghaftig tot haer poorten introk , konftig beziens-waerdige gebou- wen timmerde , zachtmoedig onder wreede , be- leefd onder woefte , goedertieren onder boofaer- dige , godfalig onder goddeloofen. Gy zijt de
be-
O P D R A G T.
beruchte voetftappen der Romainen na-geflapt ; die , daerze Italien beheerfcht hadden > oordeel- den niet verricht te hebben , tenzy haer wapenen over-fcheepten na Alle en Africa. Maerhierin overtreft uwe manhafte dapperheid die vermaerde oorlogs-blixems , dat gy niet alleen verder over d'Oceaenden Spanjaerdin een Nieuwe Weereld aentafte j maer ook 't Euangelium derwaerds voer- de: en zeege-praelde, niet min wegens verflaegene vyanden , als bekeerde afgooden-dienaers en on- gefc hikte heidenen tot Chriftus gebragt. Een groot deel der bladeren van dit tegenwoordig werk is befchreeven met zulk een ftof , welke uwe manhaftedaeden, Doorluchtigste Vorst, te meer tegen de vergetelheid bewaerd , alzoo in verfcheidetaelentevoorfchijn komt : teneinde Vrankrijk , Duitfland 3 Britannien en de Latijnen zonder tolk konnen lelen/t geen Joan Maurits, tot luifter der NaiTauwfcheftamme, verricht heeft. Verwaerdig dan, Hoog-gebooren Heer, dit boek met goede oogen aen te zien , daer het aen 't voor-hoofd pronkt met uwe Achtbaere naem : hoewel 't uwe helden-ftukken flapper befchrijft, als gy de zelve verricht hebt.
Z)vw alder-onderdaenigïie diender
J A C O B M E ü R S.
Extract
ExtraB uit de 'Privilegie van De STATEN van HOLLANDT
en WEST- VRIES LANDT.
DE Heeren Staten Van Hollanden We]ï-Frtejhndy hebben by brie- Ven Van Oclroy , gedateert den itytn Jttly 1670. aen J aco b Meurs, Bocck' Verhoper en Tlaet-fnyder tot Amfterdam , Ver- leent , om alleen te mogen doen (Drukken en Verhopen Voor den tijd Van 1 5 achter een Volgende laren, een 'Boek geintituleert America , of Eeichry- ving der Nieuwe Wereld , &c. befcbreeVen door Aknoldus Montanus , met Verbod Van het ^elve by iemand anders in geen- derh.mde Talen te mogen na-drukken of Verhopen , in 't geheel ofte ten deele, in groot of klein formaat , op al^ulke poene enJmenden als in't^elve Oclroy breeder is begreepeu.
Was onderteekent JOHAN DE WlTT. Ter Ordonnantie van de Staten,
Her f., van Beaumont.
BE-
-.rr^^- , ■^■A-A..Pr, ,^ _^d_2
Fel. i
BESCHRYVI NG
VAN
AMERICA:
EERSTE BOEK:
Befchry •ving der Oceaen.
Eerfte Hoofd-nuk. ojfmericd is by de Oude onbcl^nd geweeft.
m£&£££^gg%
mecnig - werf verandert, na delandfchap- pen welker (branden be- fpoelt , om- ïi^É^*^©^^ ringt 't aerd- rijk met kromme bogten. Tuffchen America en V Onbekende Zuid land, be- naeuwt door de ftraten.na Magellanes en ZeM<7//r genaemt,vind wederzijds een ganfeh woefte ruimte: welker een voor Euroope , Afia, Africa en America in diepe gronden neder-zinkt , daer d'andere America en Afia feer wijd van malkander affcheid : beide door man- hafte zee- heiden roemwaerdig ont- dekt, daerdefonneopen ondergaer. Ten noorden heeft het ys 't meer- maels hervatte voornemen byftoute fchippers van verfcheidelandaerd ge- fluit. Met d'Oceaen zuidwaerd is min- der gehardebolt : fulx als noch ten meeftendeel onbekend blijft, hoe ver- re 't water aldaer over diepten of on- diepten vloeid : alleenlijk is by er- vaerendheid bevonden , dat de zee doorgaens over laeger gronden fpoelt ten zuiden, dan ten noorde. De oude Romainen, Grieken, Phenicïers , of ook wat volk immer uit de zee vaerteen
E Oceaen , die i bleef de zee geflooten , volgens Pli- vtgp. ** zijn by-naem
Scheep- ' vaert is 1 /eer oud.
Kleine ken- nis der
fcheefvaert
by de oude», beruchte naem hadden, zijn niet min febroomachtiger als meer onervaeren
geweeft op dewaeteren, in vergelij- king met de tegenwoordige Euroo- peers. Door een onverbreekelijke wet
mus , Vegetm en andere, van den elf- f"f% den der flagt-maend tot den tiende | van lente- maend , fulx geen fchepen ! zeil maekten, uit vrees voor ftormen. Ook beftondenze niet verre buiten 't geficht der ftranden af te fteeken ter voller zee. Ondertuffchen nochtans mag niemand in twijfel trekken, of verfcheide volkeren hebben , bereeds7 | voor ettelijke eeuwen , haer in de fcheep-vaerr dapper uitgeflooft. De Heilige Schrift getuigt, hoedejood- fche Koningen Salomonjofaphat, Ozias en andere, vlootentoerufteden , die, uit verre afgelecgcne gcweften,tf/>/v/\r gouden verfcheide vreemde koftelijk- hedenna Canaan voerden. Infchelijx teikcnt Strahe acn , dat ten tijde van Geogr»pb, Homerus , dewelke Salomonslc\en be- 'A '" reikte , Indien bevaeren is. En , vol- gens Plinius , hebben de Romainen, on- UB. *■ ## der 't beleid van Auguftus, tuffen en de "* c' 6l' ftraet Gibralter uitgeroeid , ontdekt de Spaenfche , Franfche enDuitfche ftranden, niet alleen tot de Uithoek der Cimhers , (nu genaemt 't Schaeger Rif) maer ïtVLde Noorder Oceaen , die Noor- ivegen en Z^/.Wbefpoeld. Defelve Plinius voegt hier by : hoe d'Afri- caenfche kuften , buiten Gibraltar weftwaerd aen , voorby den berg At- las, door ftoure fchippers" nu en dan befigtigt wierden. Meer gedenk waer- zie-ugt dig is de togt der Carthaginienfer Han- van H™- no, als dewelke uit Gibraltar s ftraet de ""* wijd uitgeftrekte ftranden van Afrika
Eudoxus A Cyzi-
tot de Gorgades bezeilde
Eerste Bo
E K
:an Eudo- xui.Stra-
bol 2.
Wondere reis van fommige Indiaenen :
■van Mene '.na :
Gedenk-
nseerdige togt -van een Indiciën in Egyften geland :
als ook van Cleopatra.
Cyzicenus , vluchtende voor den Ko- ning Latbyrus , uit d'Arabifcbe Zee af- geftooken , liep voor Gibraltar ten anker. Voorts verdient het onfe by- fondcre acnteikening , dat der Suaeben Koning , gelijk Cornelius Nepos ver- hack , aen de Roomfche onder Bur- gemcefter Mete/lus Celer ten gefchenk fond ettelijke Indiaenen , die by fwae re ftormen in de Noorder Oceaen ver- vielen : en , naveelzukkelen en droe- vige fchip- breuk , den Duitfchen boo- dem onder de voet kregen. Doch lang voor defe voorval heeft Menelaus Griex Koning door de Middellandfche Zee zeilgemaekt: de flevens gewend rondom Af'rica: Indie n befichtigt : en is na acht jaer t'huifwaerd gekeert; indien Ariftonicus Grammaticus in de- fe vertellinggeloof verdient, 't Geen de Griexe hiftoone fchryvers getui- gen van Ptolomaus Euergetes Koning over Egypten dient geenfints over ge- flaegen. Zijn opfigters langs de ftrand der Arabijche Inwijk ontdekten een verlaeten fchip , binnen welk een half- dood menfeh vonden , onder ver- fcheide lijken. De half doode, door fpijs te mets verquikt , wift geen aen- wijfing te doen van waer en waer na toe ftreek fette ? Niemand konde hem verftaen.uit wat landfchapherkom- ftig was. De vreemdeling dan word aen Euergetes over-gefchikt . dewelke byiondere vlijd aenwende , ten einde kundfehap kreeg van de Griexe tael, om alfoo achter de gefchaependheid der ganrfchezaek te komen. Te mets in de gefeide fpraek gevordert , bedui- de: hoe hy een Indiaen was.door ftorm by d 'Arabijche Inwijk ingedreven . Op de togt had hy alle zijn metgefellen verlooren , van ongemak en honger. Beloofde voorts de weg na Indien te wijfen. Euergetes fliep hier niet op: hy ruft een vloot toe , voorfien van heerlijke gefchenken : voor welke de vloot eindelijk te ruggebragt ko- ftelijke droogeryen en gefteenten. Na de dood des Koninx Euergetes hervatte zijn gemaelinne Cleopatra de voorige togt , met meerder aental fchepen , die buiten de Roode Zee een fteven vonden , wiens top een paerd vertoonde , overgebleven uit fchip
handel op 0 'o (l- Indien:
breuk:uit het paerd wierd bekend, dat het een Gibraltars fchip wasgeweeft, welk Afrika omgezeild , aldaer bleef. De fteven is zedert tot geheugenis op de markt binnen Memphu geplaetft.
In dj: laetfte eeuwen hebben de Devenetia. Venetiaenen , voor alle andere Euro- ";" **?*■
ril i r eerjhin
peers , lich onderwonden met 't at- zuroope gelegen Indien koophandel te dry- ven. Zy waeren dan eertijds gewend door d'Adriaetijcbe na de Middelland- Jche Zee ttreek te houden op Alexan- dria : alhier ftaptenze te land , in de Arabijche Inwijk wederom fcheep, en vervorderde voorts haer reis na Ooft- Indien. Langs dit vaerwaeter en de- fe land-togt , voerdenze d'Indifche waeren foo lang na Europe, tot ein- delijk d'EgyptiJche Sultan die Weg door ftrooperyen bekommerde: wef- hoe^baer halven haer benoodfaekt vonden Ale- ^^T' xandria te laeten leggen , en voor -Antiochien (nu Meppo)x.e ankeren. Uit -Antiochien vertrokkenze na Baby- Ion , van Babyion na Balfarum , van Balfarum Wk Ormus. Alhier maekten- ze zeil in de Perfifche Zee , om met d'Indiaenen te handelen. Venetien voorfag dan Euroope van alle gewaf- fchen en koftelijkheden , welke on- der d' Oofter Sonne vallen.
En zy waeren noch inbefitgeble- Bywnt ge. ven, tenzyaldereerft de Portuqeefen le/e"-ihe,d iich bcweegd hadden , ten einde met finaider- fchepen Indien ontdekten , fonderde "rP onder-
\ , ïii /tonden de
goederen op kameelen over land te kuftenvan fleepen. 't Werk dient weinig hooger 4fa«* m aengehecht. Joan de e e rfte Portugaels om'dTkk'cn. Koning had d'Africaenfche ftad Septa den Mooren ftormender hand afhan- diggemaekt. Onderzijn vijf zoonen munten byfonder uit de vierde zoon Henrik : die in 't inneemen van Septa fich boven gemein manhaftig droeg: zedert uit de verheerde ftad fterke uitvallen op de Mooren deed : en, met buit verrijkt, twee fchepen toe-rufte tot vordere ontdekking van Afrika ten zuiden, 't Voorneemen evenwel ging langfaem voort , ter oorfaek veel tijd en geld fpilde aen 't bouwen van een nienwe ftad Terzanabali , namaels genoemt Villa Infantis. Doch, in een droom beftraft wegens dit uitftel , vervaerdigt eerlang twee zeilen , op
'tjaer
Watrom Africa niet ■verder ont- ucht wierd ?
Afirola.. bium van wie en
Wie d'eetfte in -volle z.ee liepe».
Madera
Van :vie bereikt.
jtmerica onbekend. 3
'tjaer veertien honderd en tien : te vendebanken, die vaek ettelijke mij- meer alfoo uit zekere Africaenfche len weegs in zee uitffaeken , benood- gevangene bericht kreeg, hoe Afrika faekt wierden te zeilen. Toenmaels fich boven den berg Atlas wijd en zijd waeren feer vermaerd in de Wis-konft _ ten zuiden uitbreide. De voet van ! Rboterik , Jojepb en Martij» Bohemus waerom b,. 'c gebergte Atlas was tot noch toe ge- leerling van Joan Monteregius : metdachtl weeft d' uiterfte bepaeling der fcheep- deze racds pleegt de Koning joan , ten vaert ; want dewijl aldaer een groot einde iets bedachten , na welk de rif in dOceaen feer verre uitkijkt , was fchippers by 't onbekend gefternte niemand tot dier tijd gevonden, de- aende zuid kant der middag-lijn, ee- welke foo diep zeewaerd dorft ftee- j nigfmtsgiflen konden .hoeverre van ken, buitenallegefichtvanftranden, dit of datlandaf fteevenden. Dege- om boven de gezeide ondiepte te fte- , feide Wiskonftenaers vonden einde- venen. I lijk uit een feer heilfaeme werk ruig, Joan Confahus , Trijlan Varfeus en namentlijk'taftrolabium , niet alleen Mgidius Annius ï'ijn d'eerftegeweeft, j om de loop der fterren af te meeren; die in d' open zee ftoutmoedig inlic- maer ook ten dienfl: van de zee- vaert pen, en verfcheide AfrikaenfcheKu- , heilfaem verandert. Zedert kregen de ften en onbewoonde eilanden ont- 1 matroofen meer moed en vaftigheid dekten. Onder dufdaenige eilanden ; in 't bezeilen der Oceaen. Onder an- xljnMaderaeriSantJoris dePtcbo.welk dere (telde Koning Joan over een eerlte Henrik voornoemd bevolkte vloot Jacob Canus , die ter mond van Gedenk. met PortuqeeJen,en 't andere met Vlae- de ltroom Zaires invoer : en aldaer """''jf' mingen. Hy verkreeg voorts van Paus i eenpylaer, behaktmetLatynfcheen -vanjacob Martijn de 'vijfde , dat alle landfehap- 1 Portugeefche letteren , oprechtede, £*"»>•
vervaetende d' ontdekking der Afri- caenfche kuiten , door wie en onder
Door wie Gttinea
om dekt ü.
pen , haer uitftrekkende van d'Uit- hoek Ganaria at tot Indk n toe.den Por-
tugees fouden onderhoorig blijven. Na Henrik , aflijvig op 'tjaer veer-
wat Koning volvoert. Hy vond hier beleefde Mooren : uit welke foo veel tien honderd en feftig, bleef 't werk j bericht kreeg; dat een magtig koning van landen te ontdekken voot een 1 over haer heerfchte, die eenigedag- tijdfteekemteroorfaekdePortugael- 1 reifen landwaerd in hof hield. Der- fche Koning AlfonJus , in fwaereoor- waerdsfehikt Canus gezanten af : be- loogen bedremmelt, de handen niet houd vier Mooren tot gyfelaers : en ruim had , om op onzeekere kans voerdze met haer wil na Portugael, d'Oceaen te bouwen. Echter bragthy I onder beding van herltdling binnen de zaek foo verre, dat, na flillingder j vijftien maenden. De gyfelaers on- inlandfche beroerten, zijn vlootelin- 1 derweefen in de Portugeefche tael,
gen by de ltroom Zanaga invoeren : en voor de vermaerdekoopüad Gen- ne , van welke Guinea haer benaeming
deden bericht : hoe haer vaderland
Congo genaemt wierd. Ter gefetter ontdekking
tijd verruild Canus aldaer de felve met vm c>n£e-
ontleent , ten anker liepen. Alhier de Portugeefche gefanten: trektrecht kregenzeby ruiling elpen-been, goud ; toe na den koning, nietfonder heer- flaeven en een vafte voet op 't land, | lijke fchenkaedjen : en vind hem fit- vermits befettelingen lieten binnen ; ten opeenelpenbeene throon : 'tbo- een opgeworpen fterkte : de flaeven i ven-lijf was naekttotdefchamelheid wierden na LiJJ'ebon vervoert. j toe, voorts bedekt met een bomba-
Joan de tweede , zijn vader Alphonfus ■ zijne kleedje: om de flinker -arm in'trijkgevolgt, kreeg 't oog op Ara- \ droeg hy een goude arm-ring : over bien en Indien , en byfondereluft, om de fchouders hing een paerde ftaert, een we? te openen uit d'Atlantifche welke der koningen dragt is. Canus n-xdlndifche Oceaen. Demeeftefwae | leid zijn gefchenken voor 'skoninx righcidlagin'tbeftieren derfchepen, f voeten neder, en onder de felve een
wanneer buiten 'tgefigt vanftranden de volle zee moeiten kiefen ; en bo-
blinkende kruis- vaen , by de Paus In- nocentius d'AcbtJle plechteiijk ingc- A z wijd,
Eekste Bo
e k :
Joan de Tweede foekt Oofi- Indtèn te ■mater te ontdekken.
logt van Vafcm (ia- Ma.
Chrifhgil
Kolcnm.
Verdeeling dtr acrdc.
Otè.l ■ ofAmet o /. ,■ de ouden bekend is
vewetft
wijd. Zedcrt wierd 't Roomfche ge- loof by vele aengenoomen ; fulxde koning felf den doop ontfing. Eer- lang nochtans door fommige opge- ruid, wierd de nieuwclinx ingevoer- de godfdienlt t'eenemael gedempt. Ondertuflchcn fliep Joan de tweede niet op d'ontdekking van onbekende landen. Hy vaerdigdeyortkwen Cbri- ftenen over Egypte» en Alexandria af na Indien : ten einde elders kondfehap kreeg , hoe 't vaer-waeter , boven d'uitcrfte uithoek van Afrika, ten han- del met d' Indiaenen , gevonden mogt werden. By Joans dood bleef die toe- leg ftecken : foo nochtans , dat des felfsftaetvolger Emmanuel 't werk ze- dcrt niet min yvcrig opvatte. Onder Emmanuels beleid , voerde l'a/ciis Ga- ma vier fchepen , die , nietfonder dui- fend gevaerlijkheden , voor Calecut ten anker liepen : end'eerfte uit Eu- roope ontdekten , langs een zorgelij- ke vaert , 7 Oojlerfcbe Indien.
Maer Chrifioffel Colonus was nu vijf jaer voor Gama in de weer, om nieuwe landfehappen weftwaerd op tefoeken. De toeleg gelukte : alfoo eerlang een geheele weereld gevon- den is , die namaels van Americits Vef- ! puciits haer benaeming America ont- I leende : fulx de verdeeling des wee- relds, door onkunde van d' oudheid ! onrcchtmaetiggemaekt.tot een rech- 1 re ftant gebragt wierd. Want indien ; eertijts de gantfche aerdboodem geen | ander naem droeg als Afia, Africa en j Europe : foo blijft nu on wederfpreke- j lijk, dat die drie gedeelten flechts een uitmaeken , namentlijk den Bekende Weereld: terwijl ren zuiden een twee- j uc weereld leid , welke , by weinig kuften bekend , voorts Onbekend is. \ Voor 't derde weerclds deel komt de Nh moe Weereld 'of Amerika.
'tSal niet ondienftig zijn, ons felf in te wikkelen in een dubbeldon der- foek wegens dit Amerika ; eenfdeels, of het ooit by de oudheid bekend ftond 't En tenanderen, watvolk en wanneer voor defe Sieuwe IVeereld'm- woonders befchaft heeft ? Over 'teer- flc ftuk vcrfchillen de geleerde onder- ling. Die acn de oudheid foo veel eer toefchryven, als of Amerika by haer
ontdekt , of ten minden niet onbe- kend was geweeft , fleunen op 't aen- fienelijk gefach van beruchte fchry- vers onder de Grieken en Romainen. Zy behelpen haer dan met de wee- I reld-wijfe /V^o , dewelke wijdloopig Atlantic». gewaegt van een landfehap Atlantica ?i*to in \ vetre buiten Gibraltars Jtraet door J™,*^ twee woefte zeen befpoelt en van magtige eilanden befet. By de zeen verltaenze d' Atlantijche en Zuider- ; zee , by d'eilanden Cuba , Efpanola , Ja- , maica , Califorma en andere , weder- zijds voor America verfpreid. Maer het kan waerlijk niet ontkent, o(Pla- ; to befchrijft een land 't welk nergens te vinden is, niet fonder dartele ver- fiering van een weelderig verftand. Immers foo weinig doed Diodorus Si- r»W. sic. culus voor die America by de oude be- 6' kend (lellen ; want als hy verhaelt, hoe de Pbeniciers, van d'Africaenfche Kuft door ftorm weftelijk afgerukt, op een groot eiland vervielen , welk d' uitleggers voor America houden , is het daerom Amerika ? Neen : het blijft feggen fonder bewijs. Arifioteles word Ari/i. de hier met even gelijke waerfchijnelijk- **»«*»«» neid aengetrokken: wanneer ter ne- der ftelt, dat buiten de Pylaeren -van Hercules in d" Atlantijche Zee eertijds een groot onbewoond eiland by de Cdr/^/ff/fwytTkoopluiden gevonden wierd : dit bragt niet voort als wil- de dieren en boomen : doorfnee- den van vifch-njkeftroomen en ette- lijke dagen zeilens afgezondert van 't vafle land. De koopluiden, aldaer uitgeftapt, vonden de vruchtbaerheid der grond en getemperdheid des he- mels foo aengenaem , dat fich op 't ontdekte eiland ter neder-flocgen. De Carthaginienjers verboo den op lijf— ftraf , dat niemand derwaerds foude over-fteeken , beducht voor verfwak- king , indien groote volk-plantingen verhuifden. Maer hoe vonden de Car- tbaginienfers America fonder zeil- fleen ? Hoe wierdenze verlekkert op America, daer de landftreek rondom Carthago boven gemein vruchtbaer is ? Sulx'tgeen Arijloteles verhaelt meer geduid kan worden op de Canarifche Eilanden of Brittannie,a\s wel od Ame- rika. Voorts komt ook de Prins der
La-
Natura au- ditii.
J&uid. 1.6.
Latynfche Dichters Virgilius te \ oor- fchijn : als of die den Nieuwe iVeereld gekend had , wanneeraldusfmgt: Daer leid een landjchap buit in het geflernte verre , En hutten wegen van hetjaer en jon: Alwaer de torzer Atlas dragen kon Opjchouderen den as met fchintelen- de flerren. Wie fal hier tael of teiken vinden van Hoewel ondertuflchen niet dat de fchranderfte vveereld-wijfen onder de ouden lich- telijk konden afnemen de volmaekte gcftalte, die d' aerde en zee kloots- gewijsuitmaeken , uit de ronde fcha- duvve , welke den naem verduiftert, de verfchillende op en ondergang der hemelfche lichten en ongelijke ver- heffingen des as-punts : en dewijl d' aerde en zee rond zijn , dat aen
Amerika
is h de Ou- America ï
de niet bt- ,
ke».igc- ontkent word
weeft.
Ahienca onbekend. tj
opzijn mifflag bouwde. Hy meinde, fchoon genomen hetaerdrijken zee een ronde geftalte hadden , nochtans daerom niet volgde , dat bewoonde landen laegen ten zuiden tegen de noorder geweiten aen : aengeften d' Oceaen aldaermet woefte plaflen over de gronden fpoelde : ot indien eenige kuiten in die weereld 't hoofd uit 't water opftaeken,wie had ooit beweefen,datze menfehen voededen? Want hoe foudenze konnen der- waerds geraeken , over een onmeete- lijke Oceaen ? hoe foudenze door de middag-lijn door booren, alwaerde fon diervoegen barnt , dat geen leven- dig fchepfel foo overmaetige hette weder ftaet ? En waer fal dan blijven de goddelijke waerheid der H. Schrift die alle menfehen ftelt herkomftig van Adam , en zedert de fonde-vloed
De Civit. Dei lib. 1 6. c.9.
d' ander zijde van de middag-lijn ten uit de drie foonen Noachsi De men
zuide foo wel een bewoonde weereld konde leggen, als ten noorden. Welk gevoelen meer fteunde op degefonde
fchen dan in die andere weereld,moe- ften noodefaekelijk een andere her- komft erkennen, alfoo dervvaerds on-
reden , dan op een ondervonden er- moogelijk konden komen uit defe
vaerendheid , die voor de laetfte eeu- wen fchijnt bewaert te zijn. Sulx niet
weereld. Doch, king van Ooft en
zedert de ontdek- lVefl-lndien , heeft
alle oude foo verre mifgetaft hebben ; d'ervaerendheid geleert , dattenzui als de Latijnfche dichter Lucreftus, of i den groote landlchappen , foo verre
1.7.7. /.
C.Ï4.
felf onder d' Oudvaeders Laclantius Firmianus en Auguftinus,befpottcnde 't gevoelen van een bewoond aerdrijk ten zuide der middag-lijn. Laclantius in zijn dwaeling fteunt op defe bewij- fen : Namentlijk, indien een aerdrijk lag onder onfe kimmen, foo moeften de voetflappen der invvoonders al- daer hooger zijn dan d' hoofden der felvc : de boomennederwaerdsmet
bevaeren zijn bevolkt gevonden,haer uit-ftrekken van ooflen tot weften. En hoewel Augujlinus defe waerheid loochent, voor hem nochtans hebben Cicero, Plinius en andere onder de Grieken en Komainen ftaende gehou- den , hoe 't aerdrijk lag onder een vijf- derhande lucht ftreek. Defe verfchei- dentheid van landen, onder een hee- te, gemaetigde of koude hemel , be-
de kruinen waffchen : deregen, ha- fchrijft de Latijnfche dichter Virgilius gel, fneeuw en blixem averechts val- Zijn zin-rijke vaerfen luiden, vertaelt
len : defteden, bergen en ftroomen \ in 't Neder duitfch.aldus oaaelmg omgekcert hangen. Doch dit bewijs ] Vijfflreken d' hemel heeft Laclantius is t'eenemael reden-
ian Lu iïxntiui we- gens di te- gen-voet e - tingen:
van
welk
van
loos ; want dewijl de aerde en zee een kloot met malkander uitmae- ken en alles op aerde en zee fich na haer middel punt ftrekt , foo gaen de tegen- voetelingen niet meer ave- 1 rechts als vvy : en hebben nevens ons '< niet te vreefen, dateer iets des aerd- > klootsin den hemel mogt neder ftor- j ais ook -vim ten. Maer Augujlinus heeft een ande- AuguftinHs. re grond gehad als Lanclantius , waer |
een door het branden Des Jonne-lickts is rood, en roojlert by het vuur. De uit erft'' weder- zij ds in V ronde klapper-tanden, Met glaefig ys verftijft en vlaeg op vlaegen zuur. Hier tu (fchen en de middel/}'', uit Gods goedgunftigheden , Zijn aen den menjeh ter woon twee flreeken toegeftaen.
A 3 Een
Ceorg. 1. 1 .
Eerste Boek
Een weg aen beide zijd, ten midden
door-gejneden,
Alwaer de teeken-kring moet jcbuin-
fche gangen gaen.
uacrobim Met Virgilius komen ook Cicero en
ïnsommum pimïHS over.een. Die Prins der La-
itl.'i.c.ï. tijnfche rcdenaers fegt : Gy {iet, hoe die 't aerdrijk bevooonen , niet alleen diervoegen van malkander afgefcbeurt zijn , dat niets onder baer van d 'e en tot d' ander kan ajkomen ; maer datze ten deelen fcbuins , ten deelen zijelinx , ten deelen als tegen voetelingen ftaen. Gy fiet , boe de jelve aerde , gelijk als om- ringt is met fommige zwachtels , welker twee alder-verft van elkander zijn afge- leegen : en , wederzijds duikende onder 'shemels aspunten,door rijp verftijft leg- gen ; maer de middel fte engrootjtevan eenbarnendefonne gejengt word. Twee landjlreken zijn bewoonbaer : welker een zuidelijk leid , alwaer de menjchen voet- Jlappenfetten recht tegen ons aen. Doch d 'ander, ten noorde uitgeftrekt, bewoont viiniws gy luiden. Voorts getuigt Plinius , dat
Ub- z- het wel ftrijd tegen 't gevoelen des ge- meinen volks; maer echter waerach- tigis : hoe aller wegen rondom d 'aerde menjchen verjpreit zijn, en met de voeten tegen malkander aen wandelen. Iemand vraegende waerom de tegen-voetelingen niet in de lucht valled, gelijk of de reden niet by de handwas, dat zy baer niet ver- wonderen, waerom ook wy niet vallen ?
Doch hoewel de oucle, uit redenen voornoemd, konden afmeeten, dat- ter onder onfe kimmen een weereld ten zuiden lag , foo fteldenze noch- tans den toegang derwaerds ontoe- gankelijk : alfoo , (gelijk ook Augufii- nus ) oordeelden , 't aerdrijk t'eene- mael onbruikbaer te leggen, niet al- leen onder de noorder en zuideras- punren , wegens ondraegelijke kou- de, maer ook onder de middag lijn, wegens geenfmts lijdelijke hette.Tuf- fchen de middag -lijn en de koude lucht -ftreeken in'tuiterfte noorden en zuiden , (het zijn de woorden van
Mtcrob.i» Macrobius) worden wederzijds de ge-
l j, weden door nabygelegendbeid van bei-
der ongetemperdbeid getempert : en in de je getemperde alleen beeft de natuur vergund te leven. Vorders {chijntAu- £«///»«* felfoploifing te geven opzijn
voorgewende fwaerigheid : naement-
Jijk hoe de menfehen over een on-
meetelijke Oceaen aen de kuilen onder
een andere hemel konden landen?
Die geleerde Oudvaeder , onderfoe. Hoe debee-
kende na de herkomft der heeften, die *■"*• f/
raekt op af-
uit vermenging van manneken en geitgme «- wijfken haer oorfprong hebben , ftelt Unden ■ vaft : datze alle tot voortelers moe- | ten erkennen , die met No ach in d'Ar- ' ke op de waeteren der fond -vloed dobberden. Maerhoezijnzegeraekt aen de eilanden? tot d'eilanden, dicht by vafte kuften gelegen , kondenze gemakkelijk over-fwemmemtot verre ! gelegene, ten gebruik der menfehen, door menfehen metfehepen gevoert worden. OndercufTchen is hier de byfmderlijk fwaerigheid niet weg-genomen ; want demliieni indien fulx plaers had in dieren die dienftdoen , wiebragt deverflinden- de en onhandelbaere beeften der- waers, als wolven, leeuwen , tygers en diergelijke, langs een ruim en for- gelijk vaer-waeter , na kuften rondom befpoelt door een ruime zee ? Wef- halven Auguftinus in defe fwaerigheid bedraeid , meind waerfchijnelijk te wefen : datze , het zy God fulx ge- biedende , het zy toelatende , van d' Engelen aen foodanige landen ge- voert zijn. Indien nu fulx konde Augujiimu plaets hebben in 't wild gedierte.waer- ""^erUid. om ook niet in de menfehen, op ge- lijke wijze tot bevolking van eenaf- geleegen aerdboodem derwaerds ge- bragt? Te meer nadien d' aerde by- fonder gefchaepen is om de menfeh. Doch waer toe dit noodig? Daerde Hcedemen- menfehen niet alleen met vaertuis ^he" ger .
.5 raekt zijnm
konden over lcheepcn: het zy uit op- nieuwe U»- fet nieuwe landen fogten , het zyte- den- genmeining na onbekende geweften byftormen heengedreeven wierden. Hier komt by, dat de aerde, hoewel hier en daer door woede plaffen van haer felf afgezonden leid, evenwel by andere oorden of aen een vaft is,of flechts door kleine w ater - boezemen gefcheiden : fulx lichtelijk door uit- dying van geflagten .nieuwe inwoon- ders tot nieuwe landfehappen konden over - ftappen . Dieshalven behoeft niemand fwaerigheid te maeken , als of uit Adam , of noch nader uit een
der
Ammca onbekend.
der drie foonen ftoacbs Sem , Cham en Japbet niet herkomftig fouden zijn , die een ander gedeelte des weerelds bewoonen
Redenen rcaerom A merica foo lang onbe- kend ü ge- bleven ?
Wie aeerfle dez.se heb- ben bevae-
•verfcheide gevoelens der beide* ncn hier af.
den ontdekt
Zerfle vin- ders van ieder deel des vacr. tnigs.
Meinier van -vxeren der oude :
metrius foon van Antigonus, met veer- tig Ptolomaus Philadelphus , met vy ftig Pbilopator. De Tyrier Hippius Hel- de een vracht-fchuit op ftaepel, de Ondertuflchen dient hier een j Rbodiers een )agï.,de Duitfcbe booten, vraeg-ftuk noodwendig beantwoord : Vorders bedachten de Copen een riem, hoe eerft na verloop van foo veel eeu- Dedalus den maft en fpriet, Pi/eusde wen , in de laetfte tijd , eenweereld I fnuit,</<? Tyrrheniers'tznker^nacbar- ontdekt wierd , welke den ouden ^fis de dreggen, Tiphys 'tftuur onder- gantfchelijk onbekend is gebleven, ' weefendoor'tbeweegenvandeftaert daerd'oudevoordelaetenakomelin- j eens vliegenden kieken-diefs, kanis gen geenfints wijken, noch in ftout- j de zeilen, hoewel fommige defe eer moedigheid, om gewigtige toeleg by 1 overbrengen aen Dadalus. Minos de hand te vatten , noch in fchrander- ! floeg d' eerfte zec-flag. Waer uit lich- m?»» heid , om de felve te begrijpen , noch ) telijk is af te mceten , waerom in die ZlnXT- 'm hardvochtigheid , om uit te voe- 1 vereeuwdetijden,vermids derouwe *"fcbtU» ren i 't Blijft buiten alle tegenfpree- j ftand der vaertuigen , niemand over ?™T ken.dat de zee van oudsher bebouwt '• d' Oceaen na afgelegene geweften af" is ; doch in den aenvang by rouwe ; Hak. De laeter eeuwen hebben 'twerk fchippers binnen reddeloos vaertuig. ! temets tot grooteren grooter vol- De heidenen fchryven denCretenfers maektheidgebragt ; maer echter foo toe,datzealdereerfteen vloot in zee J verre niet, dat in 't eerft buiten 't ge- bragten, onder 't beleid van Neptunus. i figt van land zeewaerd boorden . De Doch Plinius beweerd , hoe d'Egypti- lyrïers beftonden voor andere op de fche koning Erytbra, voor alle, met noord-fterre te zeilen : en wanneer, zaemen-gebondene vlotten, de Roode by donker weder , dit hemels licht ze e, tuffchen d'eilanden bevoer : on- j quijtgeraekteentegelijkdekuft,fet- aengefien andere die eer over-bren- | te ftreekbygifling op de wind; indien gen tot deTrojanen en Myfiers , wan- ; twijfelden, of de wind mogt veran- neer na Tbracien over-ftaeken , om de | derd wefen , lieten eenige vogels vlie- gen, die altijd 'tnaefte land kiefen. Maer hoe weinig foude fulx te paffe komen in de by na onmeetelijke Oceaen? 't Is wet waer, dat de Romai- der^omai- ne», wanneer haer moogendheid met *"*• Julitts Ctefar en Auguftus den weereld, tuflchen d' Euphrates , Rb/j» , Oceaen, Donamv en 't gebergte Atlas, onderde knie had, d 'Oceaen metfwaerevloo- ten bezeilden, welke ook 'tgeweld der golven veilig uitftonden : even- wel behieldcnze nooit foo veel moed, om nieuwe weerelden op te by gevolg over ftroomen en meiren j foeken. Hetzy geoordeelt wierd, dat wamm at te fteeken. Ondertuffchen heeft haer alleen heerfching te overmagtig f^'T^f ieder iets bedacht tot voltoying der | en als top -fwaer was : als die teveel L? fcheep - bouwery. Alfoo vond fa/on I hadden te beftieren ; weshalven on- de fchiet fchuiten.namaelsby de ko- raedfaemna meer uit tefien. Hetzy ning Sefoflris in Egypte» gebruikelijk, zeder 't verval der Roomfche moo- Degalcyen met twee riemen verzon- gendheid , Euroope ettelijke eeuwen nen d'Erytbreers , met drie deCorin- : achter een in een geduurige wapen- thier Amocles , met vier de Cartbagi- \ kreet bleef, door de verwoeftingen nienfers , met vijf Nefchthon , met ! aengerecht by de Gottben , Hunnen, twaelf Alexanderde Groote , met vijf \Alanen, Vandalen, Noormannen, Longo- tien Ptolemans Soter , met dartig De- j harden en vordere landaerd , die
't noor-
felve te beoorlogen : andere weder- om meinen, dat de Britten fchuiten met ieder bekleed uitvonden , eer er- gens vaertuig in 't water dreef : fom- mige pleiten voor de Samotbraciers, fommige voor Danaus uit Egypte» na Griekenland geroeid. Maer buiten alle tegenfpreeken heeft Noachs arke den nakomelingen tot een voorbeeld gedient, om fchepen te bouwen : te meer alfoo zijn kinderen , te mets weelig uitgedijt , benoodfaekt zijn nieuwe woonplaetfen te foeken , en
Eer
T E
B O
E K
PPaerom A-
merica foo l.ict bekend
Buronym- inc. 2. Epbef.
Gevoelen tier oude ■wegens een cnockcnde wereld.
In Cem- ment flip er Oiaii.v.iy,
20,21.
Of Ameri- ca in Gods Woord be- kent U.
't noorden t'ellekens met grootc fwermen uitleevcrde : fulx de volke- ren allenthalven alle krachten en ge- dachten infpanden ten tegenweer van fulkc overlaftige vyanden . In 't ooiten ftond het niet beter gefchaepen : als welk voor de geduchte wapenen der Scythen , Perfen en Saraceenen jammer- lijk zidderde : en naderhand de dage- lijx acnwas van de Turkfche magt, toteen eindelijk verderf, met bedruk- te oogen te gemoed fag. Sulx de be- kende weereld te veel te doen vond met haer felf , dan om op onzekere toeleg een onbekende weereld te foe- ken. Voorts word met geen waer- fchijnclijk bewijs by gebragt d'oude fchryver , welker getuigenis Hierony- mus ter neder-fteld : JVy onderfoeken ook wat zy de eeuwe dejer weere ld : of ook een andere eeuwe zy , welke niet be- hoort tot defe , maer tot andere weerel- den , waer van Clemens in zijn brie- ven gewae^t ■. d'Oceaen en weerelden die over de felve leggen ? Of het een wee- reld zy , die op 't begin der eeuwen , wan- neer Adam gemaekt is , tot zijn volein- diging voorbygaetï Oj 'waer lijk de wee- reld word, met een andere benaeming, genoemt de vorjldes lucht s, die nu werkt in de kinderen der ongehoor(aemheid '? 't Schijnt Clemens met Cicero , Plinius, Virgilius en andere heidenfche geleer- de o ver-een (temt , wegens de bewoo- ning desaerdboodems ten zuiden der zuider-zon keerkring in gemaetigde geweften , buiten de ftrenge koude en brandende hette. Maer hoe raekt dit America , 't welk niet alleen onder de middag lijn verzengt word : maer ook onder de noorder as-punt vcr- ftijft ? Minder fchijn heeft , 't geen d' Auguftijner monnik Luidewijk Leo uit Obadja voor den dag brengt : evenals of die Propheet in de drie laetfte vaer- fen fijner voorfegging fprak van de Spanjaerden , die America niet alleen fouden ontdekken ; maer ook ten Chriftendom bekeeren : ter oorfaek die in Zarphad zijn , de /leden van 7 zuiden erfelijk [uilen be fitten , en Hei- landen op den berg Zions Ju Hen opkoo- men , om fcfaus gebergte te richten. Doch waerlijk handelt Obadja van de herftclling des Joodfchcn volks uit
Babels gevankenis , welke diervoegen heerlijk lbudc zijn , dat haer ftand verre de voorige te boven gingrals dié door de Mefjias tot den top der gee- ftelijke gclukfacligheid moeftgebragt worden : wanneer ook de feivc fijn Apoftelen en vordere dienaers wilde afvaerdigen, om 't heil te verkondi- gen aen d'einden der aerde. Quan- fuis de Joodfche Ralbynen verüaen door Zarphad , niet fonder een ftout verdiclniei,ty*j»;'c»,dieshalvcnfpreekt Obadja\:\n der Spanjaerden verrichtin- gen op Amerika i En by gevolg blijft America lang voor Chrijtiis bekend? 't Verdichtfel heeft geen wederleg- ging van nooden.
Eindelijk kan ook hier geenfints dienen, 't geen Vinedas , F ulier us en Levinus Lemmius drijven : namentlijk, dat Salomo» 't zee kompas had uitge- vonden : weshalven zijn vloot, toe- getakelt tot Ezion-Geber , uit de Roode Zee gemakkelijk konde over-fteeken na de ftraet Mage liane s , om 't Pe- ruaenfche goud arte haelen. In de be- Sa\mons fchryving van Peru fal duidelijk ge- vloot üniet toond worden , dat Peru niet is Ophir, g™r gelijk fommige, fonder reden of waer- fchijnelijkheid , gevoelen. Maer be- langende't gebruik des zeil fteens tot defchecp-vaert , by Salomon verzon, ncn , kan niet meer zijn , als een feg- gen , van alle bewijs ontbloot. Want Sa]omon of fchoon Salomon alle menfehen voor heeft' tkom- en na hem in wijsheid voorby flapte : fM rj:et g>'
_ J j v vonden.
en felf de natuurlijke verborgendhe- den der kruiden, boomen, berg-ge- waflehen, fteenen en alle vordere na- tuurs geheimenifTen meteen naeuw- keurig oog befchouwde : nochtans volgt geenfints , dat hy ontdekt heeft 'tgcen in de zeil-fteen ten dienftder fchippers verborgen lag. Immers hier af is nergens gewag. En indien be- reeds by S alom ons tijd 't kompas in f\vangging,hoegcraektefooheilfaem gebruik zedert uit de weereld? Alber- tus Magnus beufclt , wanneer hy aen Ariftoteles de wetenfehap defer ver- borgendiicid toefchrijft. Nergens word noch by Ariftoteles , Galenus, Alexander , Aphrodifienfis , Plinius, Lu- cretius , of foo veel als ooit onder de Grieken , Romainen , Arabier s , ja wat
land-
aeren na era.
Amerka onbekend.
Zeilftecn -jan wie gevonden '.
landaerd 't mogt zijn , 't mi nft gewag deszee-kompasgemaekt. Want hoe- wel fommige d'eerfte vinding des zeil-ftcens toepaffen een lndiaen, an- dere een harder , wiens fchoenen met fpijkers beflaegen aen den zeil -{teen achtigen berg ida bleven hangen . Hoewel de ouden veel geheimenilTen
Wondere kracht des zeilfteens.
de Subtili- txtt. /-7.
iéievyfirt-
gen <van 't kompas.
Centbrard. Chron.
9
Flavzus Melfius Napolitaen , op 't jaer Door wie dartien honderd en drie. Sulx lofepb e'iWKneer
j> . n (X. u J * t Compat
d Acojta rms-talt, wanneer d eer van gvuBndenit. foo boven gemein nuttige vQnd fchijnt toe te fchrijven aen eenige Muhammedifche zeeluiden door ra/co de Gama omtrcnd Mozambique ontdekt, de Oceaen bevaerende by
uit- vonden, als het trekken des yfers, i 't kompas daer Gamaesitite meer als ter oorfaek 'tyfer voedfel verfchaft een eeuw na Melfius is voor-gevallen, voor den zeil fteen , 't driederlei on- ( En defe beleefde een tijd , diergelij- derfcheid tuffchen de zeil-fteenen , ; ke de wecreld naeuwelijx fag , we- welker fommige 't yferafkeeren, ge- jgens de bloeyende ftand der wis- vonden by den Griek Theamedes , en ; konft : in welke toemaels, niet fonder voorts andere bekende eigenfehap- algemeine verwondering uitmunte- pen : nochtans zijnze nooit foo ver- ! den Richard Walingford, Nicolaes de re gekomen, dat bedachten, hoe een Lynna , JoanHahfax, Guahher Brit- zoort der zeil-fteenen alle pijn en uit- te , Joan Duns en ]oan de Lignarüs, gudzen des bloeds benam, fchoon j aenfienelijke lichten inde fterren-ky- eenigefcherpte, metdefelvebeftree- \ kery en zee-vaerd , en buiten twijfel kendoorhuit,aderen,vleefchenzee- j tot geen klein behulp voor Melfius. nuwen door-ging: gelijk fulx Hiero- Eindelijk 't geen byfommigeverhaelt nymus Cardanus aen fichfelf enande- word, (ten bewijs alsof A m erica be- re by ervaerendheid waerachtig be- reeds omtrend 'sHeilands geboorte vond , uit onderrechting van de ge- den Europeers bekend was) van een nees meefter Laurentius Guafcus Che- I oude penning, vertoonende 't beeld rafcius : veel min dat niet alleen des kaifars Auguflus, in Peru uit-ge- 't kompas gevreeven met een zeil- ! graeven en na Romen over-gefchikr, fteen , gegraeven ten noorden der ' mag geplaeft by de bedriegery die Middag -lijn, 't noorden aen-wijft, Hermicus Cajadus tewerk ftelde, op gelijk een ten zuiden gehaelt het 'tjaer vijftien honderd en vijf, buiten zuiden; maer dat het na verfchei- 't Portugeelche ftedeken Syntra , al- dendheid des hemels verfcheiden waer drie marmor-fteenen heimelijk mis- wyfingen heeft : alfoo , on- in d'aerde dolf, behakt met oude
der andere, wanneermen van 't eiland del Cuervo noordelijk ftreek field, wraekt het kompas een weinig weft- waerd; maer zeilende na de middag- lijn wijkt het aften ooften. Waetuit dan ditbefluit volgt , dat onmooge- lijk America konde bevaeren worden
letters , vervatende de voorlegging van een Sibylle , wegens d' ondek- king van Indien , onder Emmanuei koning van Portugael. De fteenen, quanfuis by geval uit -gegraeven, maekten fuik een beweeging onder degeleerde, dat verfcheide nch met
fonder ftreek-wijfer , gevonden by groote uitleggingen af-floofden
B
Tweede
TO
Eerste Bo
e k:
Tweede Hoofd-ftuk.
Herkpmjl der Amerkaenen : Op ïvat tijd ? Hoe ? 'Qït wat land] Van wat volkj
Herkomft der Ameri- c.tenen lijd -viel z.m- t wifting.
Voyagie
ii.ci.
De tijd, rvxunur America,
ulier eerfi bevolkt ts.
Ver d' herkomft der Ameri- caenen zin twiften de geleer- den diervoegen, dar naeuwe- lijx in de Land-befchryving iets fwaerder voortkomr , om rech- te onrknooping te vinden. Want, het zy onderfoek gedaen word na de tijd, wanneer d' Amerkaenen fich neder- ïloegen op den boodem, byhaer te- genwoordig bewoond : het zy ie- mand na de manier voricht , op welke denvaerdsquaemen , oftefcheep, of te land , of met opfet , of by geval door ftorm aengedreven , of door magtiger volkeren verjaegt : het zy een fchrander verftand wil na-fpeuren haervoetftappen, uit wat land na de- fe Nieuwe fVeereldheen leiden : het zy 't volk , aen welk d 'Amerkaenen d'eer- fte oorfprong fchuldig blijven : alles fal vol twiftige gevoelens bevonden worden , die felf uitfteekende gee- ften, op geleerde papieren , met we- derzijds fchiinbaere redenen, vinnig aen-dringen tegen elkander.
De eerfte fwaerigheid word ge- maekt over de tijd. Samuel Purebas meind de bevolking van Amerika voor weinig eeuwen gefchied te zijn. 't Be- wijs tot defe meining haelt hy aldus. Indien Afia , Afrtca , of Euroope aen America volk befchaft hadden ten tij- den Ahrahams , of ten minftcn voor 's Heiland geboorte , foo moeft het noodwendig by verloop van foo veel eeuwen , vry meer inwoonders heb ben , als wel gevonden zijn , toen door de Spanjaerden ontdekt wierd. De woefte Landfchappen , als noch van menfehen ontbloot, betuigen ge- noegfacm , hoe de Nieuwe IVeereld nieuwe volkeren voed, diedervvaerds niet voor honderden jaeren over- i.luaemen.Anderfintshoefoude'tland niet duifendmael meer bevolkt zijn, dacr de vruchtbaere grond fuik een getal rijkelijk de koft konde geven. I En watzijndekentcikcnenvannieu-i
Tceftund der eerfte weerelU n.i de fond-
welingen in eenig geweft , als een rou- we manier van leven : gelijk huifge- finnen verhuifende in een nieuw huis, alwaer voor een tijd fich behelpen, ! terwijl alles overhoop leid. AlsNoacb ' op 't gebergte Ararath uit de arke ftap- j te, en eerlang zijn zaed verfpreidfag f over Armenië» en Ajjyrien , beftond vl<"d- 'r nieuwe menfehehjk gedacht uit fchaep-herders, die by putten zich ne- der-floegen. Dorpen , lieden en veel min koningrijken vonden noch geen plaetsop de grond des aerdboodems. Ambachten, koophandel , rijkdom- men in onderfcheide landen , kofte- lijk huifraed of kleding waeren niet verzonnen door fcherp zinnige ver- nuften. De tijd leerde by 't geen ge- vonden was nieuwe vonden toevoe- gen , tot verbeetering van d'oude. Om de boosheid, meer enmecruit- gefpat, te beteugelen, wierden bur- gerlijke wetten gemaekt. 's Weerelds rouwe gedaente kreeg te mets be- fchaefder ftand: welke aldereerft in -Affyrien , en vervolgens in Egypte» plaetsgreep. Uit Egypte» haelden de Grieken haer bezaedigde manier van leven , uit Griekenland de Jiomainen. En defe hebben xoon$Vrankrijk,Span- je , Britannie, en eindelijk ook Duits- land, te gelijk met zeeg- haftige wa- penen , van een woefte inborft tot borgerlijke beleefdheid gebragt.Maer dewijl nu by d Amerkaenen een fchaep-herders leven , onkunde van ambachten , flechte hutten en kle- ding, verachting van allerlei groots- heid , onbefchaefde wetten,en voorts alles 't geen d'eerfte menfehen na de fond-vloed hadden , gevonden word : wie kan haer dieshalven anders hou- den dan voor nieuwelingen op d'A- mericaenfche grond?En dit erkennen- ze zelf.Df Mexkacnen roemen fich al- daerd'oudfte te zijn : als van weJke Peru, Chili , Cbika en vordere geweften zuid - waerds inwoonders ontleent
heb-
Hiïhmfl der jfmericwien.
hebben : en nochtans konncn d_c ver- eeüwdfte daeden van Mexico nergens na duifend jaer haelcn , volgens blijk der gedenk-teikenen , in dit rijk te vinden.
Aldus reden -kaeveld Samuel Pur- cka.i ; maer waerlijkzijn redenen kon nen 'swaerheids toets niet uitftaen. jimerha is Want fchoon-genoomen America al- ■vcorzeei jer WCCgen n\cz volk-rijk was , toen volkt. de Spanjaerden aldaer te land Hapten, volgt hier uit , dat het te vooren nooit Turchai volkrijk geweefl: is ? MiiTchien heeft vprdwbier- £ inlandfche oorlog , door welk defe landaerd geduurig elkander afbreuk doet, lbnderiemand te verfchoonen, de voortfetting der menfehen dapper te ruwere gehouden : te meer nadien haer beeftelijke verwoedheid loo ver- re uitfpat , dat hier en daer 't menfche vleefch op roofters gebraeden voor d' aengenaemfte lekkerny dient. En neemt fuik vernielen had onder d'A- mericaenen geen plaets , gelijk het nochtans heeft , was het wonder in- dien fuik een groote hoek des wee- relds , verre overtreffende in uitge- ftrektheid niet alleen Euroope , maer Afie felf , hier en daer onbewoonde land-ïlreeken vertoonde ? Defekon- nen wegens dorre grond onbruik- baar zijn in haer felf : hoedaenige gronden meenigwerf voorkoomen in 't midden van landfehappen met volk gepropt. Doch boven dit alles is het tegendeel waerachtig ; wantwaerlijk America is noch huiden ten daege (onaengefien byna ontelbaere hon- derd duifend Indiaenen eertijds door de Spanjaerden aen kant geraekten) diervoegen bevolkt , dat het noch voor Ajie , noch voor Euroope, dien aengaende behoeft te wijken. En hoe konde nu fuik eenmeenigtedewijd- uitgeftrekte boodem van Amerika be- flaen , ten zy door 't behulp van vee- Ie eeuwen. Voorts krijgt defe waer- heid geen klein fteunfel : wanneer ie- mand befichtigtd'eilanden , met wel- ke America aller wegen befet leid. Immers zijnze van de vafte kuft niet over gefcheept na d' eilanden, dan door oorlog verdreeven: of , ge- lijk meeften tijd gefchied, door al te weelig uitdyen der landzaeten , die
il
\xn haer boodem niet konden ge- voed worden ? Hier komt by de ver- fcheidendheid van fpraeken, in wel- ke America meer verdeelt leid als Eu- roope , ofeenig ander deel des beken- den weerelds. Waer uit licht te gif- fen valt, dat America , nevens ande- re geweften, kort na de verwerring dertaelen, tot twee enfeventigtoe, onder 't bouwen van Babels-toorn , bevolkt is. Indien vorders rf'Ameri- caenen een woefl leven leiden, flecht gekleed , fonder pracht van huifen; maer foodaenige zeden grypen ftand by verfcheide volkeren , als de Tat- ters , N umiden en andere , welker oudheid nochtans niemand dieswee- gen in twijfel trok. Ook moet hy noodwendig geen kennis draegen Van de konften en handwerken, by d' Amerkaënen gebruikelijk , die uit haer verzierde onwetendheid meind te befluiten , datze in Ame- rica nieuwelinx fich ter neder-floe- gen. Een ftaeltje tot wederlegging kanvolftaen : by devordere befchry- ving fal 't tegendeel duidelijker blij- ken.
Hzeronymus 2te«/ö verhaclt , hoehy Amerhaen- verwondert üond over de goud en fil- fcleJJ"*~ ver-fmeeden in 't landfehap Chito , als welke, fonder yfer-gereedfehap, vaer- dig toeftelden beelden en allerlei va- ten, 't Werk gaet aldus toe. Zymae- ken een langwerpig ronde fmelt- kroes uit een wolle lap , rondom be- fmeert met gekneede aerde vol ge- morzelde houts kooien. De kroes, langer hand gedroogt tegen de fon- ne , word met ftukken goud of filver ten vuur gebragt. Rondom ftaenze met fes en meer pijpen uit riet, door welke 't vuur lbo lang op blaefen, tot 'tmetael gefmolten is : het welk de goud fmeden , ter aerde neder fitten- de tuflehen fwarte ftecnen , fonder veel moeite een geftalte geven na eigen goed vinden. Eindelik hoewel Mexico geen ouder geheugenis be- waerd , als van duifend jaeren , volgt hier uit , dat d'ingezeetene niet ou- der zijn ? Hoe meenige vermaer- de plaets kent zijn oorfprong niet: of indienze eenige rekening weet te vinden , zy weet echter den B 2 aenvang,
12
Eerste B
o e k
nier d' in- woonden ■van Ame- rica der- ïxaerdi ge- komen zijn.
aenvang der felvc niet. 't Bygebragte, dieshalven , ons bedunkens, beweerd genoegfaem , dat America niet voor weinige eeuwen haer inwoonders ge- voed heeft. na- Op de tijd volgt de manier , hoe d'Amerikaenen zijn overgekoomen è Namentlijk te warer of te land. Bei- de kan gefchieden op tweederhan- de wijfe. Indien met vaertuig der- j waerds fcheepten , is de reis of; voorbedachtelijk aengefleld , of by i toeval door onweder ten einde ge- bragc Het eerfte heeft min waer- fchijnelijkheid ; want hoe fouden- 7e door de woede Oceaen na een land de (levens wenden , van welk nooit gehoort hadden, ontbloot van ftreek wijfer en fchepen ten hoogften noodig , tot fuik een groote togt. Der Americaenen onervaerendheit,om een lange reis overzee te doen, en haer kleine fchuitjenslacten niet toe, dat- men kan gelooven , zy opfettelijk uit | de bekende weereld na een onbeken- j de ftreek gefet hebben. En echter fou- '
de eenige fchijnbaere reden gevon- den worden, by welke iemand mogt giffen, doorftorm na A merii a gedre- ven te zijn. Maer hoe fteldenze het met de lijf -togt en 't klein vaertuig tuffchen 't barnen der golven, aenge- fien niet konden voorfien wefen van levensmiddelen i Delaetftefwaerig- heid is gering . Daer zijn fiacltjens ge- noeg voor de hand, by welke blijkt, dat meenigmael groote kielen in 't onweder fneuvelden , en echter 't boots-volk het lijf afbragr met boo- ten. En hoewel geen lijftogt binnen boord genoomen was, om over/ö- ceae ft te fettcn : buiten twijfel hebben- ze 't weinige door fchaerfcheomdee- ling gerekt , en de üo» men cereis ver- kort. Alfoo verbaelt Plniius van A H-ilin.1.5. nius Plocquius pachter der Roode Zee, czz- dat des felis vry gelaetenc flaef , langs wonderlijke d'Arabifche kuft door een fchrikke-r<«™»>«" lijk onweederuir den nrorden beloo-*^^. pen, met hemels-hooge golven voor- mfiufi by Carwatiïew geflingert . ren vijftien- den dag ten anket liep binnen Hippn-
ros
Herkomft der Americaenen.
ros een haven van Taprobane , welk ei- land Ortelius oordeek te zijn Suma- tra; doch Mercator en Cluverius , op beter grond , Zeylon. Infchelijx ge- tuigt Jofepb de Acofta, hoe hy in vijf- tien dagen van Canaria tot Amerika toe door een noordelijke ftooker bin
eenig voordeel trekt, als honden om tejagen , offen , fchaepen tot fpijs en andere nuttigheid, konden lichtelijk ingcfcheept worden. Alfoo voerden de Spctnjaerden uit haer Vaderland offen , kocyen , paerden , verkens en hoenders na de nieuw gevondene ei- nen vijftien dagen voort-gefet wierd : j landen Cuba ,Ejpanola , Jamaica, Mar- ja de reis had noch korter gevallen, '> gareta en la Dominica , alwaer te voo- indienalledezeilenkondenby ftaen. ren geen viervoetig gedierte vvierd En foo fchijnt de voorgemelde fwae- gevonden. De vveelige grond heeft righeidtezijnweg-genoomen. I 't ingebragte gedierte diervoegen aen-
Vorders brengen de Peruaenen felf gefokt , dat de honden , in 't wilde eenig bewijs by , wegens vereeuwde vermeenigvuldigt,grootefchaede aen vaerten op America. Haer oude ge- ' 't vee toebrengen , en byfonderlijk denk-teikenen gewaegen vanreufen, \ d' offen weiden met fuik een meenig- over zee herkomftig , en in Peru uit- J te, dat geen eigenaers erkennen : die geflapt : alwaer yfelijke bloed -bae- l eenfchiet, vild fl echts dehuit aften denaenrechteden: en,nadat'tgant- koophandel, en laet 't vleefch legden, fche land onder de knie kreegen , tim- hoewel anderfints feer fmaekelijk. merden heerlijke geftichten : onder 't Vervoeren dan der tamme en welke noch overig is een put , niet voordeel toebrengende dieren foude min konftig als koftelijk. Ook too- licht konnen worden ingefchikt;maer nenzeby Manta en Puerto Viejowzn- wie heeft zijn fchepen gelaedenmet fchaepe groote menfchen-beenderen, leeuwen, tygers, beiren , wolven, driemael overtreffende eens gemei- 1 vofïchen en andere vergiftige en ver- nen manslengte en dikte. Zy vertel- i flindende fchepfels i 't Is wel waer, len infchelijx, hoe voor vele eeuwen dat fommige te vooren konden ge- een Ycatn. ^/-/ca wettelijk voeren met J temt zijn , eer fcheep gingen. Lam-
Spanjaer- den voeren offen en Jcbapen nu d'Ameri- camfche ei- landen.
Hoe vilde dieren ;n America en d'eilanden geraekt zijn.
opgeblaefe zee wolfs vellen , na verre afgelegene kuiten weftwaerd. Doch onaengefien dit alles, blijft het buiten alle tegen fpreeken , dat d 'Americae- nen nooit foo fwaer vaertuig gekend, veel min gebouwthebben , met welk zy een verre reife over d' Oceaen kon- den afleggen : haer balfas , piraguas, en canoas konnen te zaemen geen fmak-zeil uitmaeken. Waerom d'in- gezeetenevan Tumbez, wanneer den Spaenfche vloot afgeftooken om Pe- ru te ontdekken , in 't geficht kregen, verfet ftonden,over de hooge maften, uitgeftrekte zeilaedje en 't magtig be- loop der fchepen : zy fagen 'teerft voor rotzen aen, uit de zee opgebor- relt ; doch bemerkende , hoe den kuft
pridius verhaelt , hoe Heliogabalus Roomfch Kaifar in getemde leeuwen en luipaerden vermaek fchepten , om zijn gaden te verfchrikken ; want met 't derde gerecht quam dit gedrocht ter zael in , en nam plaets nevens de genoode. Alfoo is ook de Groote Cham gewend , volgens de fichtbaere getui- ge Paulus Venetus , met makke lui- paerden ter jagt te gaen. Defelvege- woonte onderhoud de Koning van Cambaja met panters : Ca/ar Scaliger voegt daer by, datmen een lam of geit ter jagt gelijkelijk afvoerd, teneinde de panter met 'tfelve geftild werde, en niet aenvalle op den jager, wan- neer niet gevangen is. Doch onaen- gefien fommig wild gedierte haer
In Vit*. He- liogabalu.
lib.l.
f. 17.
Wonderlijke
naderden , vol gebaerde mannen , wreedheid fchijnt af te leggen , foo waenden de Goden binnen boord te ( blijft echter forgelijk 't vervoeren van wandelen. Hier by komt eennieuwe j 'tgefeide wild , ter oorfaek meenig-
fwaerigheid;wantfchoon-genoomen d'Americaenenvfaeren , door onweder op America vervallen ; maer hoe ge- raekten derwaerds de beeften. 't Is
mael d'ontvvende natuur weder bo ven komt. Vrankrijkkzn hier af getui- gen : alwaer twee luipaerden manne- ken en wijfken , beide mak gemaekt,
waer 't gediert van welk de menfeh foo haeft de Koning Francifcus was
B 3 ovet-
Vreemde
voorval van twee luipaerden.
H
E E F s T E B O
F. K
overlecdcn, het zy door onachtzaem- heid , het zy door moedwilligheid des bewaerders los geheten , bofch- wacrd vloogcn , en onder Orleans geen gering getal vee en menfehenfeheur- den. Conradus Gefnerus verteld , hoe ettelijke vrouwen -lijken gevonden zijn, welker borften alleen door de luipaerden afgegeten waeren, gelijk of dit voor 'tlekkcrfte deel hielden . niet ongelijk de oude Ieren, die, vol- Adv.iovi». gens Hieronxmus , voor aengenaemfte fpijs ter tafel bragten gebraeden vrou- we- borfien en mans billen. Behalven dcfe ontrouw van 't getemde wild, wat nut konden tygers, wolven, leeu- wen,beker, en diergclijke beeften den over-voerders toe-brengen? En hoe zijn voorts flangen , adders en ander gedrocht, welk door geen kunft mak gemaekt word , derwaerds over den Oceaen geraekt i Hoe , waeren juiftde kleine fchuitjens met fuik vervaerlijk ongediert bevracht, wanneer door ftorm tegen meining aen een nieuwe kuft vervielen i Uit dufdaenige on- gerijmdheden kan lichtelijk afgeme- ten , dat d'Jmerkaenen te land getrok- ken zijn. By wat toeval fulx nu ge- fchied is.ftact naeder te onderfoeken. De hiftoorien gewaegen door- gaens van tweedcrlei oorfaeken waer- om 't een en ander volk verhuift is na andere geweften, het zy onbewoond, het zy vack bewoond, het zy door overmagtiger verdree ven, het zy vry- willig opkracmende , als 't land d'in- gezeetenen.totgrootemeenigte uit- gedijd, niet konde voeden. Alfoo ver- lieten de geb^nne Japanders hacr va- derland China ; en floegen fich neder op woeüe gronden , temetsmetfoo veel dorpen en prachtige (leden be- bouwt. Alfoo naemen de Bataviers, ' volgens 't billijkfte recht befitting van 't ledige eiland gelegen tuflehen Rhijn en Wael, verdreven uit Heffen door in- ' landfche twift : en bewaerdendege- heugenis van haer afkomft-plaetsaen 't uiterftc des eilands in de dorpen Cat ten-wijk; want de Heffen eertijds de bcnacming Catten droegen. Andere verhuifers zijn den nabuuren niet al- leen op 't lijf gevallen ;maermaekten felf ruim baen metzeeghaftige wape-
Twee oora- ken waerom de -volkeren uit haer land ver- huifen.
nen.om een woonplacts te kicfen.bo- vcn begun'.ligt door een fachte hemel en aengename landfdouw beneden . ; Op die voet vielen de Franken in Gal- i Hen , en namaels de Soormannen in Frankrijk .-fulx de verheerde geweften zedert na d'overwinnaers Frankrijk en I N orman dxe genocmt wierden. Hoewel nu niet lichtelijk kan gefegt worden, ; hoedaenig de verhuifing geweeft is derbevolkers wan Jmerica, foo blijft het buiten tegenfpreeken, ofdeeer- 1 fte hebben een ledig land gevonden, 't Geen defe inwoonders hier af ge- voelen , fteekt vol heidenfehc beuie- lingen. Zy haelen dan haer oorfprong uczond. , op met de zondvloed, welke foo ver- *w h re in aller volkeren geheuchenis fit, camen^i datzeallenthalven bekend is, hoewel ™»H*n~ onder verdichtfelen lelijk mishandelt, „^tdtend- Wie merkt niet'tgeendeLatijnfche dochmder en jGriexe dichters, gelijk ook andere /££ ^ heidenfche fchrijvers, van de recht- vaerdige Deucalion en Pyrrha verhae- len, bewaerd ineen fchuitje, terwijl de weereld verdronk , eindelijk uitge- ftapt op een berg , alwaer 't menfehe- lijk gellagt herflelden uit fteenen ach- ter de rug geworpen, of dit beduid den heiligen Noacb, van welk demen- fchen , verfteend in 't quaed, haer her- komft haelen? Het felvegevenzete kennen metPrometbeus. Aldus fpreekt Diodorus Sicuhis dienaengaende: Men J 'e/d de A ij/, door dammen en dxken door- gehrooken , Egypte» overflroomt heeft, en aldermeeft 't gedeelte, ivaer over Pro- me t heus gej ach had: daer mee ft alle men- Jchen in de watervloed Jneuvelden. Nie- mand behoeft te denken , als of Dio- dorus alhier flechtsgcwaegde van een byfondcre vloed, en niet des algemei- ne, ten tijden Noachs ; want , gelijk de Grieken alles toefchryven aen haer helden, alfoo d'Egxptenaers aen d'hae- re. Derhalven hebbenze van een alge- meine vloed gemaekt een byfondere in £gy//f*,hoedaenig nooit was. Sulx Trometheut 't geen wegens de waters nood onder en Noacb h Prometheus verteld word , 7ijn d'over- defdve- blijtfcls van de zondvloed : aengefien niemand beter kan toegepafl 'tverhael bchngcndePrometheus, dansen Noacb. Niet alleen brengt de nacm Prome- theus defe wacrheid mede, alsbetei-
kenende
Herfomft der
kenende iemand die voorfichtig is, voor'r quaed treft. Voorts houdenze Prometi.'tus te zijn den vader aller
jf merktenen, i ^
'tmcnfchelijk gedacht uk haer ge- dacht en vaderland , na de algcmeine water vloed, herfleld, en de waere
cis-
menfehen , gebooren uit des felfs godfdienft aenhengeopenbaert was liuilvrouvv Ajia en zeker Afxa is aller | van den hemel- Dit verhael, hoewel moeder; want daer is'tmenfchelijk vol oude wyfs grillen, betoont echter gedacht van den top Araratbs af ge- eenige kennis des fond- vloeds. Want ^w«r«*«». ltapt , en te mets over d' aerdboodem wie lijn anders die fes menfehen fprin- viZdTs uit verfpreid. Ook dragend Cbineefen , gende uit een venfier om'tmenfche- de fér*ft: Oojl 'In diaenen , Japanders en andere lijke gedacht te herftellen als Sem, '" 0'r'"Ag' volkeren van Ajia en Africa kennis Cbam , Japbet, ieder metzijn bedge- belangende een verre vereeuwdewa- noot? Niet veel meer weten d"Ameri- ter- vloed; doch met befpottelijke ver- caenen by te brengen wegens haer eer- zieringen beroedelt , niet ongelijk fteherkomft. En geen wonder.-nadien 't geen cC Americaenen diefoengaende by mangel van boeken niets zekers bybrengen;onderwelke,volgens'tge- konnenverhaelen.dan'tgeenby haer tuigenis der geleerde navorfchers, geen duiftere voetftappen van een fchrikkelijke waters nood te vinden zijn Haer verdichtfel luid aldus: Vi- racocha quam te voorfchijn uit 't groo- temtit Titicaca , en nam woonplaets tot 'fiaguanaco , alwaer noch overig ftaen ver vallen e muuren van niet min oude als wonderlijke gebouwen. Uit Tiaguanaco verhuiftna Cu/co, begon hy
gewoonelijke Quipocamayos voor de vergetelheid hebben bewaerd ; doch dit bereikt niet boven de vier hon- derd jaeren. De Jefuieijojepb de Aco- /?<jonderftaende, wat oorfprong gi- ften te erkennen, uit wat land en volk afkomftig \ kreeg geen ander befcheit dan dat America haereenigfte vader- land was: en zy uit geen andere land- aerd ter wereld afdaelden. Maer hoe- ai.
Gevoelen der Pernae- nen :
WondetV^ de vermeenigvuldiging des menfche- j wel de Peruaenen dufdaenigen dwae
gevoelen der lijken gedachtvoort tefetten.Zy too- nen in 't voornoemde meir een klein eilandeken , alwaer de fonne fich ver - bergde en bergen tegen de waters-
ooft
Mexicaene»
van haer
Americae. van de fond vloed.
ling voeden, nochtans blijven de Me- herkomfl. xicaenen, uit welke de Peruaenen haer afkomft trekken , in een ander gevoe- len , als die den Spanjaerden , wanneer
nood, die America dieponder fette. i eerftmaeldaeraenquaemen.een beter Weshalven op dit eilandeken by oude bericht gaven: namentlijk, zy waeren
tij den niet alleen fchaepen ; maer ook levendige menfehen aen den fonne opofferden. Andere vertellen, hoe fes menfehen uit een hol door een venfter fprongen , van welke voorts
van elders in dat gewefl verhuift , ge- lijk Robert Comt&us getuigt. En defe houd met vele redenen, meer geleerd en waerfchij nelijk dan waerachrig ftaende , dat der Americaenen oor-
Oorfprong der Amert- caenfebe ko- ningen : der - fe'.ve ge- woonte
alle menfehen zijn herkomftig : en fprongby de Phenkiers, oïSidoniers, wegens de nieuwe voort - teeling te of Tyriers , of Cartbaginenfers ( want dier plaets (na dat d' inwoonders der dit is een volk ) moet gefocht. Hero- 1 1. e. 7. oude weereld in 't water gefmoord la- dotus fpreekt van de Pbeniciers aldus : gen ) kreeg de plaets de benaeming Zy ivoonden eertijds , gelijk felfverbae- Pacari Tampo. En daerom houdenze len , langs de Roodezee : van bier ver- de Tambos voor 't oudfte gedagt. Hier huifende , hebben de zee-kuft der Syriër s
ingenoomen. De Latijnfche dichter Fejlus Avienus ftemt dit gevoelen toe. Zijn vertaelde vaerfen brengen defenzinuit : Het is Pbenkien , alwaer de golven bruijen:
van had zijn herkomft Mangocapam, d'eerfte en 't hoofd der lngas of ko- ningen. Uit hem daelen af twee ge- dachten Hanan Cuzco en Urim Cuzco . Zy vertellen ,hoe haer lngas, wanneer volkeren beoorloogden en met de wapenen t' onderbragten ,voor rede- 1 Zy van bet Roode Meir verwiffelden
nen gaven tot rechtvaerdiging des krijgs ; dat alle landfehappen onder- daenigheid fchuldig waeren, dewijl
baer buifen: Zy d' eerfle door de zee Jioutmoedig quaemen vaeren :
En
i6
Eerste Boek:
Oorffrong en woon- flaets der Fbeniciers, van welke •volgens ver fcheuie ge- leerden, de Americae- nen herkem- fiig zijn.
Htrofo
Sdkfl.in
lugurtha.
Verwonde rens -waar- dige macht der l'henï- ciers.
En jluwden d bolle kiel met rijke koop- mans-waeren
Tot 's weereldsjhandel : zy , byjlille kalm? en ivaeijen ,
Op Jlerren namen acht, die om den as- punt draeijen. Arijloteles haeld d'oorfprong der be- naeming Pheniciers van 'tGriexe woord dood-Jlaen , ter oorfaek alle vreemdelingen, die op haerkuftuit- ftaptcn, aen kant hielpen: doch waar- lijk zy heeten Phaniciers of Ery- . tbr een na Ejau of Edom , van welke herkomftig zijn ; want de twee eerfte woorden beteikenen in de Griexe taele rood , gelijk de twee laetfte in 'tHebreeufch. Pbenice felf befloeg eerft al 't land gelegen tuflehen de ftroom Eleutberm en de Egyptifche ftad Pelufium , namacls Damiaeten, be- fpoeld door de Middellandjcbe Zee. Maer zedert zijn de bepaelingen ver- andert , ten noorden door Galilea, weftelijk door de Middellandjcbe Zee, zuidwaerd door Egypten, en na'too- ften door Woeft Arabien. De voor> naemfte (leden zijn Ptolemais , ander- fints ook Acon genaemt , Sidon , Arad, Groot Cana , Sarepta , Biblis , Bothris, Beritbas en 't magtig Tyrus , eertijds gelegen op een eiland ; maer door Alexander de Groote aen 't vafte land gehecht. Niemand kan ontkennen, of de Pheniciers hebben allen thal ven de vlagge gevoert over de zee : fulx de magtigftevorften haer ontzaegen. Als de Perfifche Koning Cambyjes, met een geducht hek- leger afgekomen was, ten (trijd tegen de Carthaginien- fers , moed hy zijn toeleg (laeken : ter oorfaek de Pheniciers weigerden in zee te (teken, om Carthago te beoor loogen , dewijl die frad van haer ge- dicht was. Doch niet alleen Cartha- go , welk met Romen hardebolde om 'S weerelds alleen-heerfching : zy heb- ben ook gebouwt de vermaarde {le- den Leptis , Utica , Hippo en Adrume- /«wopd'Afrikaenfchen boodem , en Gales en Tartejfus in Spanje : ja volk- plantingen afgefchikt in 't hert van iberie en Libië, h n laet hier by komen 'tgetuigenis van Curtius : Alwaer de V\\cv\\c\tt vloot en ten anker l/epen, brag- tenze 't lund onder haer geweld. IJ'aer-
lijk haer volkplantingen zijn byna over de gantjche weereld verfpreid , Car- thago in Africa, Thebe in Beotia , Ca- Ics aen d'Oceaen. Arijloteles verhaelt, hoe zy fooveel filver van haer koop- manschappen , en byfonderlijk van oolie maektenin Spanje, dat haer an- kers en vorder fcheeps yfer-werkuit enkel filver beftond. Doch om een- Bewijs-re- maelte toonen , waer in 't bewijs leid demn, lit van der Pheniciers over-fchepen na n'tn!frJfdl' Amerika: Comtaus voornoemd dringt vheniaeri het aldus aen. Niemand kan met re- *f**,[mi den in twijfel trekken, of zedert de Pheniciers d'heerfchappy der zee den Rbodiers uit d'hand wrongen , heb- benze haer fcheep-vaert meer en meer voort - gefet . Meefters ge- worden van Calis , ruften alle gangs- vlooten op vlooten toe, die , verre voorby den berg Atlas , d'Africaen- fche kuftenen d'eilandenvoordefel- ve bezeilden. Zy voeren dan fterk op de Canaerifcbe Eilanden , en die wijd en zijd voor Cabo Ferdeleggen, eertijds Gorgades. En defe vaert was ook den Grieken , Spanjaerden en an- dere volkeren niet onbekend. Doch nademael de Pheniciers dit vaer-water voor haer alleen wilden behouden, verdronkenze foo meenig achter- haelden,alsderwaerds de (tevens dor- (tcn wenden. Curtius fchijnt nu hier eenig gewigt toe te brengen : Ik ge- '£$'. loof, feid hy , dat de Pheniciers, ho- pende in volle zee , onbekende landjehap- pen hebben ontdekt. En welke zijn die landfchappen.J Niet de Canarijcbe ei- landen of Gorgades ; want diewaeren genoeg bekend ; maer America, niet verre van de Gorgades afgelegen. Doch waerlijk 't leid foo breed niet met de vaert der Pheniciers. Zy zijn wel de eerfte voor an dcre in de weer geweeft op de Middelandjcbe zee : ja befton- denfelf, buiten Gibraltarsjlraet ,tuf- fchen de pilaerenvan Hercules, een ftuk weegs d'Oceaen te bezeilen. Hoe verre ? Niet tor de Gorgades , meer als half weg tufichen Spanje en America; maer tot de Cajftterides of liaemjebe eilanden, genoegfaem in 't geficht van Spa?ije tot negen toe verfpreid. Strabo beveftigt defe waerheid : De Cajftteri- des zijn tien , dicht by den andere noor- «/T»Z»?
delijk
•word we- der-leid.
lib. 5. Geogra(.h, Vlaemjcbe
Herkpmfl der
(lelijk gelegen. Een blijft onbewoond : \ op dandere leven zaeluwaehtige men- 't Jchen. Defe weg te» koophandel hebben \ </?Phcniciers,«// Calis afgeflooken, al- Ureerfi by de hand gevat. Hy noemt tien,daer Hechts negen zijn, namcnt- lijk Michiel, Maria , Georgius, Tercera, de P/n?,alfoo genaemt na den berg die fomtijts vlammen hemelwaert werpt, Fayal,lasFlores,delCuervo en Gratiofa. lii. 17: Voorts getuigt de felve Strabo , hoe de Carthaginienjers , niet verdronken d'handelaers op de afgelegene Gorga- des.-maet op Sardinien of Calis. zoute eilan- Ondertuffclien word niet ont- dcnhoeUnz k fj Gor<rades ■ voor Cabo Ferde
bekend. .. , 1 , & . . r 1
f om Aii- zijn by de Carthaginienjers , lang voor riana de 's Heilands geboorte, bezeilt; doch i.i.c.-.o. met luik een verwondering, dat de beieidèr der vloot Hannp diefwegen onder t getal der helden geplaetft is. 't Werk leid aldus . De Carthaginien- jers , tot hulp der Pheniciers , binnen Calis tegen de Spanjaerden afgevaeren, plante eerlang aldaer den ftoel des oorlogs. De voorfpoed prikkelde tot wigtige toeleg . Himjlco en Hanno gebroeders beftierde de Spaenfche zaeken , gevolmagt by den Raed van Carthago. Beide haddenze luft , om nieuwe landen te ontdekken. Himil- co liep langs de Spaenfche , Galli- fche en Duitfchekuften ; Hanno hield een andere {treek. Zijn vloot voe- rende dartig duifend menfehen van allerlei flag , om ergens een nieu- we ftad te itichten , geraekte voor- by d' uithoek Ampelufium nu Cabo Spatel, deftroomZi/ötf, befpoelen- de de flad ArziBa, en de vloed Lix nu Lujjo , alwaer de dichters ftellen de tuinen der Hefperides, by een draek Setrgedenk- bewaerd. De reis vervorderende, liep
voer.. i-i , 1 . . „ r
tegc dw ten anker in de mond der nevier , Su- l.'-r , tegenwoordig Subu : en zedert ne.Ung'ÏTe voor de zee- ftad Sala, nu Sake , toen- kufi van maels door wild gediert, uic de na by tezouu gelcgene heiden , feer onveilig. De eilanden, vlooc quam eindelijk aen de voet van den kleinen Atlas , welke eindigt in 't hoofd Chaunaria , byd'huidendaeg- fche fchippers Cabo Non genaemt ; ter ooriaek geoordeelt wierd , dat nie- mand 't leven konde afbrengen , die lichtvaerdig beftond boven Chaunaria
Ammcaemn, i y
te flevenen . Hanno echter laet het door-ftacn : en loopt tuffchen Palma, een der Canarifche eilanden, en 't uit- hoek Bojadoris, na de zeewaerd uitfte- kende kuft CornuHefperium, tuiCabo Verde,\n deflroom Ajama,byCaJf aldus genaemt Omirabi. Alhier vond hy fchrikkelijke krokodillen en water- paerden. Afama feit word gehouden voort te komen uit de felve fontein, uit welke de Nijl vloeid. Op defe hoogte kreeg Hanno d' eilanden in 'tgelicht,die hy Gorgones noemde, (na de wanfehaepen vrouwen Medufa , Sthenio en Euryale, om welker koppen flangen flingerden) ter oorfaek op de- fe eilanden buiten gemein lelijke wij,- ven woonden : tegenwoordig heeten- ze de Nederlanders de Zoute eilanden, onder welke 'tvoomaemfte isjantja- go een volk planting der Portugeefen. Doch 'cgebergte fchuin over de Gor- gones , op de vafteAfricaenfchekuft, ; by de ftroom Maffitholus hooge krui- nen verheffende, pafte Hanno debe- naeming toe van tVaegen der Goden, nu I Sierra Liona, op acht graeden benoor- den de middag lijn. HetZy//.7K»<?en Buitenge.
\ zijn boots- volk uit fdirik geloofden, 5^' het zy voorbedachtelijkhaergroote tooningen.
j reis wonderlijker wilde maeken door
i yfelijke vreemdighcden; men fag hier vuurige ftroomen zeewaerd afvloei- jen , de landen wijd en zijd liever laey branden, de toppen der bergen door blixemen fchitteren. Waerlijk alhier vallen boven gemeine fwaere donder- flaegen. Ook bergen fich d'ingezee- tenen, by 't hartje des fomers, wegens ondragelijke hette, in onder- aerdfche kuilen: des nachts loopenze met aen- geftooken toorzen over velden en bergen, om denoogftintezaemelen en vorder boere-werk te verrichten. Hanno, door fuik vreemd befchouwen r>e ouden nietafgefchrikt, voer van Sierra Liona f$%£ zuidelijk aen, tot onder de middag- mmfchmt» lijn : alwaer een eiland niet verre van Z!Jn-
l de vafte Africaenfche kuft ontdekte, bewoond by ruige menfehen . Hy fpande alle krachten in , om eenige te vangen : maer konde de mannen niet inhaelen: twee wijven echter wierden eindelijk bcfet, en fcheep gevoert; doch dewijl ontembaer bleven, zijn C ge-
i8
E e r s T e Boek:
't Eiland fant Tho- mas.
Hertogt van Hanno.
■word om
. t :is on- der Goden "eplactjl.
gedood ; de huit , haer afgetrokken , is gcvult , en na Cartbago gevoerc, alwacr langen tijd tot gedachtenis en verwonderingbefichtigtwierd. 't Ei- land.by Hanno bezeild,kan geen ander \vcfen,als'tgeen tegenwoordig , aen Thomas toegewijd, een feerongefonde lucht voor alle vreemdelingen heeft, anderfintsvruchtbacrdoorzuikerge- wafch. De ruige menfehen zijn bavia- nen, welke Africa in defen hoek tot verbaerftheid toe uit levert ; alfoo die leelijke wanlchepfcls , meer dan eenig beeft , vertoonend'uiterlijkegeftalte en trekken van redelijke fchcpfels. En alhier ftaekte Hannozïjn reis , ver- hindert vorder te trekken , by gebrek van levens middelen. Vijf jaer had hy gefpilt aen dele togt , wanneer voor Calis ter reede liep , en eerlang ook de ftevens wende na zijn vaderlijke ftad Cartbago : alwaer , met geen min- der verwondering alsftaetzie, dier- voegen wierd ingehaeld, dat naeuwe- lijx , voor of na hem iemand grooter eer fcheen ingeleid te hebben, en 't va- derland meer verplicht, door de hoop van gewigtige voordeelen , uit de nieuw - ontdekte landfehappen te trekken. Ja Hanno kreeg een naem on- der de Goden in de tempels ; enhy felf, van eenfehrandere geeft, bevor- derde dufdaenigc godheid op een wondere wijfe. Hy voede meenigte van leerfaeme vogelen , welke hei- melijk gewenden te klappen, de groote God Hanno. Aldus geleerd, wierden uit-gclaetenfnaeterende,volgensge- woonte, tot ieders verbaeftheid door de lucht, degroote God Hanno.
Dit is de gedenkwaerdigfte togt , die ooit by de oude voorviel : hetzy gefien word op 't gebrek in de fcheep- vaert, by mangel van kompas en be hoorlijk vaertuig , hetzy op de lange reis tot Sierra Liona toe; daer nooit iemand tevooren 'twerek foo verre bragt , ja foo veel eeuwen na Hanno de vermaerdfte fchippers door de Portugaelfche koningen afgevacr- digt, in lang den middag lijn niet be- reikten : onaengefien by verloop van jaeren de vaer-konfl: , ieder iet vin- dende , tot grooter volmaektheid ge bragt was. Hannoos togt gaet'sHei-
lands geboorte vierhonderd en veer- tig jaeren voor. Indien dan iemand ver der ge weeft is a\s Hanno tot de tijd de Portugefen boven d' uithoek Bone Efperanze zeilden , hoc komx. America ter zee ontdekt ? Hoe ftaekenzc van de Zoute eilanden of fant Thomas , bui- ten't geficht des lands , door de volle Oceaen , na een onbekende IVeereld? Hanno felf, de ftoutfte van alle oude zee luiden , hield geen andere ftreek, dan langs de Africaenfchekuft : hier- om hy foo veel tijdfpilde, dewijl bin- nen alle boezemen inliep , en by de hoofden t'ellekens verre moeft om- zeilen. En wanneer by hem een Nieu- we Weereld gevonden was, waerom fulx nier aen den da^ gebragt i Te meer dacr zijn eer-zucht vele onwaer- heden verzonnen heeft, om uiteen wonderlijke reis meer lof te behalen. En hoe vaft ook eindelijk 'tverhael defer alder- gedenkwaerdigfte togt gaet, kan Plinius getuigen : Daer zijn ook voor handen geweefi de dag- aentei- keningen by Hanno gehouden , toen d' omtrek van Africa na-fpeurde, 't geluk rfW-Carrhaginienfers op haer hoogft zijn- de. De meejle uit de Grieken, alsook d'onje, hebben Hanno gevolgt , en uit hem veelbeufelingen, en/leden door den Jelven ge /licht , ter neder-geftelt , van welke noch geheugenis noch overblijf jel te vinden is. Dit wijdloopig verhael dient nergens anders toe , dan om te bewijfen , hoe vergeefs fteunfel ge- focht word, om d'oude verkeerdelijk te verheffen met d'eer van 't ontdekte Amenca. Immers foo weinig doen de aengetrokken getuigeniffen uit Dio- dorus Siculus, Plinius, Pomponius Me la, en .LÏianus. 'tSaldepijne waerdzijn, ieder fchrijver byfonder te hooren. Üiodorus feid : Na Libien toe aen d' Oceaen , leid een feer groot eiland et- telijke dagen zeilens , met een vrucht- baere grond, vermaekelijke beemden , onderjcheiden door bergen , bevochtigt vanjlroomen , vaorfchepen bevaerbaer : ten ouden tijden onbekend , teroorjaek 'tjeh/int afrejneden van d 'andere wee- reld, is aldus gevonden. De Pheniciers, houdende over d 'Oceaen langs deLibier kujl , wanneer , ettelijke etmaelen ach- ter een door ftorm geflingert , voor dit
eiland
Bewijs dat America den ouden met bekend was.
lib.ó.c.J.
Tweede be- wijs , dat d'Ameri- caenen van de Pheni- ciers zün herkomjlig :
■xord we- der-leid.
lib ƒ c. i.
Befchrij- •ving der
AtUs,
Herkomjl der
eiland ter reede liepen , bemerkende des I felfs weeligheid , hebben 't den overige \ bekend gemaekt. Maer hoefoude dit nameloos eiland America juift zijn? Wat vreemdeling konde het voor een eiland opneemen , 't welk 't vafte land van Afia verre te boven gaet ? En heb- ben de Pheniciers de vinding defer Nieuwe Weereld niemant gebrek lae- ten lijden , waer uit ontflaet dan fuik een diep ftilfwijgen van een gantfche Weereld, by alle oude fchry vers , die anderfints 't minft afgelegen gehucht, of gebergte , of beekjen haer benae- ming toepaften: Plinhis vorders komt hier even foo te paffe. De fchryvers gewaegen , hoe d'Atlas uit 't midden der zanden een rouwe en vuile kruin ten he- mel verheft , alwaer hy na de Jlranden der Oceaen afwijkt , aen welke zijn naem mede deelt : dat de felve be lom- merten bofjchachtig en bejproeit is met fontein- bronnen , alwaer 'tAfrica be- fchouwt : allerlei vruchten komen uit haer fel f voort ,fulx nooit fatheid voor welluften ontbreekt. By dag komt geen inwoonder te voorjchijn : alles is niet anders in flilte , als in fchrik van wil- derniffen : den naederende jlaet een fwijgende qodfdienft om 't hart : en , be- halven de vervaerlijkheid der top bo- even de wolken gedeigert , en tot naby . gelegendheid aen de kring der maen, foo Jcbinteld het des nachts van dui- fend vlammen : 't klinkt wijd en zijd wegens de pijpen , fluiten , trompet- ten en cymbaelen der Box-voeten en Bofchmannen : de reife derwaerds is feer langen onzeeker. Ik verftae niet, hoe Plinius hier America verftaet , de- wijl hy felf in defe eerfle afdeeling van fijn vijfde boek een begin maekt, om Africa te befchtyven. En wat voorts belangende dufdaenige ver- vaerlijkheden te houden zijn, is wei- nig te vooren in Hannoos togt ge- toond. Want 't is een flecht bewijs, hier door te willen verftaen dAmeri- caenen , ter oorfaek die gewend zijn haer te vermaeken met allerlei fpeel- Bbli.iA. tuig. Pomponius Mela beflaet de der- de plaets ; doch brengt geen gewich- tiger reden toe , als de voorige. Wy hooren , feidhy , dat d uiterfle ten we- Jlen , zijn d'Atlantes , naeuwelijx men-
jimmcamm.
J9
Vreefelijke menfchen.
fchen en eer half wilden , Box-voeten en hoofdeloofe met een breed aengeficht op de borfl , en bloote mannen met een groot e voet , en Bofch- duivels , allent- halve f onder dak en huifen , omfwer- vende : fy hebben meer 't land , dan datze 'tbewoonen. Eindelijk fchijnt Alianus iets tefeggen, ter neder ftel- /. 3. c. 18. lende een zaemen fpraek tuffchen de koning Midas en Silenus uit Theopom- pus. Silenus verhaeld aldaer : hoe Eu- fpratktuf- rope , Afia en Lybia eilanden zijn : c\\fchmM'da' een magtigvaft land buiten defe wee- Z%!$ reldleid , vol fwaere beeften en men- onbekende fchen , tweemael grooter als die hier nW,i woonen : haer leven duurt infchelijx even foo veel langer : zy bcfitten ontelbaere fchatten : onderhouder» ftrijdige zeden en wetten met de on- fe. In dit gevveft leggen twee heer- lijke fteden : de ftad Macbimus\oetd altijd oorlog : heeft onder fich ver- fcheide volkeren. De burgers mae- ken uit 't getal van twee honderd- mael tien duizenden : zelden fter- venze door ziekte, alfoo meelt aen fteenen of (lokken fneuvelen : yfer is in geen gebruik ; doch zijn dier- voegen voorfien van filver en goud, dat het de prijs van ons yfer niet op- haelt , alfoo niets geacht word. Voor eenige jaeren trokkenze met dui- fendmael tien duifenden herwaerds aen : en waeren berceds genaedert tot d 'Hyperborei : wanneer te rugge keerden , ter oorfaek bericht ondin- gen, hoe onfe landaerd een oneedel leven leide. Doch de tweede ftad, genaemt Eufebes , word bewoond \'dn godfaelige burgers , die gerechtig- heid oefenen : weshalven de Goden felf fich niet verontwaerdigen met haer om te gaen Wie merkt niet dit verhael te fmaeken na een verdichtfel der dichteren? of ten minftcn onder een verdichtfel te vertoonen 'ton- derfcheid tuffchen ongefchikte en gefchikteingezcetencn ï Omtefwij- geh , dat het hier geenfints konde dienen , ten bewijs voor d'cerfte oor- fprong der Americaenen .- alfoo uit dit getuigenis van Mlianus geen an- der gevolg mag getrokken worden, dan dat d' oude geloofden , een an- dere bewoonde weereld zuidwaerd C z te
Eerste Bo
Onderfoek of de zeden tier Vheni- tiers en uitnericae- 7ien met malkander over-een- kome».
nis ook bei- der Gods- dtenft ?
T)e Zrrore lrot. Rclig.
ZO
te leggen , onder een gemaetigdc lucht -ftreek , recht aen tegen die by ons ten noorden des middag- lij ns bewandelt word : welke waer- heid in 't voori^e hoofd ftukbewee- fcn is uit eenige heidenfehc fchry- vers.
Dus verre is gezin -twift wegens d'herkomft der Amerïcaenen met ge- tuigenifTen , getrokken uit Griexe en Latynfche boeken : en getoont , dat- ze ongegrond de felve aentrekken , om voor Amerika inwoonders te hae len uit Sidon , Tyrus oïCarthago. Vol- gen voorts redenen : onder welke in 't eerfte gelid komt d'over-eenkomft tuflchen de Phenicifche en Ameri- caenfche zeden , hetzyontrend bur- gerlijke huishouding , het zy Gods- dienft. 't Is waerachtig , dat d'oude Pbeniciers onder tenten woonden , en nu en dan haer kaele weiden met graefige verwifTelden: welke gewoon- te als noch by d 'Amerïcaenen (tand grijpt : waer uit foude moeten blijken, te zijn van een Phenicifche herkomft. Doch waerom dan ook niet oorfpron- kelijk uit N umidia , of Scythiaoï uit delendenen der Patriarchen, die alle foodaenig omfvvervende leven lei- den? Behalvcn dat de Pbeniciers \zng ontwend waeren 'tvoorige harders leven, wanneer volk-plantingen met fwaere vlooten over zee affchikten. Behoorden d1 Amerïcaenen dan, indien niet wilden verbafteren van de zeden haerer vaderen , groote fleeden ge- bouwt te hebben, gelijk foodaenige in Phenïcia overvloedig gevonden wierden.
Immers foo weinig fteunfel ver- fchaft de Gods-dienft , welke Comtaus tracht te toonen fcer over-eenkomftig te zijn tuffchen de Pbeniciers en Ame- rïcaenen. Want gelijk d'eerfte eertijds buiten gemein genegen waeren tot tovery, alfoo zijn ook d'anderevan ouds her en als noch in de fwarte kon- Hen leer ervaeren. Doch heeft defe goddeloosheid alleen plaets gehad by de Pbeniciers è 'tMeeüe heidendom (tact hier aen fchuldig. De Perfiaen- Jcbe tovenaers , volgens fulius ïirmi- cus , aenhaeden 't vuur als een ajleeld- fel Gods. De handeling der *gypti-
e k:
fche met Mo fes is uit de Heilige Schrift bekend. En indiende tovery i ten bewijs diende , om d'inwoonders ! voor America van 't toverachtig Pbe- j nicien te ontleenen : waerom ook niet | van Nederland , Frankrijk , of Duits- land , alwaer de ketter- meefters by honderd duifend tovenaers verbrand , hebben:1 Voor tovenaers wierden ge- houden, die in 't gerecht niet fchrei- den : of door'/ Ordal, ketel- vang, of water de proeve eens goeden Chri- ften, gelijk voor gaven, niet uit-fton- den. 't Ordal ging in Nederland aldus toe. Iemand aengeklaegtonroomfch te wefen , vafte drie dagen , onder 'topfichtvaneen Priefter : met welke thans na de kerk ging. De Priefter, in geeftelijk gewaed, leideby 'toutaer een yfere bout, meermaels met wij- water befproeid op glimmende koo- ien : fong 't lied der drie jongelingen in den gloeyenden oven : deed miife : ftakdenbefchuldigde'touweltjenter mond in : befwoer hem , en bad : , t beliefde God de fchuld der verdach- i 'te van tovery te ontdekken , door j 't verzeeren zijns hands , in welk een | gloeyend' yfer geleid foude worden, 1 of des felfs oniehuld wanneer niet befchaedigt wierd. Soo gebeden, foo gedaen. Negen voetftappen verre moeft hy de gloeyendc bout dracgen. \ Dan omwond de Priefter de ge- ! fchroeide hand met doeken, en zc- ' geldze. Ten derden dag befchouwd- 'men d'hand. Indien niet gaef was, moeft d'onderfochte , niet fonder pa- pier - gewaed , met duivelen befchil- derd, levendig verbrand. Immersfoo pijnelijk ging 't Ketel-vang toe. Een ketel vol ziedend water , door d'al- der-fchrikkelijkfte vervloekingen be- fworen , ftond in de kerk. Om tot kennis van mifdrijf of onnoofelheid te geraeken , ftak de betichte de bloo- te arm ten elleboog toe in 't borre- lende nat. Anderfints bleef ook ge- bruikelijk de proeve metkoud water, in grachten, flooten of ftroomen. De Priefter dan befwoer 't water : bond den aengeklaegde de duimen aen de groote teenen kruis gewijs over mal- kander. Wanneer zonk ging vry ; maer driftig ontfing 't vonnis desvuurs. Is
de
Malleus Ma lef c. Bo- din. D&mon.
lifC. i.
Boxhorn. Nederland- fche Hifi. Duitfche tovenaers.
Ordal tea
een ■aondet- lij; onder- foek :
ah ook ke- tel- vans.
De bekende rveereld eer- tijds -vol to- lenaers.
Herfomjl der jfmeriatenen. 2 1
de tovery een bewijs van der Amerï- met haer afgooden. Doch dit is eer- ^fwewherkomft, waerom haer geen tijdsbyallegemeingeweeit: waerom plaets opgeruimt 'm Nederland , al- 1 dan de fchepen den naem ontleende, waer eertijds fuik een merkelijk aen- i na 't beeld des afgodswelk of achter tal eunjers (doch valfchelijk beticht) acn de fpiegel gefchildert ftond, of woonden, die immers alle gelegend- gehouwen van hout of fteen, ergens heid fouden foeken , om aen 's wee- op 't verdek plaets befloeg. Duidae- relds einden te verhuifen , ten einde nige gewoonte onderhouden ook uit handen der ketter-meeftersmog- ; noch tegenwoordig de Cbineefen . ten geraken? Doch wat defe tove- Francifius Xaverius verhaelt , hochy Duivels op naers belangt, die niet geweldiger meteen Chineefche fchipper uit Goa fihcpm. hand de waerheid wil verkrachten, najapan reifde. Defe had een afgod weet welhoefulkemoorderyen, om achterop 't fchip, voor welken kaer- 't geloof zijn aengerecht. j fen aen-ftak met alöe-hout rookte,
Ja waerom niet d' Amerkaenen uit vogelen offerde , en fpijs aen-bood : geheel Ajta, Europe enAfie over-ge- verfoekende 'tellekens door looting fcheept, eertijds vol eunjers en he- na d'uitkomft der Japanfche reis. xen , die gelooft wierden , dat by Somtyds viel 't lot ten goede, fom- maen-verdonkering dit hemels licht tyds gaf 'tquaede voorfpook. Êin- Dejbjii. dichter na d'aerde trokken, teneinde : delijk getuigt Porphyrius ; De Pheni- nmt ■ ""'- kracht mede deelden aen de toover- ciers offerden by jwaere ongelegendhe- kruiden : datze de maen als dan met den van oorloogen, bette, ofbejmettelijke kloppen op bekkens en geroep te ziekten , iemand der alderliefjle kinde- hulpquamen? En waerom eindelijk ren, hier toe voor gemeinefiemmenver- niet de genoemde landaerd tot Sal- kooren , aen Saturnusop. En Eujebius pnpar. ■mantica tehuis gebragt, alwaerinde , uit Porphyrius voornoemd: Satnrnus,Eu'""£1*'-- hooge School, gelijk Laurentius Ana- I welken de Pheniciers Ijrael noemen : dtmon.i.i. njas verhaelt, de toverkunft open- ; (de geleerde Vojfuu en Grothis lefen // baer geleert is ? Ook grijpt onder1 off/, een der tien naemen Gods by d' Americaenc>> de du'rtel-dicnftümd, \ d1 Hebreen) en die zy toteen ge/larnte welke goddeloosheid eertijdts in- van de Jelve benaenüng ingewijd heb- fchelijx by de Pheniciers in fwang ben : ivanneer by over deje land-Jlreek ging. Maer by de Pheniciers alleen i heerfchte, en een eemge zoon Jeoud uit Neen : de gantfche weereld der hei- de nympb Anobret hemgebooren was: denen was hier aen fchuldig. Immers I als 't rijk waggelde onder den la/l eens fommige geloofden , dat de duivelen gevaerhjken krijgs , heeft by hem , be- by menfehen- offer leefden en door kleed met koninglijk gewaed , op een wierook fmooken vet wierden. An- outaer , ten dien einde gebouwt , tot een dere flagteden ter eeren der boofe offer gekeelt. En hoewel nu dierge- uenfchm geeften kinderen, levendig uit 'smoe- lijke moorden in America infehehjx münderm ders licchaem gemeden. Hoe ver- gepleegt worden , volgt hieruit, dat leïhml J maerd is onder de Per fen Zora/lercn d'inwoor^ers van Phenicifchen her- ««",-*»«-. deganfchefchool deroofterfchedui- komft zijrt ? Immers (tonden meer "l"?™™. vel-jaegers? Ten tijde van Mofes had andere volkeren hier aen fchuldig : ja brmkeiyk. defe vervloekte fonde bereeds d' o- naeuwelijx ergens een landaerd , die Duivel- verhandgenoomen. Voorts kan niet niet d'een of ander tijd fulx pleegde, t'Jd'ioverde ontkent, of de Pheniciers voerden felf de befcheidentte onder d'heide- veereid en d' afgoden op haer fchepen. Herodo- nen. Immers zijn voor foodaenige tus bewijft fulx : ■/ Beeld van Vulca- gehouden de Romeinen , Grieken en
De Nat-
Luctmus tib. 6.
Lev. 17. 6.
hu uyd'A- mericaertcn in "el-ruik.
«Kjrfeidhy, is f eer gelijk der Pheniciers Perjen ? En nochtans waerenze af-
Patacoioi, welke zy op de voor-fleeven fch ouwelijk door menfehen- offer.
van baer galeyen plaetJèn.En Pejychius: Onder de kaifar Adrianus hield eerft
Pataici zijn Phen/cijcbe goden, die zy dit moorden in 'tRoomfcherijkop :
in 't acbter-fcbip nederjetten. En op foo nochtans , dat felf ten tyden van
gelijke wyfe vaeren d' Amerkaenen Tertulliamts , Laclantius en Eulebius
! C * bin-
Eerste Bo
E K
binnen Romen Jupiter Latialis met menfchen-blocd is geviert. De Grie- ken , die d' uiterfte hoek van Italien
op
dendicnft,hoc rookten eertijds den Duitfchen en Franfchen boodem d'outaeren in de dichte bolfchaedjen,
bewoonden , waeren dagelijx bcfig , geftichtvoor7jrd«, Hejits , Teutates,
By wie 't menfehen offer afge- (chaft ts.
lib de Sa-
ferfttt.
lib. J.c. (Jeorg.
kb. < Geog
lib.
met vreemde mannen te offeren aen Satumus, of wierden vaek felf ge- offert.
Eindelijk is defe wreedheid in een gekkelijk fpel verandert ; want , de Romainen te meisbezaediger , fchaf- ten fuik woeden tegen d'Argiven (al- foo noemdenze de Grieken op d'Ita- liaenfche boodem neder geflagen) by eenftrengracd-flotaf. Doch, omee- nige geheugenis van 'tvoorgaende menfehen- offeren te behouden, wier- den dartig beelden,uit bicfen gevloch
en ll'odan , van ontzielde mannen en vrouwen ï De Kaijar Julius fpreekt wegens Gallien aldus : Alle Galloijers zijn Jeer genegen tot gods - dienftigbe- den : en diejwille , dewelke in fwaere ziekten leggen , en in veld-Jlaegen , en ander Jints gevaer loopen , /lachten voor offerhanden levendige menfehen , of doen beloften haer Jelftejullen op-offe- ren : en gebruiken totfulke offerhanden den dienjl der Dnüdcs : nadien oor dee- len , dat , ten zy voor 't leven eens menjeh 't leven eens menjeh qeqeven
Eelt. Galt. Comm.
Rer. Perfic. 1.1.
ten, jaerlijx den vijftiende der bloei- j word , de godheid der onjlerfelijke Go maend , door de Roomfchepriefiers | den op geen andere wijje kan worden en Veftaelfche Maegden, van de brug j verzoent : en zy hellen opentlijkoffer- Milvius in den Tyler geworpen . Vor • handen van fuik jlag inge field. Zy keu- ders getuigt M anethon , hoe d' Egypte- \ ren de dood-ftrajfen der gene die op diefi naers binnen Heliopolis drie menichen fialof (Iruik-roovery , of e enig mifdr/jf vootjuno flagteden ; welke gewoonte , betrapt zijn , den Goden aengenaemer te foo lang ftand greep , tot de koning j wefen • maer als fulke zoort niet voor Amafis in plaets van menfehen ten handen is, komenze ook tot lloed-vergie- offèr gebood te brengen waffekaer- \ ten van onjchuldige. Eindelijk fpreekt fen. Ameflris , huifvrouw van de be- Gods woord aldus : Als de koning der tuchteXerxes, liet tvvaelf menfehen, ; Moabiten Jag, dat hem dejhijd tefierk volgens Plutarchus, voor haer behou- ] was,nam hy tot hem Jeven honderd 'man- denis tot Plutoos eer levendig begrae- j nen , die 'tfwaerd uit-toogen, om door ven. Procopius verhaelt wegens dc\ te Ireeken tegen den koningvanEdom ; volkeren tuffchen d' Aralijche Inwijk \ maer zy konden niet. Doe nam by fijn en Nyl Blemyes genaemt, datzemeer- eerflgelooren zoon , die in fijn plaetfe
i Reg. 5." v. 26,17.
maels menfehen ten offer bragten,om den fon te dienen. De Indiaenen (het zijn de woorden van Pompon'nis Me la) Jlagten haer naejle bloedverwanten en ouders , eer door ziekte ofjaeren tot ma- gerheid vervallen : en oordeelen 't bil- lijk en ten hoogften heilig te zijn ,Jich vrolijk te maeken met d 'ingewanden der gekeelden. By d'Allaners wierd jaer- lijx een der Priefteren aen de maen op geoffert , gelijk Stralo getuigt. Dicrgclijk ftelt Mela ter neder van de
koning Joude woiden , en offerde hem ten Iran d- offer op de muer. De by-ge- bragte getuigeniffen bewijfen genoeg- faem , hoe 't oude heidendom allent halven aen menfehen - moorden ten gods-dienftfchuldigftond : gelijk ais noch tegenwoordig Indiaenen , Chi- neejen , Japanders en andere fuik een vervloekte gewoonte onderhouden: weshalven geenfints tot een reden ftrekken kan , om der Americaenen herkomftuit de Pheniciers tehaelen,
Tauri , dewelke de vreemdelingen, in ter oorfaek defe eertijds, endiehui-
plaets der flagt-offèrcn den hals af- den ren dage, d'afgoodery door moor-
iheeden. d'Egyptifchc afgod Typhon, den t'affchouwelijker maekten en
als te fien is by Manethon , ftond da- maeken.
gelijx gloeyend , door de vlammen, Het derdebewijs, ten cindemeer-
in welke levendige menfehen totfij- maels gefegt , word ontleent van
ner eer verzengden. En, om verfchei- d'over-ccnkomft der Phenicifche ex\ c.-.ener, .
de andere volkeren voorby te gaen, Americaenfche!raelen. Comtteus ttcld ^komfth
fchuldig aen fuik een bloedige afgoo- eenige woorden ter neder: namcntlijk niciers,om
de
Derde bi-
n:js , dat il' ' Amiri-
Herfomft der Americaenèn.
nat- Unover- ven-komcn.
de Phenkiers noemde een berg veel woorden leveren , die de felve
bloededom , eenftaepelgadon, een moe- zin met de felve letteren, ky d' Hebreen
Duitfd
word weder- U,d.
van de He- brceafcbt met de L.i- tijnfche :
der anech , een maegd hellotia , water heni en jam : met 't eerfte komt over- een der Mexkaenen anthla , met 't tweede Uoledonch , met 't derde ga- donguene , met 't vierde anan , met 't vijfde bellotii , met 'tfefte ame en jame. Maer die aldus de woorden wil- de raebraeken , wie foude niet d'on- gerijmdfte gevolgen trekken ï 'ris waer, de Phenkiers enfommige Ame- rkaenen noemen beide een beker afur, en wijn-ruit belafa : volgt hier uit dat d'eene van d'andere haer oorfprong hebben?Hoe veelnaemen beteikenen 't felve by volkeren , die nooit met malkander gemeinfchap hadden ? Dit ontftaet immers door enkele toeval. Anderfints indien ettelijke byna-ge
gebruikelijk , uit-brengen. Want is lbo groote verfchil tufichen chobelen kalei, ethmol en etmael ,bara en baren, jcthim enfotten , comon en ccmijn, arets en aerde ,phert enpeert , ever en over, peth en beet , levyah en leeuw , fchaden fchaden , fbekar en juiker , J kakel en Jcbakel, kiffeen kujjen ,gebvul en gevel, fchakan enfchenken ,Jcbavab enfchave, makkar en makker , beien beeld; want /Wbeteikenteigentlijko'» Heer , mif- fchien ter oorfaek d'afgoodifche beel- den Hecren zijn der afgooden-die- naers, of om dat Minus d'alder-eerfte een beeld oprechte voor zijn afgeftur- ven vader Bel , om aen -gebeden te worden. 'tVereifchte een gantfeh. boek, indien vorders wilden toonen 'ijk-luidende of felf even-gelijk -lui- i de naeuwe zamen-menging , die de dende woorden , gebruikelijk onder Latynfche tael heeft met de Griex-
Beeld watt van her- komftigj
verre afgezonderde landaerd, fchoon in de felve beteikenis, terftond d'her- komft des eene van d'ander moeft inbrengen , foo fullen noodwendig de
fche , want niet alleen de woorden met kleine verandering der letteren 't felve meenigmael in d'een en andere tael beduiden; maer felf fonder de
Grieken, Latynen en Duitfers van d 'He- I minfte verandering. Beide Grieken en breen , of de Latynen van de Grieken, Latynen drukkenuit, //' doe door ago, of de Duitjche van de Latynen , of de Uluurs door aujlerus , acht door och, Perfen van de Duitfers , of in 't tegen- ' een arm door brachium of brachion , ik deel de laetfie aen d'eerfte haer oor- j eet door edo, een fcbaele door phiale, fprong fchuldig blyven. Ik fal ten ; gordijn door cortinaoicorttne,vroolijk bewijs uit een groote hoop weinige door bilans of bilaros , geklank maeken
Over een- komftvan de Griesé tael wet de Hebrcexw. fche:
ftaeltjenstevoorfchijn brengen.
Hoe weinig verfcheelt in veel woor den 't Hebreeuwfch van 'tGriexi' d 'Hebreen noemen een kerkelijke verga- dering fanhedrïm , de Grieken Syne- drium : d'eerfte ik raede aen pitha, d'andeiepeïtho : d'eerfte heeten 'wijfe mannen zopbei , d'andere fopboi. En
door dango , kameel door camelus of camelos , een knie door genu of gomt, een beker door calix of kulix , een muis door mus , een mudde door modium of tnodion, knor acht/g door morojus oimo- rofos , bedrog door dolusoïdolos , een huis door domus of domos , ik draege door f er o oipbero , ik door ego, ik trek-
Over-een- komfl der Griexe en Latipfche taelen. Abrah.Mi- lit. hmg. Bclgica- '• f, 6, 7. 1 1.
minonderfcheid tuffchen Jympboniah ' keaendooxinduo oïenduo, een leeuw en (ymphonia een gejehikt maet-gejang, j dootleooi leon , vlafcb door linumoï tuffchen pfanterin en p/alter ion een j linon , een moeder door mater of meter, goddelijk gedicht. En wie fal niet we nu door nunc of nun , de nacht door nox derom vinden groote gemeinfchap j of nux , een rotfteen door petra , een der-Hebreeuwfche woorden met de ! fcheldwoord door jcomma of J komma, Latynfche ? Immers verfcheelt niet 1 een boot door Jcapha oijkapbe, een fchat veel mejurab en menfura een maete, door tbejaurus of thejauros , vader fbekar enfaccarus een foete vocht , Ie- ! door pater , //• beve door tremo , een vya enlea?na een leeuwinne , Jbebet en
fceptrum een Jchepter , comon en cumi- num kumijn , fabbeca en Jambuca een hakke-berd ,pefa en pajfus eenfehreede. De Duitfche fpraek foude infchelijx
uur door hora, d'avond door vefpera oïbejpera. Voorbedachtelijk worden ontallijke andere ovcr-geflaegen. Niet minder over - eenkomft fal ie- mand befpeuren tuffchen de Latyn- fche
34
Eerst k Boe
K
Over.een- komli tuf- fchen de La- tynfche en Dtiitfche taelc» ;
fche en Duitfche tael. Want betcikent fleel, ftemma en /lamme, fcandalon en niet axü een a(fe , ager een akker , ar- fchandael , ptuoen jpuiven , fpelaion en mus arm ,anchora anker ,anxius angflig, fpelonke , thronos en throon , te Ion en butirum boter , barha baerd , balare tol, titlos en tytel , tapes en tapijt , pyr blaeten , crux cruis ,capo capoen ,clarus, en vuur .J En wat meenigte van woor- claer ,curtus cort , corona croone,chorda den waeren te vinden , in welke coorde, cuppacuip , creta crïjt, camera gantfeh geen verandering valt i Als
onder vele kakke , morge , plage en meer andere. Ja wie foude bevroe- den , dat d'afgelegene Perfiaenen in ooften, of door een weinig verfchil- lende geluid, of eenover-ecn-kom-
camer , e do e te , difcus dis , ulna el/e, feftum feejl , granum graen , jocus jok, mamma mamme , mortarium mortier , mefpilum mifpel , metior mete , mola molen , mus muis, flamma vlam me ',facula
fakkel , remus riem , lampas lamp , cijla (lig , de felve tael inveclzaeken voe kijle , cafeuscaes, lelium lelie , littera ren niet de Duitfcheni1 Immers fchcelt '"j""», letter , linum linnen , laterna lantaerne, naeuwelijx 't Perfiaenlche Phader van e"aefkimen monjlrummonjler , macer mager , nafus i 't Duitfche vader , docht ar van doch- m veil neus , nebuia nevel, ordo order , cleum j ter , men van mijn , aval van aenval, over~ccn- olie ,plaga plaege ,perjonaperfone ,fugo ' achterratz van achterraed , berudar
van broeder , batja van baffen , avar van over , mus van muis , cah van c,f,
Critxe en Duitfche tacL over- een
fuige , folrius jober , Jcavus Jcheef, pt- rum peer , palus pael , penna penne ,
plumapluime , pondo pond , porta poort, cajli van caffè, garm van gram , garph planta plante , par paer , purpura pur- VdXlgraf, madah van maechd , mah van pur , rofa roos , regula regel , rellus maen , nam van naem , nuh van >iu. Be- recht ,Jpongiajpongie ,fpuofpuive,teJla halven de naemen die geheel niet tefle , vas vat , vinco minne , foccus , verfchillen : foodaenige , jok , droch, Jocce , va/lis va/leye , floccus vlocce , Ion- : band , God ,fiar , vafl ,gebaer en an- gus lang, truncus tronc. Van fuik flag derc : wacraen de geleerde ïrancifcus, Lexicon foude niet ontbreeken vry merkelijk | Raphelingius in zijn Perfiaens Woorden- %£%*'* ker getal der woorden bykans gelijk- \ boek niet min moeite als verftand te cbourfuo. luidende en 't felve beteikenendeby koftleide. Indien nu op'thonderdfte de Latynen en Duitfchen. Jade Griexe deel foo veel gelijkheid niet tuflehen fpraek , die met de Duitfche ongelijk dePhenicifcheenAmericaenfchetael rJ^^e meer gemeinfehap heeft dan de La- I gevonden word , als wel tuffchen camfebe'. tijnfche, kan ook vry meer naemen 'Hebreen, Grieken , Latijnen , Duitfchers taele" htb- levcren , welke den felven zin uit- en Perfiaenen , volgens by-gebragte m"e»fchJt~ brengen. Kortheids-halvefullenwci- ftaeltjcs , die nochtans diefwegen nige, gepikt uit vele, ten bewijs die- i niet konnen aengemerkt als van el- nen. Om over te flaen , dat de oude \ kan der herkomftig , wat bewijs fal Duitfchen , volgens de Kaifar Julius , '\ ftecken in vijf of fes woorden, welke Gaii.ccmm. Qriexe letters gebruikten : hoe wei- ! flechts eenige letteren hebben, niet , nig verfchil is tuilchen't Griexe axine verfchillende , als namentlijk 't voor- en Duitfche axe, anchosen angtt , aaf , verhaeldePhenicifch alïla en Ameri- mos en aafem , ballo en vallen , brazo \ caenfche anthla een berg, e dom en Hole- cn braden , brotos en broot , burgos en | donch bloed , gadon en gadonguene een burg, kamera en kamer ,enioieneeni- Jfaepel,anech,enanan een moeder, hello- ge, er at os en er acht , angelos en engel, tia en hclloty een maegd,henijam en ame
mme mater ? Maer fchoon-genoomen America d'over een-komft derPhenicifche en w»A*»"»«f-
. . r \ i > i i • • deelt in vol-
Amcncaenlche tael kondeten bewijs ken» e» ftrekken van d'oorfprong des laet- *«•'«»• ftcn volks uit 'teerfte , foo blijft hier een andere fwaerigheid,te weten wat Americaenen de P.heniciers tot vaders erkennen ; want haer landfehap foo groot is, dat het naeuwelijx, voor
alle
De Bell.
kolpos en golve , kalein en kallen , klan ge en klank , kerytto en kryten , kamelos cnkemel,chnauo en knauwen, lampas en lampe , linon en linne , meter en moe- der , modion en mudde, milion en mijle, nun en nu , kopto en kappen , mix en nacht, o/s en oye, poine enpijne , ren- cho en ronchen .fiel/o enflil/en Jlerigma twjlerktejlylos enjlijl , flelechos en
Herkomft der
alle de drie declen der Bekende Wee reid v, ijkt : 'c leid verdeelt in foo veel inboorlingen, nier alleen t'eenomael onderfcluiden in zeden, maer ook ta- len, die met malkander geen de minfte gemeinfehap hebben. Ja meenigmael fpreeken d'inwoonders van 't feive rijk diervoegen verfchillende woor- den,dat volgens Petrus de Cieca, d'een den ander niet een woord verftacr. in Auirice. joa„ de iaef teikent aen . uit GabrielSa- taet meTde gardus , Garcilajfus de la rega , Petrus mderede Martyr en andere fchryvers van fVeji- '" ''-h'.se- in(lien vericheide woorden, by ver- icheide Americaenlche volkeren ge- bruikelijk. Alfoo noemen d'Hurones ■■ een hooft fcouta, de Mexicaeners tzonte- ! contli , d'inwoonders van Nieuw-Neder- land anonji , de Brajiliaenen acanga , de Jaos hoppe, 't Getal een , twee, drie, vier tellen et Hv.ror.es aldus : Efcate, teni,ha- chin,dac: de Mexicaeners,ce,omeyei,na- huy:de Sankikanders, cottè, nyffe, nacha, ivyue : de Brajiliaenen, oyepe, mocoy , mo- capir,oionundi: de ) 'aos ,tewyn ,tage,ter- rewaw,tagyne:d'inwoonders van Nieuw- Nederland, onfat, tiggeni , ajfe , cayere. \ Wederom feggen d'Hurones tegen e e n vader, ayftan: de Mexicaener s ,tathli : de Canadenjers ,notaovi : de Nieuw- Ne der- l Luiders,ragina:de Brafïliaenen,tubaEn voorts ftaet bet even eens gefield met alle andere woorden, die geenfints de minfte fweem na malkander hebben. Sulx niet alleen ieder land een fpraek op haerfelfheeft;maermeenigwerf ie- der land twee.drie en meer verfcheide fpraeken, of ten minftenveleenver- fchillende uit-fpraeken,waer door fte- den en felf dorpen elkander onder- kennen.d'£ilanders,by de Spanjaerden ontdekt , en uit geroeid, hebben wei- Duad. 3. nig woorden na gelaeten. /^//-«y Mar- tyr ftelteenige ter neder, eertijds ge- bruikelijk op Hijpaniola:d'hemel vvierd genoemt tures,een hun boa, goud cauni, De Laet eengoedman tayno,niet mayani.\ Is aen- "'■ f' merkens waerdig.dat in haer rael geen blaeiing of H komt, of heeft de kracht van een mede klinkaert, en word har- der gefprooken dan een F, met open lippen en een gefchuddeborft, nade wijle der Arabiers en Hebreen.
Voor 'tlaetfte en krachtigfte bc* wijs dient Mo/es, welker woorden in
Americacnen.
2>
Ortgi A nier,
j 'teerite boek aldus luiden: Vervloekt Gen ?.v.tf. z\ Cartaart, een kmeht der knechten zj l6 17- by fijnen Ir vederen. Vorder feide hy : Gezeegent zy de lieer e de God Scms.- en Canaan zy hem een knecht. God brei- de Japhct //;/ , enhy woonein Scms ten- te : en Canaan zy hem een knecht. En in de volgende afdeeling: Canaan ge- Ge». 10. man Zidon. Defe plaetfcn worden ge- L^fiebt- duid op (t Americacnen , ten bewijs dat ™y ™or van de Pheniciers oorfpronkeliik zijn. aer Amf" c Bewijs Iteunt op volgende gronden, komfi u,t De Pheniciers zijn Canaan s nakoome- vhtmaen- lingen, en hebben Spanjen verheert: de Americacnen moeten de Pheniciers voor broeders erkennen : fuix in d'A- mericaencn vervuld wierd, datze een broederen jok draegen, toen haer de Spanjaerden tot flaeverny bragten. Docht tis een groote miflag de^Phe- ^rdwe.Ur. niaers te ftellen onder de nakoome- i»d. lingen Canaan s Chams zoone ; want zv ^ zijnherkomüig uit Sem , Heber, Abra- ma».,n ham en de alder-naefle E/au, toege- üenir- naemz Edom, door een na-aeping van zijn feggen adom, adom, eifchende van Jacob dat roode , dat roode daer, alfco 't toebereide linfen zopby eigen naem niet fcheen te kennen. Ln dewijl Edom vhenkkn
fich neder lloeg op 't gebergte Seirs, ~ti"i>er-
rr l j ix / £ b 1 & i 1 komftii uit tullchen deDoodeZee over den bodem E/au.
van 'tSteenachtiz Arab/en.hnos deRoo- de Zee, welke na hem die benaeming onrfïng.tcr oorfaek die zee by zijn na- komelingen flerk bevaeren wierd. De Grieken noemen dit vaer-waeter£rv-
: threum,nz Er\th/\is. die geen andere is, als Ejau , en infchelijx /-«Wbeteikent. Hier komt by,dat Pheinix en Erythros in de Griexe tael 't felve uk-drukt. De Pheniciers , nadat haer armen wijden zijd onder magtige Koningen door de fchip-vaert over de Roode Zee, acn ver- fcheide kuften en eilanden , geflacgen hadden , zijn eindelijk verhuift na Sy- rien. Defevenfte der Edomitifche ko- Cn, ?(J ningen word van Mo/es gefteld Baal ^-39- Hanan , welke naem 'rachterftevoor gekeert , gevoert heeft de beruchte Carthaginienfer veldheer Hannihal. Voorts kan licht getoont , dat de Phe- niciers herkomftig van Heber He- breeufch , en zedert ook Arabifch ,
• (want zy bewoonden voor haer ver- huifing V SteenachtigArabien) eertijds
z6
Eerste Boek:
Comm. in Jer. I. f.
C.Zf.
In ï{.i%6. Voff. Ong. Idoi.t i. c jt.
Cartbagaoi tael He ircenfch.
Of de Ame- rtcaentn uit de Joden, of de tien •verftroetde (lammen lfraels hcr- Itomjlig
word ont- kent en we- derleid.
gefprokcn hebben. Het zijn de woor- den van Hie ronymus : De taelderCar- tbaginenjers komt ten gr ootjlen dee lo- ver-een met de Hebreeuwjcbe. En Augu- fl "mus : SeerveelCarthagin/enJer noor- den zijn Hebreeuwjcbe, ja meejl alle. Eli- Ja D/do Carthagoos eerde dichtereffe bekrachtigt defe waerheid; want wat beteikent£///d oïEl/Jfab by d Hebreen anders als een lam van mijn God , of in- dien't met de benaming desSienders El/Ja over-een komt , dan Gods heil, D/do een beminde.' Maerwiekan de minde over eenkomd vinden van de Hebreeuwfche of Arabiichetaelmet ecnige fpraek der Amerkaenen'. Einde- lijk dewijl de Pbeniciers Ejautozcen vader erkennen, hoeraekt den Ameri- caenen de vloek over Cunaan uitgefpro- ken, dewijl niet meer uit Canaan als Ca naan uit de Pbeniciers herkomdigzijn? Dus lang wegens de Pbeniciers. An- dere brengen d'AmerkaenJehcrkomft. tot de f oden : andere tot de tien ver- drooide dammen IJraels. De grond van fuik gevoelen deunt op de Joodfc en ffraelitifche verdroying onder alle volkeren desaertbodems:waer uit be- fluiten.als of ookAmerica bevolkt had den : te meer alfoo de oude Joden en Americanen in kleding en aerd met el- kandre groote gemeinfehap hebben. Beide namcntlijk gaen ongefchoeid , met fooien boven toegeregen: dragen een boven rok over een korthembd. Beide 2ijn kleinmoedig, fcherpfinnig en diendplichtig. Doch waerlijk ver- fchcelt de dragt der Amerkaenen , na kouder of warmer gewed bewoonen, diervoegen , dat niet minder als d'een den ander in gewaed gelijk is , ik laet daen den Joden. Enevenfoodaethet gelegen met de moed der Amerkaenen; want indien fommige van klein-harti- ge inbord zijn,andre daerentegen wij- ken geenfints voor de moedigde vol- keren.De Jefuiet lmmanuelde Moraes verhaclt gefien te hebben,hoc een Bra- (t lieten tegen drie Portugeefche folda- tcnfich diervoegen weerde,dat weinig fcheelde,of had alle afgemaekt.Einde- lijk wat diendplechtigheid is by d'A- mericaenen , welker fvveem in 't Joden- dom word gevonden:' Immers hebben de Joden de befnijdenis aen foo veel
l. Pet. i. v. i.
Oodcrfe volkeren,onder welke noch- tans als ballingen verkeerden, overgc- fet.' En hebbenfe dit facrament \nAme- rka alleen vergeten , aen welk ander- fints de ganttche zaligheid hangen, welk overal als noch onderhouden ï Geen meer bewijs deekt in haer ver- droying. Aengefien de H. Schrift de jcodhhe felve duidelijk befchrijft by de volke- ferjireoin£. ren,waeronderfchuilden.'t!swaer de Joodfche verdrooying kan aenge- merkt , of voor of na de geboorte van Chridus. Voor 's Heilands geboorte woonden de Joden als vreemdelingen verdrooy t in Pontus, Galatien,Cappado- cien,Ajien en Bythinien. Jerujalem was scaligeyin de hoofd-plaetshaerer godfdienden Nctü "d burger bedier ; hoewei ook eenig be- hielden bïnnenBabylon tnAlexandria. Wantdaer was eenAfiatifclie of Euro- pcefche veidrooying. De Afiatifche verdrooide erkenden voor hooftllad Babylon:cn gebruikten aldaer in de-Sy- nagogen de Chaldeefe uitbreiding des Bybels DerEuropeefche doel dont tot Alexandria:hiei vergaderdenfe binnen een tempel, na de manier die in Jerujn- 7«wftant greep; en dewijlfich hielden aen de Griexe vertaling der H. Schrift, door de beruchte twee en feventig y°*i-v%s- OvcrfetiersonderPtolemtcusPhiladel- phus, wierdenze genaemt de Verjlr ooi- de Gr /eken. Immers zijn uit defe Joden nietherkomdig d'Amerkanen.-en even fo weinig,diedoor T/tusI'eJpa/ianusfc- dert Jerujalem en detempelten grond toe in puinhoop lagen.onderverfchei- de volkren verjaegt,fwerven:alfohaer nooit vergunt is, niet alleen (op dat ik de woorden van Cy/>/7aw«.fOntleene) i.dcUol». om met een voetjlap , onder V recht van van't^e. reifigers haer vaderland te begroeten ; maèr felf niet om met menigten famen te komen: 'twelk immers noodig was, indien den Nieuwen IVereldfouden be- volken;haerbyeenkomden tot eenig merkelijk getal zijn onder alle volkren ten allen tijd verdacht gehouden , en gewapender hand in bloed gefmoort. Eenkleinfchijn-bewijsword inge- bragt uit 'tvierde boek Ejdre :teneinde de tien Hammen Ifrae Is metde koning HoJea,naNahalab,Habor,dermcrcGo- ».R<g. 17. ran.en deden der Medenwcg-gcvoert v'6' door S alm anajfe r, mogiQn erkent daen
voor
/. f. in
Ez.ech & l. 6. in Je- rem.
Ef. 4. c. 6. v. 49, fO.
C. 14. V. 1 I
f. 4. v.41.
Oude toe- fiand -van n.
fflerfomft da
voor d'eerfte bevolkers des Ameri- caenfchen boodems. De woorden Efdre luiden aldus. De tien ftamrhtn over-gebragt in een ander land, werden te raede , dat zy de meenigte der heide- nen fouden verlaeten , en in een verder landvertrekken , daer geen menjcbelijk gejlacht ooit te voor en ge woont bad: daer ivilden zy baer rechten onderhouden, die zy in baer land niet gehouden hadden. Zy zijn dan daer ingetoogen door de enge in- gangen van de rievier Euphrates. Want d'Alderboogfte deede baer als doen tee- I kenen,en hield d aderen der rievier op , totdat zy daer over gegaen zijn. JVant ' door het land was een weg van een Lnge reije van anderhalf jaer : daerom word . die landfireeke Affarezh genaemt. Doe hebben zy daer in gewoon t tot den laet- jlen tijd. Maer , (om over re flaen dat defe boeken Efdre niet gefchreven zijn door een Propheet, otindeHe- breeuwfche tael , of by de Joden voor goddelijk erkent , of ergens in 'tnieu- weTeftament aengetoogen;)\vaerom is 't hndAjfareth meer Ame rica,dan ee- nig andere verre afgeleegen kuft ? Hie- ronymus,dïc immers byfondere kennis had wegens de toeftand der tien Ifrae- licifche Hammen, alfo in Afiewoondc, en naeuwe kennis hield met de Joden, om d'Hebreeuwfche tael grondig te kennen, getuigt: hoe de gefeideftam- mennocht'fijner x\\x.{Hieronymm heeft gebloeid ontrent 't jaer vierhonderd onder dds.iïfa%Theodojius)\n de fteden der Meden en Perfin onder harde flae- verny zukkelden. Sulx defe wonder- lijke togt na Affareth, welke lang voor Hieronymus moeft gedacn zijn , plaets verdient onder d'andere Joodfche beufelingen van den Behemot en Levia- than, de gantfche wetverlooren, de •zielen in beneden -aerdfche kamers opgeflooten , die by Efdre verhaelt worden. En hoe weiniggelegendheid ePjfraelieten hadden omteverhuifen, zedert de tijden van Hieronymus , kan blijken uit defchrikkelijkitevcrwoe- ftingen in Perfin en Meden aenge- recht , verfcheide eeuwen achter een. Want hoewel de Perfiaenen 't rijk,door Alexander de Groote ontweldigt , we- der meefters wierden, terwijl Alexan- ders ftaetvolgers elkander op't lijf vie-
Amerkaenen,
V
len ƒ00 zijnze naeuwciijx buiten oor- log gewceft.het zy tegen de Romainen, het zy d'Indiaenen en andere Oofter- iche volkeren. Ja de Saraceenen wron- gen haer den fcheptcr uit de hand,hoe- wel voor een kleine tijd; want eerlang onderling verdeelt,veftigde.M«<:/ww£/ Subitligines lmbraels-zoon zijn throon ophaernederlaeg. Moedig door fuik een voorfpoed , gefpt 'tharnafch aen tegen d'Indiaenen, en dient fich van de hulp- benden der Turken : waermede de Babyionifche Arabier s onder de knie krijgt.Na welke verrichting de Turken, niet fonderyfelijke veldflag, dePerfi- fche kroon op 't hooft letten . En defe fchudde terftont door bloedige bewe- gingen; alfoo Tantgrolipix,tcn koning over Perfin gehult , met fijn broeder Cutlumufis overhoop gcrackxe.Perfien fvvom in burger bloed : tot eindelijk Zengu Chan ukTatarye derwaerds trok met een geducht heir leger , op 'tjaer twaelf honderd.Niemand derfde hem afwachten. De Turken dan verlaeten ,.,,.. Perften,na. een bewint van les eeuwen: $«>«■<« dfi>- en maken voor fich ruim baen in Car- Ree"- Tmrc' manie, Pbrygie en Bithynie : uit welke landfehappen fulke invallen deeden op 't Griexe kaifar rijk , tot eindelijk ! volkomen meefters wierden. Wie kan nu niet lichtelijk afmeten, hoe weinig | kans de verftrooydeftammen fagen, I om uitverre afgelegene woonplaetfen te zamen te komen, en lanx onveilige wegen, door andere en wederom an- dere vyanden , fonder verfchoonen moordende, na America te trekken.
Immanuel de Moraes, dit byfondere Gevoelen kennisvan d Americaenen verkreesen vanMoraes
, , 1 . .... ö vegeasde
had door langwijlige ommegang, oor- herkomft deelt,haer oorfprong niet herkomftig der Am("- uit een volk; maer uit de Cartbaginien- firs en Joden , ten verfcheiden tijden en plaetfen in defe Nieuwe IJ eerelei 'ge- land. Want de Carthaginienfirs, her- waerds over-gefcheept , vonden de grond diervoegenvruchtbaer,dat vele uit haer vaderland opkraemden : wes- halven eindelijk dit vaer-waeter , on- der lijfs ftraf is verbeoden : ten einde Cartbago, by oorlogs overval, haerfelf niet mogt verlegen vinden , indien te feer ontbloot wierd van volk. : By defe gelegendheid gelchiede, D 2 dat
28
Eerste Boek:
dat d over-gefchecpte te mets woefter en woefter zeden acn-naemen : ver- fpreid in huisgezinnen , 't ledige land, fonder gemcin opper-hoofd en vaftc wooningen , fwervender wijfe, be- bouwden. Aldus wijd en zijd ver- deelt bedacht ieder nieuwe woorden, om te fpreken taelen , die, noch met de Carthaginienjèr s , noch met d'andere nieuwe inwoonders , over-een quae- men. Doch dit gevoelen is te vooren z«den der wijdloopig wederleid. Voorts tracht Brafihae- j^doraes te bewijfen,hoe deBraldiaenen den zy» van Joodfcheherkomft zijn : ter oor- ■verfihei- faek ^ na >t voorbeeld der Joden , niet mogteti trouwen, dan in haer ftam- huifen:ooknoemenze de oom en va- ders en moeyen moeders Beide be- weenenze de dooden een maend lang. Beide gebruiken lange klederen tot d'enkelcn toe. Ondertuflchen ichijnen ons dufdaenige bewijfen van gering gewigt. Want waerlijk de Bra- filiaenjc.be trouw verfcheelt t'eene- mael van de Joodfche , als die niet verbonden is aen de felve (lamme ; maer bloedfchandig voltrokken word tuffchen fufters dochter, of immers, wanneer defe ontbreeken , met 't nae- fte bloed aen de felve. Voorts noem- den de Joden vaders, uit welker lende- nen voor veele eeuwen gefpfootcn waeren. 't Befchreyen der lijken heeft lang ftant gegrepen, en als noch, by verfchcide volkeren. Belangende de tijd van een volle maend , was onder de Joden geen gewoonte : hoewel fulx gefchiede op een ongemeine wijfe , in de velde Moabs over MoJ'es , en over de Patriarchjacob feventig dagen. Ein- delijk kan niemand onbekent zijn, hoe de Romainen , Perjen en andere landaerd fich metlange klederen om- gorden. Behalven dat de Joden, alwaer ergens gevonden worden , haerfeer ftip houden aen debefnijdenis, fon- der welke niemand voor Jood erken- nen: aen de dienftplichtige zeden der vaderen : aen d'oudheid , tael en let- teren : van welk alles de minfte fweem niet te vinden is by de Braji- liaenen. Hoe is 'tmoogehjk , datze in America t'eencmael haer afkomft, wet, befnijdenis, tael en vordere Jo- dendom fouden hebben vergeten,
daerze anderfints over den gantfehen aerdbooden foo naeuw 'teen en an- der waemcemen?
De geleerde Hugo Grotius , in zijn Gmiu» onderfoek na d'oorfprong der Amc- ^mfricJ- ricaenfche volkeren, brengt met vele ncnmNoor- redenen de Amerkaenen , van Panama ™eus™ af noordwaerd verfpreid , in Noor- weegen te huis : dewijl beider fpraek feer overeen komt , en de weg der- waerds gemakkelijk te vinden is;want eerftzijnze uit Noorweegen gereiftna Tjland , over welk voor duifent jaer 't gefach kregen : van Tjland door Fris- land na Groenland , van Groenland na Ejiotiland een gedeelte der vaftc Ame- ricaenfche kult. Uit Fr ijland trokken derwaerds eenige vifTchcrs twee eeu- wen voor de Spanjaerden in de Nieuwe \ fVeereld voet aen land fette. loan de Dhgevoc- 1 Laet kant fich tegen defe ftellingen. w"d^ig En voorwaer wat reden kan gegeven vederua. worden, waerom )mü d Amerkaenen i van d'engte af tuffchen Panama en Nombre de Dios noorderlijk gelegen een andere oorfprong fouden hebben, I als die haer zuidelijk ftrekken ? Aen- ' gefien de gefeide engte noch door I bergen , noch ftroomen door-fneden j is:en de Spanjaerden geen ondetfehcid | in tael of zeden vonden tufichen die boven of beneden d'engte woonem En wie fal gelooven, dat 'tfchaerfch bevolkte Noorweegen heeft konnen uitleveren byna ontelbaer duifende zielen voor 't Noorder America, over- treffende 't Zuider , byfonder wan- neer daer by komen de groote eilan- den dicht onder de noorder kuften ten weften en ooften gelegen? Voorts is wel waerachtig, (indien dTjlander Angrim Jonas geloof verdient) dat wei- nige huifgefinnen na Tjland uit Noor- weegen voor haer vertoornde Koning gevlucht zijn , op 't jaer acht honderd vier en feventig : doch was toenmaels Tjland fchacrfch bewoond. Veertig jfaM Von. jaer te vooren beval Kaifar Luidewijk tanm de de godvruchtige d'Tjlanders hoogelijk ^Dm'- aen Paus Gregorius de vierde , dewel- ke d'Yflandfche Kerk ftelde onder Anfgar aerds-biffchop van Hamburg. Maer hoe komt het , dut nergens by de Noorder Amerkaenen de minfte fweem na 't Chriftendom niet te be-
fpeuren
Herkomfl der Americaenen.
fpcuren is , indien van Yfkindfche Chriftenén oorfpronkelijk zijn ? t.n waerom verhuifden d'Yjlanders na kouder geweften , als Groenland en Fr ijland , dewijl haer vaderland ten grooten deelen onbewoond lag ï We- gens Groenland en Frijland is bekend door d' Engelfche fcheep-vaert , dat aen malkander valt leggen , en beide aen 't Noor der America ; doch niet fon- derwijd-uitgeftrekte boezemen , die tuflehen Groenland en America vol yfelijke ys-fchollen drijven : fulx dover -togt t'eenemael befwaerlijk leid. En immers foo moyelijk indien niet onmogelijk, foudc deland-reis vallen : alfoo de boodem diervoegen dik befneeuwt is , byfonder in diepe
Togt van twee Ze- noes-
Kclatio Mare Zo- nomm.
Qua x ut at lan , Zeiotlan , kat lan , Tap af lan, Cinacatlan , Cinantlan, Tenuchitlan, Comitlan , Met zit lan , Guatitlan , Neco- titlan, Curcatatlan. Behalven dat de meelte by-gebragte naemen niet zijn van landen ; maer van (teden en vlek- ken ;en dienvolgendegecnfinrsdien- (tig om de Duitfche uitgang land hier uit te haelen : foo is 't kennelijk , hoe vele Americaenfche woorden op lan eindigen , die nochtans niet minder a!s/..Wbeteikenen. Alfoo feggen de Mexicaenen puertatitlan , beduidende aen de poort ; itzintlan heneden : ocachi tl.it zint lan meer na beneden : Tenoxtit- lan ( defe hoofd-Had word ook na
haerftichterM<?x/iMfA7C0geheeten) beduit toortze op een rot ze . Voor ts mag valleijen, dat geen reifiger doorrrae- ! het nietfonder reden ieder vreemd ken kan. 't Geen vorders Grotius ver- fchijnen , dat de Noorder Americaenen haek van de vhTchers, dewelke Efloti uit de ganfche Duitfche fpraek niet /Walder-eerft ontdekten, (teuntop \ meer als drie letteren; namentlijk/rf», 't verhael der Venetiaenfche ridders in plaets van land, behouden hebben. Nicolaes en Marcus Zeno gebroeders. Belangende Groenland , door welk de In 'tjaer dartienhondert en tachten- S Noorweegers na America fouden ge- tig leed Nicolaes Zeno fchip-breuk trokken zij n, gexuygt Lyjcan de r : dat Ant^.Da- voor de Friflandfche kuft. Marcus by toeval door EricRauder, op 'tjaer nk- hier af verwittigt, wend de (teven negen honden {even en tachtentig, Groenland derwaerds: veertienjaerbrachtenze ! gevonden , endartien jaerna die tijd »«»»«'■ beide toe, om£/?o///Waentedoen. | bevolktis. Olaus Noorweegfche ko- TeitL? Eindelijk vervielen wederom op F rij- j ning (telde over de nieuwe inwoon- land , alwaez Nicolaes (tierf Marcus ■ ders twee bilYchoppen, den Dront-
henfehen aerds-biffchop onderwor-
Tael der Americae- nen heeft geen ge- metnfehap met deKoor- rcctgfchc.
t'huifwaerd gekeerd , heelt zedert fijn dag-boek gemein gemaekt : waer in verhaelt hoe Ejlotiland , meer als duifend mijlen van Frijland afgele- gen , by Friflandfche viffchers door (torm vervallen, ontdekt is. Doch dewijl verfcheide dingen ter neder- (teld , die met de waerheid weinig ge- meinfehap hebben , volgens 't geen zedert by geloofwaerdige fchippers is bevonden , kanmennietzekerzeil gaen op Zenoos vaert,
Joan de Laet toont Grotius een groo- te misflag aen , dat tot bewijs van der Americaenen oorfprong uitNoonvegen
pen. De Noorweegers voeren vier eeu- wen achter een feer (terk op Groen- land; doch federt haer koningen veel te doen vonden met verarming en oorloogen , bleef de vaert (tecken. Men leeft nergens van defe Noor- weegfche volk-planting , langsde zee gehuifveft, datzeover d' ontoeganke- lijke fneeu-bergen een padfogten na de Nieuwe IVeereld.
Grotius vorders pleit voor de Noor- iveegers uit 't getuigenis der Mexicae- nen : als dewelcke den Spanjaerden berichtdeeden: hoe haer voorouders
d' over-eenkomft dertael by-brengt geen inboorlingen des Mexicaen- Hy teld ettelijke plaetfen benoorden fchen boodems geweeftzijn; maer uit Panamaop, die eindigen met den let- 't noorden herwaerds verhuift : hoe w*ttebon- ter-greep lan, in plaets van land, ter alder-eerft fich neder-floegen op E-f"»*? njan oorfaek de Spanjaerden de letter d aen Jlotiland , alwaer tegenw oordig noch mJhega °~ 't einde hebben uit-gelaetcn. 'tls de voetftappen der Noorweegfche af- ,s^w"' waer in 't Noorder America leggen komftindeftad Norumbega baer bly- Cimatlan , Coatlan , Guejcolan , Artlan, keiijk te vinden zijn. Na Cal/fomia
D 3 woond
3°
E E R S T E B O
E K
Chichimt- ctn.
woond een volk van de felve tael en zeden met de Mexicaeners. In defc hoek onthouden haer ook de Alavar- den of Longobarden. De Spanjaerden noemen Nieuw Mexico , 't geen vvaer- Jijk het oude is , uit welk voor acht hondert jaer op-kraemden. Doch waerlijk de Mexicaeners , van Nieuw Mexico, verhuifende, lieten foofeer niet achter de ruggen leggen 't noor- den , als wel 't noord- weften. Dit Me- xico leid in 't gefigt van California, welk gelooft word tepaelenaenTIz/- tarye , of ten minden door een kleine flraetgefcheiden te wefen. Doch No rumbega, indien 't ooit was , moed , volgens 'tgevoelen der Weft-Indifche fchrijvers , eertijds plaets beflaegen hebben, alwaer 't gedeelte van Nieuw Frankrijk leid , by d' Engelfche be- woont: tuflehen welk en jVié-KU) Me- xico een ongemein groote landftreek fich wijd en zijd verfpreid. Onder- tufTchen word ook alhier nergens 'tminfte overblijffel van een ftad No- rumbega gevonden. Jad'inwoonders bewoonen geen fteden : zy flaen haer dorps gewijs neder: veranderen t'el- 1 lekens , ondereen hoofdman, na wicn 't dorp een naem krijgt , d'opgefla- gen hutten. En aen dit Norumbega konden de Noorweegers over Tjlanden Groenland na E/lotiland , wegens de woefteinhammen en groote midde- landfche zeen , by d Engelfcbe ont- dekt , te land niet komen : fulx zy onmoogelijk verlaetende Eflotiland nietgeraekt zijn tot Norumbega. Hier komt by 't getuigenis der Mexica enen felfs : als die erkennen , hoe zy uit 't noorden aftrekkende 't land voor haer niet ledig vonden ; maer met j deChichimecen een woeft volk,fonder j godfdienft en wetten , bloedige en j langwijlige oorloogen voerden , eer ruim baen kregen. Ook komt de land- j aerd tegen California over , in fpraek ; en zeden met de Mexicaeners geen- 1 üntsovcr-een; want hier \eïd Nieuw Mexico verdeelt in verfchcide volke- ren van ftrijdige zeden en gantfchelijk j verfchillende tael. De Alavarden, by j Grotius vermeld, zijn nergens te vin- I den. Mifïchien is hy mifleid door Al- \ varadus een Spanjaerd , die in defe [
ners.
hoek veel kuften ontdekt , aeri welke fijn benaeming toepafle.
Grotius dwingt de volgende bewij- fenuit d'ovcrkomft der Amcricaen- fche tael en zeden met de Noorweeg- fche. Alfoo , feid hy blijft klein ver- fchil xufCchen pagod en by god 'of min- der God , guaira en waeijer , I lama en lam, peko en beke. Beider zeden in- zedmder fchelijx hebben onderling groote ge- Mexlc^- meinfehap. DeMexicaeners berichten, hoe haer voor-ouders alleenlijk by de jagt leefden. Voorts dcilenze den tijd afniet by dagen , maerby nach- ten :waiTchen de kinderen, foohaeft ter weereld komen in koude vloe- den : zijn diervoegen genegen tot dobbelen , dat de vryheid felf aen 't lot waegen : ieder man vergenoegt fich met een vrouw , uitgezondert weinige onder d'adcl, die fomtijds in dartelheid met veelgemaelinnen uitfpatten : werpen hier en daer heu- velen op tegen d' hooge zee - vloe- den : geloovend'onfterfelijkheidder zielen : ieder eet aen een byfondere tafel: zy gaen meelt bloot, bedekt rondom de fchaemachtige leden : fommige offeren , en eten menfehen- vleefch. Dit alles, volgens Tacitus , Plinius , Lucanus en andere Romain- fche fchrijvers, heeft üand gegrepen in d'aloudeZ>«///f/?m , welker affet- fels d'inwoonders tuffchendeNoor- weegfche bergen zijn.
Defe ingebragte bewijfen voor de Noorweegers , als vaders der noorde- lijke Americaenen , wederleid Joan de Laet aldus; 't brengt geenfints eenig gevolg in, dat 't een volk uit het ande- re herkomft trekt , fchoon genoo- men hier en daer eenige woorden gevonden werden , die de felve betei- kenis hebben onder verfcheide land- aerd; want fulx kan by toeval of uit andere oorfaeken gefchieden : veel min wanneer eenige naemen met toe-doenof af doen van letteren ge- weldiger hand gerekt worden. Daer en boven fchuilt geen kleine mis- flag d'aen -getogen woorden felf; want pagod word niet bekend over gantfeh America : de volkeren in Oofl- indien tufTchcndeftroomen Indusen Ganges paffen de benaeming pagod of
pagoode
Herhmft der Amerkaewn.
Befcbrij- %an 't won- derlijk beeft ll.im.-i in leru.
pagoode haere afgodifche tempelen toe. Guayra is nergens gebruikelijk in America , dan by de Peruaenen ; doch beteikent een kleyne bak-ooven , en niet een ivaeijer : infchelijx llama beduid geenfints aldaer een lam ; want voor d'aenkomft der Spanjaerden nooyt lammeren of fchaepen 'm Peru gefien zijn ; maer wel een wol-dra- gend beeft, by Jofeph de Acofta aldus befchreven : llama is een viervoetig dier , welker gelijk nergens dan in Peru gevonden word , want 't ver- fchaft fijn meefter kofl enkleederen , en vervult de plaetsvan laft- voeren- de vee, fonder deminfte koften, al- foo te voeden is met 't kruid 't geen by de weg of op 't gebergte waft. Doch d 'llama is van tweederlei flag, wollig of kort hairig: d'eerfte drae- gen de benaeming pacos , d' andere zijn weinig kleinder als een kalf, met een laage hals, niet ongelijk een ka- meel , van verfcheide verven, alfoo fommige wit , andere fwart , ettelijke gefpikkelt, by de Peruaenen geheten
moromoro , vertoonen een wonder- lijk vreemd geficht : byfonder wan- I neer vermoeid ftilleftaen, fonder be- ' weeging , een geruime tijd achter ! een, ftar-oogende op de harders, niet fonder belacchelijkeftatigheid: hoe- wel ook fomwijl gebeurt, dat onvoor- fiens een fnelle loop na een d'ontoe- ' gankelijke top der rotzen nemen, waerdoor laft en beeft verlooren gaer. I De Pacos hebben infchelijx niet min vreemde luimen; want altemetshol I over bol met pakkaedje ter aerde ! plotfen : verroeren haer geenfints fchoon aenftukken wierden gekapt> ' 't Befte middel, by de Pacos neder te fitten en te ftreelen , tot na eenige uuren vertoevens uit haer felfs op- ftaen. Dit vee blijft feeronderhaevig, een fchurfte , carafche genaemt ,waer aen gemeinelijk fterven : en dewijl 't quaed feer befmettelijk is , word j de Pacos levendig begraeven , ten ein- i dedefchurftheid nietvoort-fetteon- 1 der d' andere. Ook taft Grotius mis , ' wanneer 't Mexicaenfche peke met
't Duit-
O"
Eerste Boek
de Orig. Gentium. Arncric.
Zeden der Amcricne- nev :
't Duitfche beke foekt over- een te brengen ; want hoewel veel Mexi- caenfche plactlen , bergen , ftroomen eindigen op peke , foo beteik.cn d nochtans fulx niet een beek, wantte» beek noemenze atlauhtli. foan de Laet betuigt, hoe hy metbyfondere vlijd doorfnufTelt had een Mexicaens IVoor- den-boek , by de Spanjaerden binnen Mexico ter druk-perfe befteld , om te onderfoeken, of ook aldaer te vinden waeren eenige woorden , die met d'Europifche taelen , hembekend , de rrfinfte gelijkenis hadden ; doch vond niet minder, 't Staet vorders even foo geftclt, belangende de over- eenkomende zeden van Nocrweegers enNooder Americaenen. Want wat de jagtaengaet, hoeveel volkeren heb- ben eertijds by de jagt geleek? De oude Duifje her's en als noch de Scy- then zijn diefwegen berucht, om an- dere landaerd over te flaen. Behal- ven dat*/? Mexicaeners van bezaedig- de imborft bereeds voor veel eeuwen haer voor-ouders niet erkennen jae- gers geweell: te zijn ; maer wel de Chichimccen , die zyin defe geweften vonden. De rekening des tijcis by de nachten , herkomftig van de Hebreen , gaet by verfchcyde Oofterfche vol- keren in fvvang. Ook hebben niet al- leen de Duitfchers de cven-geboorene kinderen afgefpoeltin de ftroomen: hoewel fulke gewoonte daerenboo- ven nooit by de Mexicaeners gebrui keiijk is gewceft ; maer wel dat de vroed-moeder 't kind ten vierden dag na de geboorte neder-leid op d' open- plaets des huis: ten midden des plaets, gedekt met biezen, ftaet een pot vol water , in welk 't kind gewaiTchen word. Aen dobbelen zijn d' Ameri- caenen niet fchuldig ; doch wel ver fcheide andere volkeren. Sulx haer Grotius te onrecht defe fonde te laft leid : gelijk in 't tegendeel veront- fchuldigt , als of niet fchuldig (tonden aen echtfehending door de veelheyd der vrouwen. Immers ieder Mexicae- ner trouwt foo veel bed genooten , als hem goed-dunkt, 't Selve getuigt de Iefuit Martijn Per ezvzn de Cinalo- anen, en andere van andere Ameri- caenfche volkeren : gelijk ook Quar-
tenus wegens d
i n wo o n d er s i n N/e u u v/v/M' , die de naefte leggen aen Noorweegen. En wat behoeven d'Ame- ricaenm juift de Duit je rs voor leer- meefters te hebben, om hoogten te- gen hooge water- vloeden op te wer- pen , dewijl de noodfaekclijkheid fulx uit haer felf leert? En waer is ergens cen volk, welk foo redenloos holt ,en :t flaeuwe lichtdcr natuur diervoegen uit-dooft,dat hét den beeften en men- fchen gelijk verderf toefchrijft na de dftód . De manier van macltijd te
J houden is verfchciden in America, al- waer ieder voik naeuwclijx met 't an- der eenige gemeenfehnp heelt. Ook kinkUl gaen d'.-it/iericaenen niet bloot ; de i*i
\ Spanjaerden vonden de Mexicaeners niet alleen keurig gekleed ; maer die ieder gewaed en deel desfelven een
' eigen naem toepaften.De inwoonders van Virginia gebruiken lange hemb- dën : de Fl'oridaenen vachten van wiid gedierte : ten noorden fteeken- ze van den hoofde tot de voeten in ruige huiden, 't Menfchen-ofTer heeft fich wijd en zijd eertijds over de wee- reld verfpreid. Hoe verre dit moor- den (land greep, is te vooren over- vloedig acngewefen. Eindelijk zijn alle d^ Americaenen niet fchuldig aen
i 't eten van menfehen vleefch.' Defe onnienfchelijkheid word meed in
I 'tZuidet ^wf/vVi/gepleegt.
Dus lang Wegens de bewijfen voor de Noorweegers , om haer plaets op te ruimen binnen d' omtrek van 'tXoor-
i delijck America , als ook de wederleg-
! ging der felvcr: volgt nu te vorfchen
: na de volk-planters des zuidelijken
j gedeelte , van d' engte tuffchen Pana- ma en Nombre de Dïos tot de ftraet Ma-
, gcllanes. De Peruaenen beflaen langs venmenen
i de Zuid -zee een groot (luk lands op den Americaenfchcn bodem . Grotiw foekt haer herkomftin China. Sijn redenen loopen hier op uit. De
j Peruanen van fchrandere imborft, be- tooncn genoegficm niet gemeinste
i hebben metd'andereAmericaenfche landaerd: ja fich herkomftig uit de Chineejen , welker fcherpfmnig ver- nuft , als in geen ontaerde afletfels, duidelijk befpeurt word. Dcfcwaer- heid vind geen klein ftcunfel aen
d' over-
»■
xyn met
herkomftig uit China.
Herkomfl der
d'o verblijf leis der Chineefche fche- pen op ftrand alhier te fien. En 't is geen wonder , indien de nieuwfgie- righeid ol* 't geval de Chineefen lang geoefende zeeluiden, na ditgeweft, \ flechts door een zeegefcheiden, ver- voert heeft. Hier by komt degods- dienft ; want beide eeren den fon : noemen haer koning denzoone des fons : fchryven geen letteren, maer zaek-teikenen, van boven na bene- ] VerlMtlvnn den. Ook was Mancocapacus een Chi- Mancocafa- nees van wonderlijk vernuft : dewel- ke verkundfehapt , hoe fijn landzae- tenoverrtt Zuid-zee vruchtbaerelan- deryen bevvoonden;dochfonder wet- fen en beüier , dervvaerds over-ftak, de verftrooide tot een licchaem ver- zaemelde , en voor fich en zijn nako- melingen een rijk oprechtede, na de wijfe der Chineefen. De ingebragte re- denen beantwoord Joan de Laet aldus. Hoewel de Peruaenen in fchrander- heid d'andere Americaenen overtref- fen : en , óp d'aenkomft der Spanjaer- den, na een gefchikte voet van land beftier leefden , nochtans konnenze geenfints haelen by de fcherpzinnige geeftigheid der Chineefen. Ja nergens zijn in Peru gevonden foo konftige hand- werken , waer mede China de gantfche weereld den loef affteekt : nergensfulk een geftalte van huifen of fteden : nergens deminftefweemna de Chineefche fchranderheid. Wegens de Chineefche fchepen in Peru gevon den, kan niet bevroeden watgeloof- vvaerdig fchryverfulxgetuigt?Immers het blijft onwaerfchijnelijk. Want waerlijk de Chineefen konden veel ge- makkelijker en nader door d'Atlantï- fche zee aen Americaeskuüen , ten oo- ftenvan Pm<afgeleegen, over fteve- nen , dan langs de woefte en vry groo- ter Zuid-zee met deafgrijfelijkeftor- men jammerlijk worftelen,waer tegen de fwaere Europifche fchepen naeu- vvelijx beftendig zijn , veel min 't Chi- neefche vaertuig. De Spanjaerden, die na Acapuko uit de Philippijnen jaerlijx affteeken ,verneemen wel't groot ge- vaer , 't geen byfonder van de fwaere ftorm - vlaegen loopen onder Califor- nia. Voorts wiften de Peruaenen, voot d'aenkomft der Spanjaerden, van geen
2-%
?3
Zeden der Peruaenen:
yfnierkacnen.
groote fchepen of zeilen. Hoe?Sou- denze diervoegendekonft, welkuin haer vaderland China afbragten, t'ee- nemael vetgeten hebben , en te gelijk 't vaderland , dat nooit derwaerds keerden? Te meer nadien 't gemakke- lijker vak, uit Peru na China te verzei- len, dan uit China na Peru , ter oorfagjfr de winden onder de middag-lijn oo- ftelijk waeijen. En dies te wonderlij- ker is het, hoe de kleine Chineefche jonken by toeval door onweder aen Peru te land quamen; dewijl nietkon- den verdacht zijn op lijftogt voor negen maenden , welke tijd vereifchc vvord.omdegefeidetogtafteleggen. Doch indien iemand wil ftaende hou- den,dat voorbedachtelijk dit vaer-wa- ter zijn ingeflaegen: hoe fetten^ Chi- neefen juift ftreekop Peru, en niet na "Nieuw Spanje , vry dichter aen chiria? Waerom werden geen koop-waeren der chineefen in Peru gevonden.dcwijl defe ten handel derwaerds trokken ? Hoe bleef de vaert fteeken , die eens ontdekt was? Vorders is d'afgodery met de fongepleegt.verre eertijds ver- fpreid over de wereld : fulx fuik bewijs niet kan dienen, om de Peruaenen her- komftig te maeken uit de chineefen, fchoon beide den fond'hoogftegods- dienftigheidbewefen. Maer nu is't te- gendeel in beide waerachtig ; want de Peruanen eeren voor opperfte God Vi- racocha een Schepper van alles. De chi- Kiuhen nee/en, indien Trigautius fichtbare ge- cbma ü- tuige,geloof verdient.zijn verdeelt in !dfrpch^ee\ driederleigedeeltheden wegens go ds- /«,. dienft: de eerfte volgt den wereld-wij- fen Confutius,en erkent een koning der hemelen, die alleen mag gedient wor- den door de. Chineefche Alleen heer- fchentot welken einde twee tempelen gedicht zijn binnen de koninglijke fteden Nanquin en Pequin , d'eene fiet op d'hemel,en d'ander op de aerde.De _ tweede fekte draegt de benaming^ve- quia, dienende d' afgod Omyto : de der- de Lanzu, befig met duivelen te befwe- ren , welker affchouwelijke afbeeld- fels , op geel papier met fwarte inkt afgemaelt,aen de wanden hecht,en als dan een geluid in de kamers mackt , niet anders of vol duivelen ftaeken. Ook drijftze de boofe geeften binnen E ze-
34
Eerste Boek:
zekere beelden , waer uit antwoord op voor -gefielde vraegen afvordert. Wat gemcinfehap heeft fuik e afgode- ry met der Peruaenen fonnen-dienft, welke in China nergens ftand grijpt ? Docdhierby, dat de Peruaenen haer koning noemden een koning des rijx, en niet zoon desfons , gelijk in China : hoewel anderfints de Mexicaenen den fon aenbidden , en den Spanjaerd Cor- tefnis zoon van de fon noemden. Wat belangt de gemcinfehap van fchryven tufichen de Peruaenen en Chineejen is kennelijk , hoe de laetfte alie haer woorden bevatten in een letter greep, fulx foo veel letters als woorden hebben , welke diervoegen te zae men voegen , dat niet boven tachen tig duifend beloopen ; doch met tien duifend kan ieder fich behelpen , om alles uit te drukken. De letteren ftaen begrepen in haer Woordcn- Gefant- boek Halpien. De oude Chineejen ge- ^mchZi Dru'kten fcventien fchrijf- beelden , /. 2. e. i. beftaende of uit wonderlijk gekron- kelde flangen , of uitgereedfehap der land-bouwery , of uit vlerken des vogels F urn - hoan , of uit oefters en wormtjens , of uit wortels van krui- den , of uit afgekorte vogels-pooten, of uit ichild-padden, ofuitpaeuwcn, of uit kruiden en vogel-wieken, of uit Co, of uit dwael fterren en foo voort. Maer wat gemeinfehap hebben de Peruaenen met duldaenig fchryven i Want, volgens Inca Garcilajfus de ia Ve- ga een Peruaen uit koninglijke ftam- mekent Peru noch papier noch fchrift of eenig bewijs van aenteikening. Zy bewaeren de geheuchenis der oud- heid by liedekens: welke manier voor vele eeuwen in fwang ging onder ver- fcheide volkeren. Belangende Man- cocapacus , kan niet ontkend , of be- kleed deerfteplaetsin orde onder de Peruaenfche koningen, zijnde een in- boorling en niet een vreemde Chi- Bedrijfvan neejeh. Vier honderd jaer voor d'o- JST'w verkomft der Spanjaerden , begon hy fijn na-w 't land te beftieren : bouwde Cufco ; tminttru. doch breide zijn rijk niet uit tot de Zuid-Zee. Capac\panqui na- neef van Mancocapacus ftoof foo zeeghaftigde nabuuren op 'tlijf , dat hy alle fich onderwierp , tot de bergen die uit
Peru tegen de Zuid- zee flooten. In- dien iemand een waeifchijnclijkheid op reden gegrond wil plaets geven, I fal naeuvveiijx ontkennen , oiMau- j cocapacus word d'eerfte Peruaenfche koning gefteld , ter oorfaek fich al- leen -heerfching boven d'andere ge- meine land beftierders , beftond aen te maetigen : niet ongelijk 't geen Holland beleefde , wanneer ieder Heer een byfondere heerlijkheid of riddermaetigchof itccde belat , over welke fich Dideryk onder de benae- ! ming van Gracl ten Opperhoofd ver- hefte. Maer gelijk defe eerf' e Hol- landfche Graef t'onrecht uit Aqui- I taenien gchaeld word , alioo in- ! fchelijx Mancocapacus uit China , om over Peru te heerfchen. Want hoe quam hy derwaerds ? Bragten fijn landzaeten de tydingin China ? Nood- wendig dan moet tulTchen Peru en China een vaert zijn geweeft. d'On- gerijmdheid is allemhalven tafte- lijk.
Dus lang zijn opgeloft deverfchei- dfre'^"^. de gevoelens wegens d'herkomft der cacnm „ " Americaenen , by welke 't onderfoek **$*> niet kan blijven fteeken , alfoo'tge- fchil geenfints beflechtleid. Vooraf kangefeid, dat het lichter valt in dit onderfoek 't by-gebragte te weder- leggen, als iets zekers vaft te ftellen : te meer nadien de woefte inwoon- ders der Nieuwe Weereldfefö geen be- richt konnen geven , door mangel van bewaerde geheugenis des oud- heids. Echter feer waerfchijnelijke giffingen , op goede redenen ge- grond , fullen ten draed verftrekken in dit duifter doolhof. Want nie- miva» mand fal ontkennen , of 't menfche- de£l0™" lijk geflacht , te mets door voor-tee- ling na de zondvloed vermeenigvul- digt, verhuifde uit 'tcene land , on- magtig d'overlaftige meenigte te voe- den , na 't ander , tot eindelijk ook geraekte op d'Amcricaenfchen boo- dem : welke alfoo haer buiten pe- mcinwijduitftrekt , en echterallent- halven dicht bewoond is , ftaet af te meeten , dat juift niet een volk al- daer fich heeft neder-geflaegen. Waer- om foud hetnietkonneo wefen, dat gelijk de Franken onder de Ga/Ioifers,
de
Lichtelijk beftaend'A
meric.ienen tut ver- !, beide vol- keren.
Maristn de Reb Hifp- Li.c.iS.
Engelfcbe beruchte g.ee -luiden.
de Noormannen onder de franken i de Gotthen onder deSpanjaerden , de Wit- tenen Slaven onder de Batavier s hacr feif , geweldiger hand of by verdrag, plaets maekten , alfoo tor de cerfte bevolkers van America vreemdelin- gen uitverfcheide geweftenzijntoe- gevioeid. Immers geeft fulx niet dui- ftcr te kennen de duifenderlei ver- fcheiden landaerd in zeden en tael, door vveike de Nieuwe Weereld meer
3 £.
voor cenifre eeu- na de Nieuwe IVeereld
Herkomfl der Jmmcacmn
ven de gifling.niet t'eencmael verwor- pen worden 't gevoelen der gene die Hellen , dat ook wen , togten
uit die eilanden gcdaen zijn. Immers is defe landaerd boven andere be- rucht in byfondere kundfehap der fcheep vaert; fulx de Cretenjers en Phe- niciers na de kroon flaeken , ja voor beide op d'Oceaen'm de weerwaeren. Haer haevenen leggen geenftnts on
gedeeltisals Europa enAjm : alsook ! gelegen, om na America over te fk-
vcnen.
Hier af brengenze een ftaekjen oude t»St aen den dag , voor-gevalllen op 'tjaer
elf honderd en feventig :
d'inlandfche oorlog , die America ge lijk in geduurige wapen-kreet houd. Voorts konnen bcquaemelijk ver- fcheide volkeren derwaerds over-
fchepen. Gelegen leggen deCanarifche Owen Guyneth aflijvig fijnzoonenna- eilanden , om America aen te doen. liet uit-geftrekte hcerlijkyen engroo Acofla leide defe reis af in vijftien da- te tweefpalt wegens defelve ; want gen. Voorts getuigt Plinius, hoe defe ; onderling in de waepenen gerackt, eilanden t' fijner tijd onbewoond la- vochten foo ongelukkig , dat , te gen ; doch dat echter overblijffels van mets verfwakt , alles quijt raekten: gebouwen gevonden wierden. Lich- ; alfoo haer onechte broeder fichdien- telijk zijn d'ingezetenen over -ge- ' de van defe gelegendheid : en eer- fcheept na 'tby-geleegene America, lang hem in 'tbefit der nagelaetene Voor 's Heilands geboorte isbereeds \ goederen geweldiger hand ft elde.On- Tercera, gelegen ter halver weg tuf- der Guyneths ftrijdende zoonen was
diehaeft bekomft kreeg
%'«» Ma.iok ■li»e-
ook Madok
aen dufdacnige broeder- ftrijd. In Davidpo-
d'havenen van Venedotia (toenmaels wtllus m
Hijlor--
(chenSpanjen en America, bevaeren. En even foo licht viel het van Terce- ra voor America ten anker te loopen.
Hiercjiiambyde dringende nood, die | na fijn vader Guyneth genaemt) ruft c2« de Spanjaerden genoegfaem dwang, hy eenige fchepen toe : verzaemelt om uit te fïen na andere geweften. volk in Noord Wallis : en verzeild Want, zedert haer zeeghaftige voor- j voorby Terland wettelijk op. Einde- vechter Baucius Gapetus quijt raek- j lijk ontdekt een onbekende kuft, fon-
der inwoonders
ten , kregenze allenthalven de flag- boeg tegen , uitgemergelt door de Phenicifche oyerlaft. En zedert droe- genze geen minder jok der Room- fche moogendheid. Waerom niet vreemd fchijnt, indien een merkelijk aental fich weg -gepakt heeft , ten einde elders in vryheid mogten le- ven. Hier toe ontbrak geen gele- gendheid , alfoo van bequaem vaer-
doch feer vermae- kelijk en vruchtbaer : weshalven na Wallis de ftevens wederom wend , en alomme ruchtbaer maekt 't nieuw gevonde land; welk nu ieder verruilen kond e voor de dorre Wallifche gront, alwaer dagelijx tot onderling verderf burger - bloed geftort wierd. Geen klein getal kreeg ooren na fuik een gewenfehte gelegendheid. Eerlang
tuigvoorfien wacren : en goede ken- Jagen tien fchepen zeil-reede met nis uit de zec-togten der Pheniciers, ' wijf en kinderen , die te land ge- welkers vlooten dagelijx in d'Oceaen flapt zijn op Acuzamil een gewefl van Caliz en Gibraltar flaeken, kon- in 'tnoorden van America , volgens den hebben, om welt elijk land tebe- Francifcus Lopez de Gomara ; dewijl al- zeilen.Te meer nadien /^««o bereeds daer inwoonders vond 't kruis aen-
tot de Gorgades , gelijk als in 't geficht wan America, gevordert was geweeft. En hoewel BritannienpCerland 'en düi -
biddende , hoewel anderfints de min- fte fweem na 't Chriftendom niet hadden behouden. Dufdaenig ver-
cades verder afleggen, foo kan , behal- va] moet niemand vreemd fchijnen ;
E 2 want
36
Eerste Bo
e k:
want indien verhuifde volkeren de tacl en zeden van die over -neemen tot welke quaemen: (alfoo hebben de burjjers binnen 'tPruififche ftedeken Holland niet behouden van 'tgraei- fchap Holland , en de ingezeetencn in Normandye van haer afkomft plaets , alsdcgcheugenisind'over-eenkomft der naemen) of indien bevolkers van leedige landfehappen te mets, gelijk met een nieuwe lucht, nieuwe manie- ren aenneemen , fulx in d'affetfelen geen fwier des eerften vaderlands word gevonden. Wie foude by d' Hol- landers Toeken eenige byfondere ge- meinfehap met d 'Heffen , uit welke nochtans herkomftig zijn ? De tijd, nood, gelegendheid deswoonplacts en vordere omfhwdigheden brengen groote veranderingen by , waer door de nakomelingen haer verhuifde voor-ouderen meer en meer ongelijk vreemde worden. Ten bewijs kan dienen de voorval voerval op 't jaer vijftien honderd
van de la . » ■> J
Roche acht en negentig, wanneer de mark- graef de la Roche verlof kreeg van den Franfchen Koning , een volk planting over te brengen na Nieuw Frankrijk. De la Roche fette vijftig menfehen on- derweeg op't eiland de S ai Ie uit : ter oorfaek de gelegendheid desgefeiden iands niet recht kende. Voort -ge- trokken , met inficht, om een bequae- me haeven elders op te doen , alles keurig t'onderfoeken, en thans af te haelen , die op Sable te land (lapten, 't Wasbefchikt; doch, derwaerdstcn dien einde gekeert, wierd beloopen van foodaenig hard weder , dat voor- by Salie moeft laeten ftaen , en in een Franfche haven vallen. d'Hartoog de Mercure wift tegen den wedergekeer- de foo veel in te brengen wegens wan- plicht, dat ter hechtenis befteld wierd. Terwijl de la Roche vaft fat , taelde niemand na die op Salie waerenuit- gefet. En defe onderhielden haer felf by vifch-vangft, varkens en koeyen, die de baron Leri , uit-getoogen tot bevolking van Nieuw Frankrijk , door nood op Salie door defe voorval te land fette. Eindelijk gelafte koning Francifcus d'eer/le , dat de Terre-Neufs vaerders la Roches volk fouden af-voe ren. Defe, van vijftig tot twaelf ver-
mindert , hadden te gelijk met de vel- len der zee-wolven tcnklccdingfeer" woeftc manieren acn -genoomen. Doch foo fulx plaets grijpt omtrend "t tydelijke , veel meer 't gecftelijke. Want hoe foude niet een volk in dui- fternis dwaelen, die fonder 't licht der befchreeve leer en rechtzinnige leeraers , alleenlijk toe-leid , om door de weereld te gcraeken , en gcenfinrs goed , ja 't voornaemft acht, den wae- reii God in gedachtenis te houden, hem te danken en te verheerlijken ? Langs die weg heeft de duivel't hei- dendom den weereld opgedrongen , en d'eene dwacling aen d'anderebe- fpottclijk vaft-geknoopt.Voorts kor.- ofnietfim* nen ook uit de naeft - bewoonde *>>&**«>* landfehappen aen America 1'ommige jZiricage- derwaerds geraektzijn by toeval en raektzsjn. door florm. Want gelijk een groot deel der heilfaeme kruiden , fteenen, bergwerken , goud, ambar-grijs en by- fondere genees- middelen , nier foo feer door menfchelijk vernuft , als wel toevallig, tot 's menfehen kennis qua- men , ten einde meer de goddelijke voorfienigheid als der menfehen fcherpzinnige door-fnuffeling mogt gerocmt worden: even foo zijn mee- nigwerf nieuwe landfehappen ont- dekt , werwaerds de fchippers niet dachten te zeilen. America felf dient ten bewijs; want hoe isColumlas gaeu- degemaekt, dan door eenzee-man, die dicht onder d'Americaenfche ei- landen by ftorm verviel ; zedert naeu- wer-nood binnen Maderaes haven 't fchip af bragt : en , ten huife van Co- lumlus overleeden ,fijn dag-aenteikc- ning voor verteerde koften na-liet ï
Hoewel nu uit de voornoemde aw/« h plaetfen en op gefeide wijfe America kort»»fe
r i b, r ■■ zomi- vloed
van inwoonders kan voorlten zijn ge- bevolkt. worden, foo geeft het fchijnbaerder zekerheid dat Americacs bevolking, niet alleen kort op de zondvloed ; macr ook langs een landweg vol- bracht is. Immers ftaet het geenftnts aenneemelijk,'tgeen met Gods wijs- heid en goedheid ftrijdigvalt. Doch 't foude hier mede ftrijden , indien een geheele weereld , vol gewalch en onderhoud voor menfehen en vee, fonder vee en menfehen onbruikbacr
bleef
Reu/en tn
Zend-vloed
Maet be- kend
lic. 16.
( jtnarifchi
eilanden i«yt wie
ontdekt.
Herhmfl der
bleet leggen. Vorders weten d'Ame- rkaenen veel te verhaelen van reufen . die op haer bodem tot d'uiterftegod- deloosheidwaeren uitgefpat. 't Welk na d'aider-oudfte oudheid fmaekt; want felf voor de zond- vloed zijn be- rucht geweed de reufen en derfelve boosheid , cerft herkomdig uit de Cainieten , en namaels ook uit ver- menging van Caïns zaed met Seths Zedert de zond- vloed zijnfe niet uit- geftorven ; want in de verdrooying van de bouwers aen Babels tooren, duifend fchreeden hoog lieten fich reufen vinden. Hieruit ontdaet 't ver- dichtfel , by de Romainen en Grie- ken eertijds gelooft , belangende de reufen, beleid door Enceladus en Bria- rem met honderd armen en vijftig buiken , die den bergPelion boven op Ojfa plactden , om den hemel te be- ftormen. De algemeine kennis der Americaenen van de zond vloed geeft eenig bewijs , hoewel duider , hoe ten tijde Noachs derwaerds getrokken zijn. Want waerom foude iemand niet mogen geloven , daer Soach drie honderd en vijftig jaer leefde , na d' uitgang uit d'arkeop Ararath , dat fich bekommert heeft met de aerde te bevolken i En wie fal hem toe- ichrijven een onkunde defer Nieuwe fVeereld, die foo veel in d'eerfte wee- reld gefien had , en welken God (lel- de , om d' ontvolkte aerd - bodem van inwoonders te voorden .J Enhy konóc America beter voorfien , zijnde dichter by Ararath gelegen , dan Ha- llen , Spanje» , Duit/land of eenige noordelijke landfehappen in Europa. Sulx America , onder d'eerfte men- fchen na de zond-vloed bekend , ja bewoond kan zijn , hoewel zedert onbekend is geworden. Plinius,k\&Q- gende over de flefle gemakkelijk- heid , die toenmaelsenlangte voo- ren ieder volk aen haer eigen haert- fleede vaft-maekte , feid : Niemand draegtjorge , om nieuwe landen te foe- ken , ja felf met om te bewaeren de ken- nis van bereeds gevondene , hoewelmid- den tnjlaetelijke vrede , en de zee voor itder havens open- doende. Immers wierden de Canari/cbe eilanden op d'eerfte eeuwen na No ach bevaeren,
^Americaenen. yj
welke in de laeter tijden f eenemael verlooren zijn : tot?/Z 'ilhem Betancourt edelman uit Picardye de felve we- derom ontdekte. De Dichters fchij- nen dufdaenige flofheid te brand- merken onder 'tverzierfel van een draek , die in d'Hefperifche hoven gou- de appelen bevvaert ; want defe draek »,*«„#& is niet anders als d Oceaen , fich krom- hoven wat mende om de eilanden Hefperides, beduulmi tufïchen Africa en America,met flangs- gewijfe bogten; en alfoo, door on- kunde der zeeluiden , veel fchepen nu en danbleeven, bleefdevaertin-
-fchelijxdeeken,fulxdegoud-mijnen tot haer fchatten niemand lieten na- deren.
't Tweede 't geen voorts te bewij- fen daet , fiet op deland-reis der be- volkers van America. Weder -zijds ten wellen en ooften word het be-
1 fpoelt door de Zuider en Atlantifche Oceaen : d'eerfte rolt met zijn golven
| over een afgrond van drie duifend
I mijlen , d' andere is vry kleindcr. Noodwendig dan volgt , dut d' Ame- ricaenen moeden herkomftig wefen uit 't onbekende Zuid land, gefcheept over de ftraeten Magellanes en Le Maire ; dochisfulxgeenfintsaennee- melijk , alfoo noodwendig uit Groot Armenien , eerfte woonplaets van Noachm de zond vloed, overdewee- reld verfpreid zijn : dienvolgende fchijnt America eer volk verfchaft te hebben voor 7 Zuid-land, als in 't te- gendeel. Peter Fernandezde Quirvtt- Matio de haelt , h oe hy en d' hopman Luidewijk Terra au- Paez de Torresgcf\en hebben een ge- 'ra>' deelte des Zuid-lands, en aldaer on- onbekende tallijke inwoonders, fommige blank, f"'J'^"d' andere geel , andere zaluwachtig ,/cbrijving. met lang , fwart , los , gekruid , wol- achtig en geel hair. Zy leven fonder wallen, fterkten, wetten en koning, feer eenvoudig; doch in verdeelthe- den gefplitft- Haer waepenen zijn boogen , pijlen , knodfen , dokken en pieken. Bedekken de fchaemachtige leden. De huifen uit hout daen be- dekt mer palm boom bladeren. Ge- bruiken aerde potten. Hebben ken- nisvan weeven. Pijpen en tromme* len dienen tot vermaek. Bede-hui- fen en begraef-plaetfen maeken een E 3 groot
38
Eerste Bo
E K
Befchrij- •ving van Tattarye.
groot getal uit. Zaegcn , wiggen bei- tclsen koraclen tenhals-cieraed wor- den toegefteld van parlemocr. Lub- ben de haenen en bargen. Dricder- hande gedroogde wortelen verftrek- ken voor brood. Hier wafTchen vier- derlei flag amandelen , oranje appe- len, citroenen, nooten, een vrucht niet ongelijk de quee-peeren , dik zuiker-riet enontelbaere palm-boo- men. 't Voed infchelijx overvloed van varkens, hoenders, end-vogels, duiven , geiten en buffels. Uit 't een en ander kan licht befpeurt haereen en felvc oorfprong met d" Amerkae- nen: welker herkomft dieshalven in 't noorden moet na-gefpeurt. Hierko- men voor twee wegen : een uit Tjland en Groenland, voor welke Grotius ver- fcheide bewijfen heeft ingebragt ; doch met ftrijdige bewijfen verwor- pen ? d' andere uit Tattarye , welk waerlijk 't vaderland is der eerfte Amerkaenen.
Tattarye , alfoo genaemt na de üroomTatter, vallende door'tland- fchap Mongul in de Noor der Oceaen , beflaet een grootehoek des aerdbo- dems. Klein Tattarye , maekt een middelmaetig gedeelte van Europe uit , V Groot een vry grooter in Ajia. 'tGroote, lang duifend mijlen , breed fes honderd , teld vijf voornaeme ge- weften , namentlijk 't Woed Tattarye by horden bewoond , Zagatai , wel- ker hoofd-ftad Samarcanda berucht door de veldheer Temirlanc, voorts Turkejlan , Kit ai waer over de Groot e Cham gefach heeft en eindelijk Oud Tattarye , volgens Andreas Cefarienfis de woonplaets van Gog en Magog. 't Komt dan hier op aen uit wat Tat- ters d' Amerkaenen zijn herkomftig? Mor neem , Poftellus, Genebrardus , Bo- terus en andere meinen de Tatters, die omtrend 'tjaer twaelf-honderd acht en twintig , onder 't beleid van Zingu rtuMn.l.67. c/,a/l t jcn aerdboodem gelijk met een vloed over-ftroomden, nakoomelin- gen te zijn der tien Ifraclitifche ftam- men , na Ajfyrien vervoert door Sal- of iCifrat. manazar. De benaeming Tatari of lie- iiun t.u- ver Totari fchijnt eenig bewijs hier toe te brengen, als welke in de Syrifche en Hcbrecufche tael beteikent overblijf-
fe h ;quanfuis dewijl defe Tot ar i uit de vervoerde flammen waeren over-ge- blcven. Ja de Noordelijke Tattarifche horden behouden als noch de nae- men Dan, Zabulon, Naphtali. Weshal- ven min te verwonderen, waerom loo groote meenigte Hebreen gevonden worden in Rujland, Sarmaetien , Lijf- land : ja hoe naeder aen de Tatters, hoe meer Hebreen. De befnijdenis heeft onder haer lang ftand gegrepen, eer Muhammed de felve inftelde. 't Schijnt Muhammed de befnijdenis en vordere infettingennadewetvan Mofes daerom behouden heeft , ten einde hy de Noordfche volkeren , de- welke t'fïjner tijd fich begonden te bewegen , te lichter aen 't fnoct der nieuw bedachte gods - dienft mogt krijgen .Joan Leonclavius verhaelt.hoe hy in Lijfland, dicht by Riga de woe- v«nd. uifl. fte landaerd Letti , niet fonder ver- Turcus" wondering, over akkers en langs de wegen met kiaegende ftemmen on- ophoudelijk hoordefchreeuwen, Je rn Jeru Mafco Ion. Men gelooft, datze treuren over Jerujalem en Damajcus ; doch voorts wegens de langduurig- heid des verloopen tijds, in haer woe- fte wildernifTen 't vaderlijk Jooden- dom zijn quijt geraekt. Tegen defe verhuifing der ljraeliten uit Ajfyrien na Tattarye kanten fich verfcheidege- leerde ; hoewel, ons bedunkens fwak- ker bewijfen inbrengen , dan om haer de befitting aldaer t'ontweldigen . Evenwel zijn de lfraelieten niet te houden voor bevolkers van Ameri- want waerom word anderiints
ca
ters ;w.
't Joodendom foo wel niet gevonden in America als Tattarye. Maer 't is bereeds geroont , dat America lang voor de vervoering der Jjraelieten be- woond is.
Om dan eenmael een befluit defer Amemat- verhandeling te maeken , 't blijkt : *™^f* hoe d'eerfte Amerkaenen niet te huis komfiig uit behooren in Europa , als na welk de ^Jf^.'f minftefwier van zeden, geftalte, ver- ve en tael niet hebben : noch in Afri- ca : alfoo nergens op d'uitgeörekte Americaenfche boodem Mooren ge- vonden worden, als alleeneenige wei- nige by de ftroom Martba in 't kleine landfehap Quarcqua , uit Guitiea der-
wacrds
Herfomft der
macr Afta- waerds by hard weder gerackr. Hier
Ztbiln" bliJfc nu overi§ Af'a de moeder aller rye. volkeren -. waerom als noch America
aen de weft-kuft , alwaer tegen Ajia over-leid meer bewoond is , dan ten ooficn , daer 't Europa, befchouwt. rattaryeis Voorts grenft Armenien , uit welk aen van door Nodchs zoonen mwoondcrs voor Amerua, d' aerdbodem verfchaft zijn , aen aZet A- Scythien, naemaelsTd/taryegenaemt, mm. en wederom Tattarye aen America , , door de enge ftraet //#/;?« onderfchei- j den. Hoewel fommigemeinen, dat uit de Zuid-Zee in de Bevrooren Zee door Anian geen doortogt leid , ja Anian nergens te vinden is. Ander- fints hoe zijn de tijgers , leeuwen , wolven , beiren en 't vordere wild en vergiftig gediert in America geraekt, indien vanAjia door een zee afgefne- den leid, dewijl uit Ajia, alwaer No- achsacke bleef fitten, moeten herkoo- rnen ? 't Verdient alhier aen-getei- kent , 't geen de fchipper Henrik Cor- tielifzoon Scbaep en Wilhem By leve ld ',! van Batavia zigQ^ooken , om de Tat- tarifche ftroom Polyjange op te foe- j ken , doch gevankelijk vervoerd na dejapanfche hoofd-ftad Iedo , aldaer voor-quam : namentlijk haer wierd uitlaft der Rijx-raeden voor-geleid, door de tolk Syovan, een platte Japan- fchekaert , behelfende de rijken Ja- pan , Amboina, de Moluccijche eilanden , Manilha , de Zuid-zee, Borneo , Celehes, Malacca , Tattarye , Formofa, Corea, Jejfo. 't Woeft e-land Iejfo vol bergen vertoonde 'tkaertje door de ftraet V Sungaer van Japan afgefcheiden , hoewei ten noorden in 'trijk Ochio aen Japan vaft ; en beginnende op feven en veertig graedenliepnoord-oofle- lijk tegen America aen. Zy vonden geenfmts de ftraet Anian ,-maer in 'tte gendeel d'uiterfte hoek van Tattari- jen , te weten , 't rijk Kataya , of Kit ai , met 't noordelijk America gemein leggen. Hier komtby , dat Afia ner- gens een landfehap heeft, 't welk ge- makkelijker foo veelontallijke dui- fend inwoonders voor America kon- de verfchaffen als Tattarye ; foo we- gens d'uit-geftrektheid deslands, waer by geen rijk haelen mag, foó we- gens, vruchtbaere voort-teeling der
Americatmn.
landzaeten. Wie verwondert
19
:>; fich
niet , dieiderTattarifcheftad , vol- gens Michalon Lithomver , eertijds &i»ead.<). voorfien fag van meer als . duifend L ö' Kerken ? die den Canguifta eerfte Ko- ning over Tattarye omtrend 'tjaer tvvaelf honderd in de wapenen be- fchouwt , en des felfs ftaétvolger Hoc- cota zijns vaders bloedige voetftap- pen na-geflapt: terwijl drie zoonen /a™f2*- met foo veel geduchte heir-legers af- rïcMum vaerdigt? d' Oudfte zoon laclm rukte ™teri"in- weftwaerd dartig duifend ruiters : Batho voerde geen minder getal noor- delijk aen 5 Tagladais de jongfte viel tot boven Egtpten Mooren-land in. Hocota felfliep aen'/ Noorder Ameri- ca zeeghaftig toe ; kreeg een groot gedeelte des Perfiaenfchen koning- rijx onder de knie : en floeg de Turken, beleid by den veldheer Goniata t met een fwaere nederlaeg, op 'tjaer t waelf honderd een en veertig , gelijk Jacob Planenfis en Benediilus Sarmat a mon- niken , door Paus Innocentius afge- vaerdigtaen //ö6 0/t/,betuigen. 'tGroot , getal der Tattaren of Scythen kan ook blijken uit de verfcheide volkeren, wijd en zijd over den Tattarifchea boodem verfpreid. Plinius teldette- lijkeop ,nameni\ijk^ Aucbeten ,Neu- ri , Geloni , ThuJJ'ageten , Budini , Baji le- den, Agathyrfsn , N omades , Antbropo- pbagi, Hyper hor ei, Arimpbei, Cimmerii , Cicianthi , Georgi, Sacon , Daen en an- dere. Wat een getal foude ook uit- macken 'm America d' inwoonders van Terreneuf, Virginia , Florida , Nieuw Spanje , Guadalaiara , Gu-atemala ,Terra i firma, Nieuw Granada., Peru, Cbile ,- ; Rio de la Plata , Brafil, Guaiana, Nieuw '■ Andaluzie >
'tSal de pijne waerd zijn d'over- eenkomft der Scythen en Noor der Americaenen t'zamcn te brengen. Bei- 1 de dan zijnze boven andere men- fchen tuflchen d'opgen en koonen fecr breed: de koonen fteekenbyde kaeke-beenen uit. Meeft van mid- : delmaetige geftalte, en ylebaerden, bchalvenaend' onderftelip, vol dicht hair. Eindelijk gelijk de Tattaren: on- ; derling wegens haer zeden feer veel ' vcrfchillen,even foo de Tattaeren : bei- | de echter hebben in verfcheide din- gen
4°
Eerste Boek
Zeden der Tattars en Jlmerk&e- nen kon, en «ver-een.
• <eogr. 1. 1 1
gen grootc gemcinfchap: als die door andere en wederom andere vorftcn beftierd worden , fommige magtiger , fommige fwakkcr, na ieders gebied meer of minder vermag, d' Inwoon- ders van Lucajas draegen fuik een ont- fag aen haer opperhoofden , dat ge- laft van eenfteiltetebarftentefprin- gen , aenftonds gehoorfaemen. 't Sel- ve grijpt onder de Tattars plaets. d'Eerfte koning Canguifla gebood de feven vorften des rijx haer zoonen met eigen handen te vermoorden : waer toe niemand Ach onwillig toon- de. In Popaiana levenze als noch vol- gens fommige Tattars, fonder wet en wetgever by buurten , die na goed- vinden t' ellekens verhuifen. Van d' oude weelige voortfetting der Tat- tars Zijn <r/ 'Americaenen geenlints ont- aerd. Bartholomeus de las Cafas fchrijft aen Kaifar Carelde vijfde, hoe de Span- jaerden binnen weinigjaeren alleen- lijk op d' eilanden Cuba, Hijpaniola,] Naco,Hondures, in Venezuela, en Nieuw Spanje fes en twintigmael tien duifend menfehen aen kanthielpen: behalven | de moorderyen aengericht in Peru, Brafil, Rio de la Plata en elsders , wel- i ke 't voornoemde getal verre te bo- ven gaen. Bloed-fchande en veelheid der vrouwen blijft gebruikelijk by j verfcheide Tattars en Americaenen. I Beide erkennenze een onfterfelijk- heid der zielen : beide aen menfehen- oflèr en vleefch tot fpijfe fchuldig. Hoe berucht is onder d'oudheid'tou- raer van Diana binnen Taurica Cher- ./iw^/«j,alwaerdagelijx menfehen ter flachting flapten i Hoe fmaekelijk, volgens Salel/icus , voor de Tattars florpen vanmenfchen-bloed en haer fchonken ten fpijs ? straho getuigt , óatzeachten een heerlijke dood , indien d'oude aen fiukken gekapt te gelijk met fchaefcn-vleejch -voor lekkemy dienen. Die van ziekte jlerven , worden als god- delooj'e onlegraeven , weg-geworpen op
't veld. Sommige zijn tot Ju Ik een
wreedheid vervoert , datze menjehen- vleefch eten : andere daerentegen ont- houden haer felfs van dieren. Op ge- lijkevoct houden d 'Americaenen huis; want of fchoon de Caribes , Brafiliae- ■nen , d'inwoonders van Nieuw Spanje ,
/ 'raka , Nieuw Granada ,fatlt Martha on andere menfehen offeren en eten , fommige nochtans hebben hier af een 1 afkeer. Andcrfints in 't gemein val- , lenfecraffchouwelijkomtrend'tnut- '\ tigen der fpijs. Diergclijkc onnuttig- i heid pleegden eertijds en plegen als noch de Tattars. Egidius Fletjcher ge- fant des Koninginnc Jilifabeths bin- 1 ncn Mojcou , verhaclt: hoealdacrin- I treed, op 'tjaer vijftien honderd acht i en tachtentig, deed Kiriach MorJ'ey | zoons zoon van 't opper hoofd over f de Crimifche Tattars meteen gevolg I van drie honderd hoovclingen en I twee gemaelinnen , welker een de 1 weduwe was fijns overleeden broe- ders. De Groot Vorft, des acntogts bericht , fond hem te gemoed twee geflach.;- paerden , welker vleefch gantfci. jnbefchoft verflonden. De meefte Tattars hebben geen gebruik van 1 etter». .i. Opdetogr, dïcHoccota in Perfien deed , leerdenze letteren maeken. Even foo is 't in America ge- field. De rouw over een doode ein- digt by bey de in een maend. Meteen man van aenfien word ook een le- vendige knecht onder fommige Tat- tars begrae ven . By na de felve wreed- heid plegen d 'Americaenen elders. En hoe na komenze ook elkander in woeft leven è Koophandel en am- bachten zijn dun gezaeid. Ayton d 'Armenier erkent de Tattars voor een vrouwe landaerd ingodfdienft , ze- den, kleding, woonmgen en eten; waer van d Americaenen weinig ver- fcheelcn. Ten lactften, hoegemein is by beide d'cer den Duivel bewefen ? Lanx de ftroom Sagadahoc worden d'ingefetenen op alle nieuwe maen door een boofe geeft Tanto jammer- lijk afgerofchr. In de tempelen van Virginia ftaet 't affchouwelijk beeld van de duivel Oke en Menetto. Over Nieuw Mexico heeft ieder huis een beede - kamer , voor de boofe geeft toebereid. Andere in lirgin ia geloo~ ven veel Goden te zijn , welke zy noemen Mantoac ; doch een groote God boven alle, die alleen eeuwig is. Dit alles grijpt infchelijx ftand onder de Tattars.
Tegen dufdaenig gevoelen brengt
Grotbts
Duivel- dienjl in America.
Herfamft der AmmcMnm.
4*
Grot'ms een bewijs in , ontleent van de j luiden: en fchoon genomen foodanig paerden , voor der Spanjaerden aen- 1 waeren, zy fouden geeniintsfonder komft in America onbekend , daer I paerden, welkergebruiknietkonnen nochtans de Tattars geen beeften of miilchen , zijn over-gefcheept. Maet meergebruikenofminmiflehenkon- i hoewel Tattarye nu en eertijds paer- nen, als de paerden. De laetfte Helling denrijk is, fo volgt niet dat 't altijd ge-
kan geenfints geloochent : want niet alleen de Tattarifche oorlogs magt in
weeft is volpaerden:of 6zx.de Scythen, eerfte bevolkers van ^wmY^paerden
ruiteryt'eenemaelbeftaet ; maer felf gebruikten: temeer nadien defever- 't leven deferlandaerd hangt enkelijk ! huifing voor veel eeuwen en kort na aenhengften.ruinenenmerrien.Som- ' Bahels verwarring voorvieh'rgeen dui- migeheeren houden duifend paerden ; delijk blijkt aen de meenigte der ver-
~„<T-ol ^^„„„.^„^„„^^„i^,.,,^ r„u«:j IL : J-G I
op ltal.Niemant.foo arm die niet twee ofdrie heeft. Wanneer van woonplaets verwïflèlen voeren de paerden lijftogt en tenten: by gebrek des lijftogts, nut tigen look en merrie melk tegen den honger : 't bloed uit d'aderen getapt, dient voor aengenaeme drank. Geen
fcheide volkeren in zeden en talen o- ver America en d'eilandcn foo dik en dicht allenthal ven verfpreid, dat voor £«™/>anoch/f/fodienaengaende geen- fints behoeft te wijken. Sulk een on- telbare meenigte kan niet anders al- daerzijnuit-gedijt, dh'mEuropa, na-
ftroomenvloeycn foo fnel, door welk mentlijk by langheid van tijd : alfoo niet met haer paerden beftaen te , d'Americaenen noch meer vruchtbaer hvemmemfy felf blijven naekt hangen '■ nochlanglevender worden bevonden aen de mancn.en beftierenze met een j dan d'Europeers. Voorts getuigt David rijskehwerwaerdsgoed-dunkt:aende i Ingram, dat hy in 't Noorder America
llaertcn maekenze de zael en vordere pakkaedje,inbiefeningewonden,vaft. Als eenaenfienelijke perfoonaedjeo- vereenig water trekken fal, worden
paerden gefien heeft. En hoewel Ame- rica en Tattaryen niet gefcheiden is door de verfierde ftraet Anian , noch- tans volgt geenfins, dat de paerden uit
de paerden ft a er t aen ftaert gekop- i 't een landfehap tot het ander moeften
pelt: op de ruggen leid een mat uit biezen gevlochten , ten fit plaets. Als de Tattars voor een meirof zeeftui ten,f!agtenze de flegttle paerden, wel- ker huit afvijlen : dehuit't binnenfte buiten gekeert , vet-gemaekt en door
overkomen ; want alle gronden zijn niet even bequaem,omditveete voe- den : ook leggen de rijken vaek van malkander afgefondert door bergen, boezemen,ftroomen en wilderniffèn. Omtrend de Ziher-rievier zijn grze-
ribben , in plaets van balken, gefpalkt, fige weiden voor meenigte paerden ;
dient voor een fchuitje om acht man te voeren. Ten oorlog neemt ieder cenminften drie paerden , waerom de legers grooter fchijnen , dm in der daed zijn. En hoewel veel paerden,
doch , alwaer America met hoog ge- bergte rijft , worden weinige of elders ook geen gevonden : ja meenigmael verloren de Spaenfche, over verhevene toppen rijdende, haer ruitery. En of de of door 'tfwaerd fneuvelen , of ten Tattars geen kennis hebben, om door
fpijs dienen, nochtans leveren d'Eu- ropijchs Tattars alleen jaerlijx meer als veertig duifend paerden aen de Rujjen. Hier uit trekt Grotius dit bewijs. In- dien A ui erica aen Tattarye va(x. is, foo fouden de paerden vry weidende van 'ceene land geraekt zijn in 't ander : gelijk blijkt, dat zedert de Spanjaerden
ftromen en meiren tegeraken.kan blij- ken uit 't geen terftond is by-gebragc . Sulx dan geen gewigt in de voor-ge- worpen fwarigheid gevonden word, en vaft blijft: dat de Americanen in Tat- tarye t'huisbehooren. Tattarye gren- zende aen Armenien, alwaer Noachs ar- ke ruftede, befchaft een gemakkelijke
na America paerden vervoerden , de weg,buiten de noorder kring.lanx een felve felf over hooge bergen uit 't ee- gemaetigdgeweft, tuffchen hette en ne rijk verfpreid zijn tot het ander. Of koude , nzCatbay 't welk met America byaldien de ftraet AniantuiTchen bei- gemcin leid. Abraham van der Mijlen de vloeyt, de Tattars waren nooit zee- i brengt by de voorige bewijfen ook dit
F toe ;
4^ E
toe : hy betoond namentlijk , hoe de Scythifche of oude Tattarifche taei van de Duitfcheniet verfcheelt : en als noch in C'athay en d'eerfte grond van America d'overblyffels van beide de gefeide fpraeken te vinden zijn; want 'trijk Cathay word verdeelt in fe- ven landfchappen , welker uiterfte na America debenaemingT^W/'a^, door een verkorting fo veel is als t'ende den heuk, alfo het duiterfte hoek van Afia uitmaakt. En niet minder blijkt de fel- ve waerheid in 't koningrijk Anjan, be-
ersTe Boek:
teikenende een angang, ter oorfaek al- daar d'ingangleit uit Tattaryeia Ame- rica. Achtei Am jiin doedfich op'c groot gewcïl Bergo , dewijle de Scythen , het vaderland verlaetende, haer felf alhier bergden. OndertufTchen blijft het \vaerfchijnelijk,datfedert de eerfte be- volkers andereen wederom andere, uit gelegene kullen en eilanden aen America , derwaerds gefcheept zijn , welker togten de tijd voor de nakoo- melingen in vergetendheid verbor- gen heeft.
Iet. Bïzn' ri Res Ge- inen, k 1 6.
1. 4. Hijlor. Ceorg.
Derde Hoofd-ftuk. Eerfle Ontdeklgrs van i/fmerica.
Togt gtdaen by Ümjlojfel Qdonm.
Hrifloffel Colonus, doorgaens [relden gemakkelijke togt derwaerds, (hoewel verkeerdelijk)cW«w- j gelijk Peter Maria Milaner getuigt. KdaU ad
Hy bragt infgelijx veel tijdfoek met sem. Ge- pas kaerten te maeken : en dewijl de m"9- Portugeejen toenmaels boven andere landaerdy verden , om een vaert lanx Africa na. Ooft- Indien tefoeken, trok derwaerds: ten einde kennis kreeg van d'Africaenfche Kuiten , foo verre onlanx ontdekt waren. Zedert nam Colonus fijn huifvefting op 't eiland Madera. Alhier komt een vreemde vnmdt faek voor. f rans Lopes de Gomefa (leid ™^"r '*
^rgenaemt,isgebooren in't arm dorp Arbizolo , gelegen onder d'heerfchappy van Genua, dicht by Savona. Sijn vader leefde by vifch- vangfl op de Middelandjche Zee- Sulx Sebafliaen Schroter en nevens hem an- dere geleerde dwaeien , die Colonus (lellen herkomftig uit'tvlekke Cucu- reum en'tadelijk gedacht Piliftrelli : dewijle Peter Bizarus landfman van Colonus onwcderfprekelijk bewijs
voor des felfs geringe afkomft by-. hetaldus ter neder. Een fchipper wel- Few. .
jtfiomjl van Cbri- fiofel Colo-
fijn leven :
brengt: en onder andere hoe 't ge- gemeine- beft van Genua weigerde te ontfangen de rijke erf-maeking die haer Colonus volgens uiterfte wille na liet, dewijl van geen vifichers foon wilde erven , onaengefien , wegens 't ontdekken van Hifpaniola, door de Caftiliaenfche koning Ferdinandon- der de voornaemfte adel geplaetft , en met adelijke wapenen voorfien was. Colonus fwerfde van kinds been af by de zee : konde meer en gewifler op- merking uit wind, weder en ftroomen nemen , dewijl in de wis-konft en ftarren-kijkery boven gemeingroote kennis had. Onder andere nam hy acht op de wettelijke winden,die bui- ten de Straet Gibraltar , eenige dagen achtereenter gcfettertijd waeyden: waer over verfcheide bedenkingen byfich voedevan een Nieuwe Wee-
kers vaderland en naem in'tvergeed- boekgeraektis, (fommige nochtans brengen hem te huis in Andalufia , an- dere in Bijcayen , andere in Portugal) handelende op de Canarifche en / l.iem- fche eilanden , wierd beloopen van eer» florm uit den ooiten , die hem we- ttelijk aendreef voor onbekende kuften. Door ongemak en hon- ger was het fchecps-volk vergaen , op drie man na. Ter naeuwer nood geraekte 't geraebraekte fchip bin- nen Maderaes haven , en de fchipper ten huifevan Colorius. Des fchippers PopuUr. naem meld y*/^<?Spaenfchhiitory- "f™- fchrijver: hy noemt hem AlfonfoSan- chiezde Huelva. Dcfe binnen weinig dagen af-lijvig , liet Colonus by erf- maeking na de pas kaerten ontwor- pen van fijn ongelukkige rogt. Colonus (dathy aldus, en niet Columïus, moet
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM^
Dec/U de Orbe Nova.
Docd ope- ning tot Ge- nua,
ziende Por- tngoeljche,
■
en C.iflt- Uaenfcbe . 'igen •van een Kieuwe Weereld.
Reifi ■van C.i iiz tm n:eiïwc l.-.n den te Jee- ken :
fijn volk
fiuct t egen hem op :
OntdeHws V
genaemt worden , blijkt aen Peter Martyr Anglerius , die niet alleen even oud is nïsColonus ; maer felf gemein- faem met hem omging in Spanje) nu meer geftijft wegens 't gevoelen van een Nieuive Weereld ten weften , deed opening hier af aen denRaedtot Ge- nua. De voorflag wierd dwaes ge- keurt. Colonus afgeflaegen vertrekt na Portugal. Een geruime tijd onthield hy fich binnen Lijfelon aen'thofdeS koninx Alphonfus de vijfde ; doch (on- der verrichting : alfoo d'ervaerene zee luiden zamentlijkvoor beulelin- gen hielden, te droomen van een Nieu- we IVeereld. Terwijl dan vruchteloos vertoefd, vaerdigt Colonus fijn broe- der Bartholomaus af na d'Engelfche koning Henrik dejeuende, in hoop om hem fmaekelijk temueken d'ontdek- king des Nieuwen IVeerelds. Doch in Engeland 'ook voort hoofd geflaegen, neemt de laetfte toevlucht tot'tCa- fliliaenfche hof. Te lichter kreeg Co- lonus gehoor , dewijl toenmaels Cafti Hen zeeghaftig praelde over de Gra- tiaetenfer Mooren : fulxde voorfpoed en aengegroeide magt prikkelden;om iets te vvaegen aen een gewigrige toe- leg ter zee : de ftaet konde 't wel lij- den, 1'choon lelfs de togt qualijk be- flaegde. Ook ftond Colonus wel by d'hovelingen Alfottjus Mendotius en Alfonfus Quintavilia, die omtrend Fer- dinand en ifabella alles vermogtcn. Defe bragten 't werk foo verre , dat Colonus met honderd en twintig fol- daeten , behalven 't boots -volk , in- gefcheept in twee jagten en een py- nas , op 's konings koften , van Cadiz zeil ging , den vierden van oogft- maend des jaers veertien honderd twee en negentig. Hy wend de (te- vens na de Canarifche eilanden , en van daer zuid-weft aen. In drie en dar- tig dagen veranderde de wind geen ftreek;maer'tfcheeps-volkhaervoor- neemen. 't Vv'as cengemeine klagt.Co- lonus ftond fchuldig aen aller dood. Zedert de Canarifche eilanden uit 'tgeficht verlooren, hadden niet be- .fchouwt dan een geftoorde luchten zee. Men hardebolde vergeefs met 't onweder. Wie fag een einde van de togt, hchtvaerdigbegonnen,en vol ai-
m jfmerica. 43
; Ierlei gevaet ï Pal ftond Colonus tegen fuik ver wijt, ja tegen de dreigementen, om hem 't leven te berooven, indien niet huifwaerd keerde. Eindelijkqua- men onderling overeen ; zy ibuden 't noch drie dagen laten door ftaen,en als dan over ftaeg fmijten, byaldien binnen die tijd geen land ontdekten. Doch ten twee uuren des volgenden nachts vernam Colonus eenigfehijnfel van vuur in de lucht, en met den mor- . gendond een vermaekelijkekuftaen ! boord. Met twaelf man te land ge- roeit .hakte een boom ten kruis: ftak [ over na Cuba , alwaer de zee foo hol I fchoot, dat afwende, uit vrees voor I blinde klippen. Eerlang verviel hy be- noorden des eilands Haytin, welk Hif- ontdekt nif. \ paniola noemde. Hier geraekte 't groo- f *"" "' | te fchip op een blinde rotze.alwaer al- | Ie gefneuvelt fouden zijn, byaldien I niet de rotze een boven- vlakte had,en de twee overige jagten 't volk berg- den. d'Inwoonders moeder -naekt, verfchrikt door 't befchouwen defer j vreemdelingen , namen de vlucht na dichte boffchaedjen. De Spanjaerden achtcrhaelden een vrouw : welke met Spaenfche wijn en lekkernyen wel onthaelt , en een aengetoogen wit I hembd, te rugge nahaervolkgefon- den is. Wedcr-gekeert vertelt 't goed ! vvedervacren:waerom dand'eilanders ; eerlang aen boord der Spanjaerden ko- men met fchuitjens uit een hout uit- geholt :zy verruilden goud tegen ko- handelt met raelen, (lukken glas, meflen,fchellen gj"* en andere fnuiftery. De koning Guac- , canarillo gaf bewijs Van byfondere toe- genegendheidrhielp 't goed uit het ge- bleven fchip op vhTchemdeed bericht, hoe ettelijke beeken, vanhoogeber- gen neder-geftort, onder 't zand goud wenteldemonaengefien by defe eilan- ders een vreem de voorfegging lag; na- ' mentlijk , dat gebaerde mannen uit \ verre afgelegene geweften haer goden ter aerde foude werpen en kinderen ! vermoorden. Voorts beduide Guacca- narillo, om watoorfaekop der Span- ' jaerden acnkomft de vlugtnam.Z)e Ca- nïbalen ftapten fomtijds te land: fleep- ten gevankelijk weg al wat grypen konden : de jongens wierden gelubr, eneven als kapoenen tot een vrolijke F 2, macl-
44
E
E R S
TE Boek:
keert na Spanje :
■word [eer ■verheven :
reifi met (eventien zeilen voor de tweede mael na Hiffamota.
maclcijd gemeft . volwaffenc mannen aen (tukken gekapt, en in tonnen ge- kuipt : jonge vrouwen gefpaert tot voort -teel ing : oude ten flavcrny. Tien Canibalen zijn beftendig tegen honderd Haytins. Eindelijk Hond Guaccanarillo 't bouwen van een houte huis toe , ten verblijf voor acht en dar tig Span werden , die de gele gen d- heid des lands naerftigfouden door- fnuöèlen, terwijl Co Ion us een keer na Spanten deed. En defe was alhier ten hoogden wellekom : de koning Fer- dinand maekte hem ammirael der 0- ceaen , en fijn brooder Bartbolomtsus opperhoofd op Hijpaniola. 't Goud, de papegacyen , de maftyx , d'alöe t wonderlijk bxooójucca , welker zap *t doodelijkft' vergif heeft , daer de kruin gefond voedfel verfchaft.uit //// pan/o/a voor 't hof ten toon gebragt, bragt ieder in verwondering. Te meerde vreemde zeden en geftaken van vier nackte wilden (twee waeren op de togt overleeden) met goude ringen door de neufen en lellen van de ooren aller oogen na haer trokken. De Caftiliaenfche koning liet 'tbe- gonne werk geenfints fteeken. Hy hefteed dan veertien karveelen en drie pynaffen aen de beruchte fcheeps- timmerman JoanFonjeca. Eerlang lag de vloot zeil-reed, voorfien van dui- fend twee honderd krijgs-knechten, allerlei hand-werkers met wijf en kin- deren , paerden , varkens geiten , of- fcn . gerit , terwe , boonen , erwetcn, fruit-boornen , wijnftokken en ette- lijke monniken. Den tweeden der Herft maend op 'tjaer veertien hon- derd drie en negentig ftakze in zee : liep ten anker voor Ferrea, 'tlaetlte der Canarijcbe Eilanden : alwaergeen drinkbaer water te bekomen was , dan 't geen druipte van bedauwde hoo- rnen in bakken. Zedert verviel Colo- mts , op den een en twintigfte dag, tufTchen de Caribifcbe Eilanden voor een eiland 't geen hy de benaeming Dominicm tocpafte ; doch alfoo on- bewoond bevonden wierd , mackt zeil , en ontdekt verfcheide kuften, alwaer infchelijx niet vond dan yfe- lijkgrootehagedifTen en welriekend geboomte. Voort-gefet vond de Ca-
nibalen , langs de ftr.ind gehuchten van twintig of dartig hutcen bewoo- nende. De hutten itaen in de rondte Hutten der uit hout kloots gewijs opwaerd ge- c*>"éalm- timmert : buiten zijn lange fparren in d'aerde geheyt , binnewaerd met korter balken gefchoort : de toppen rijfen, niet ongelijk de leger-tenten, boven fpits toe : 't dak fchuilt onder konftiggevlochtcpalm boomblaede- ren,vry voorin wateren: de binnen- . balken zijn rondom gebonden met touwen van kottoen of vvortelen.feer gelijk d'Europifcbebraemen : over de touwen fpannenze bombazijne kle- den , met bullebakken befchildert : aen den ingang flaen twee rouwe beelden op houte flangen , niet tot gods dicnlt , maer cieraed : de bed- ftceden , hoog boven d'aerde , leggen gevult met hooy en zijde : binnen groote galderyen plaetfenze zuiker. Colomu alhier te land geftapt , vond de Canibalen gevlucht : haer huilen voor- Tien van kruiken , potten , pannen vol gezoode menfchen-vleelch , pape- gacyen en end vogels : billen en rib- ben van mannen en gemefte jongens, aen'tfpitgereegen , voor 'tvuurroo- ften : den kop eens jongelings uit welk 't bloed afdrupte : ftacpels van afgekluifde beenderen , tot punten aen pijlen gefcherpt. Dit eiland , by d'inwoonders Cartteueria , veranderde Colonus haer naem in Guadalttpe , ter Eiland oorfaek 't gebergte fich aldaer ver- Guadaiufe. toonde niet ongelijk de toppen, die Eftrcmadura in Spanje verheft, berucht door een wonderlijk Maria beeld. Dartig vrouwen, uit de naefteeilan- den gerooft , fond hy met giften aen de gevluchte Canibalen : defe quamen des anderen daegs in groote troppen gefchaert , te voorfchijn ; doch foo haeft zy de Spanjaerden naderden, keeken malkander aen, liepen gelij- kelijk te rugge na de boflehaedjen. Co- lonus dan , geen goede verrichting beoogende , vernielde de fchuitjens der Canibalen , en ftak na Matanino over. Dcverloftewijvenop Guadalu- wonderlijke pe deeden bericht, hoe Mafan/nobe- EJH.? woond wierd van vrou-volk.dic gefet- ter tijd haer met de Cani balen vlecfche- lijk vermengden: de meisjensbehiel-
denze:
Ontdekkers Van Amerk.i.
den2e : de knechtjens vielen de va- ders te beurt. Zy bewoonen onder- aerdfchc kuilen uit welke fterke te- genvveer doen metpijlen, indien ee- nig man , buiten de gewoonelijke tijd tot by-flaepen gefield , dit eiland Merkwxer- derft aen-doen. Voorts liep de vloot rfcLïngên voor ky verfcheide andere vrucht- fa» coio- baere eilanden , welke Colonus noem- de Montjerrato , Rodondo , f'ant Mar- tij»,f ant Cruz,by d'inwoonders Ayaya. Aen dit laetfte Eiland vonden der- tig Spanjaerden vier honden en foo veel vrouwen , die de armen , na de manier van biddende , voorwaerds flaken. De dartig verbergden haer in een hinder-laege ten einde eenige der gevluchte Canihalen by de kop kree- gen : wanneer uit zee haer op-deed een Indiaenfch fchuitje , met acht mannen en gelijk getal wijven. De hinder-laege deed zein aen 't naefte fchip : van welkers boord gefwind ge- mande booten af-ftaeken. Doch eer fich de Spaenfche voor pijlen konden bergen , wierd een dood-gefchooten en andere fwaer verwond. Een vrou , voor welke alle eerbiedigheids hal- ve neder boogen , trefte feer gewis. De pijlen , vol weer haeken, waeren wegens vergif doodelijk. De Span- jaerden roeyden ter zijde van 't In- diaenfche fchuitje diervoegen in , dat verwoed- het om floeg. En aldus eindigde de b»d -boa ftrijd niet ,• want foo wel vrouwen >ainen. ^ mannen fwommen en fchooten te gelijk. Eindelijk kregenze een on diepe klip onder de voeten , en te ge- lijk nieuwe moed ; doch de Spaen- fche met nieuwe hulp uit de vloot ge ftijft , alle gevangen, uitgezondert de zoon der Koninginne ; want die, in de zee ftrijd gefneuvelt , was over boord geworpen . De gevangene , voor Colonus weder- fpoorig getrokken, fchuim-bekten van ontembaere ver- woedheid. Na Caflilien zedert over- gevoert behielden haer wreede im- borft diervoegen , dat den befchou- wers een kille fchrik om 't hart floeg. De Spaenfche-vloot ondertufTchcn vervorderde de reis na HiJpaniola,mf- fche verfcheide eilanden, welker fom- migewoeft en dorre , andere graefig en bofchach tig fich op-deeden.'tKlein
4$
vaertuig liep dicht onder de kuften: defwaerefchepen hielden dieper zec- waard , dewijl d"Oceaen hol fchoot , en regen blinde klippen hemels-hoog brande. 't Eiland Burkbena noemde Colonus na d'apoftcljoannes. Alhier behoorden ettelijke der verlofle vrouwen op Guadalupe te huis. Defe wiftcnfoo veel befcheid te geven, dat Burkbena dicht bewoond was van gaft-vrije menfehen , dewelke de Ca- «//'^/fwaldaer geland, ten weer-wraek,
1 met tanden aen flarzen fcheurden , wanneer d' overhand kregen : ander- fints onthieldenze fich van men- fchen-vleefch. De Spanjaerden von-
I denalleeniijk een groot huis, omfet
| van twaelf andere.alle fonderinwoon- ders, die met haer koning Cbiajichio onder de lommer der boflehadjen vertrokken , wanneer de heedfte da- gen 't land zengden. Colonus kreeg kundfehap van 't voorverhaelde uit de vier Jndiaeneu, die hy na Spanje
j op d' eerfte hertogt voerde, en nu we- derombragt. Voor Hij'paniola ter ree-
! de geloopen , liet een aen land fetten , ten einde defe bericht bragc fijns we-
I der-vaerens aen de landlküden. De drie overige dienden fich van de vol- gende nacht : fprongen buiten boord: en kregen door fwcmmen Hifpaniola onder de voet. Minder fwaerigheid maekte Colonus in de vlucht defer tol- ken, dewijl niet twijfelden, ofd'acht en dartig Spanjaerden , gclaeten op Hijpaniola (ouden hem dienft genoeg doen , om met d' eilanders te hande- len. Te meer alföo des konink Guac- canarilloos broeder twee goude beel-
I den ten gefchenk ae« Colonus behan-
| digde. Doch defe vond hem fchandig vind de bcdroosen , en de Spanfchebefetting sïaenlche
I o's o vermoord
binnen 't houte huis tot een toe om
I hals gebracht, 't Huis lag in afjehe."
Men lofte ettelijke reifen 'tgefchut,
ten einde op fuik teiken te voorfchijn
quam , indien noch ergens iemand
fich had gebergt. Maer niemand don-
1 derde ooit op. Want (gelijk numaels
bleek) d'inwoonders vermoorden
d'achten dirügSpanjaaden , wegens
ondraegelijke overlaft gepleegt met
I rooven, maegden-fchenden endood-
flaen. Dcgefantenaen6>tfa<7»tfri//tf,
F 3 digt
Colonus kom. op Hifpaniola :
Eerste B
O E K
46
ten onderfoek des moords afgevaer- 1 Rondom ftonden dartig mindere \vo - digt,bragtenbefchcidterugge:Over | riingcn. Hoieda ontdekte een vioet uit 't magtig eiland Hijpaniolahccifch ten hoog gebergt neder-geftort , alwacr verfcheide koningen , van welke twee d' inwoonders aldus goud raeptemzy gaende gemackt doot 't gerucht van groeven een kuil in 't zand ter diepte nieuwe vreemdelingen T met twee van een arm; greepen met de flinker heirlegers de vreemdelingen afmaek- bandeen vuift vol zand , en ibchtcn zijnbaniei ten. Hy was haer te hulp gekomen; | met de rechter de korrelen gouds: mtdeko. doch bracht niet meer te weeg, dan die, Tonder eenige andere moeyte, 7.",L%aC' dat in fijn been gequetft wierd: waer- 1 den Spanjae/ den loerc'iktcn : de mee- om'tbeddehield, geplaetft onder fe- j (Ie korrelen hadden eens cicersgroo- ven flaep-plactfcn van even fooveel : te.hoewel ook fommige negen oneen by-wijven. Guaccanari//o\oogte bot: haelden : hoedaenig Peter Martyr alfoo de mark-graef Sibilius , die de raedsheer van Kaifar Carel betuigt ge- bombazijnc doeken om 'tbeen op- fien te hebben in 't Spaenfe hof, door lichte, het minftelid-teeken niet be- Colonus overgevoerr. Voorts kreeg fpeurde : vvefhalven niet getwijfelt hier Hoieda bericht , hoe dele göud- wierd , of hy was fchuldig aen de \ üroom fijn oorfprong nam in 't rijk , moord der acht en dartigSpanjaerden. ! gchoorig onder Cacicus Caunaloa , be- Echter verfcheen Guaccanarillo , des duidende een Koning van 't huis r/es verfocht, voor Colonus, in wiens te- ; gouds. OndertufTchen verkoos Colo- genwoordigheid langwijlige fpraek i mts de grond voor een nieuwe ftad , hield meteen der vrouwen, van'tei- opeen verheeven heuvel, in'tnoor- hndfantCruz gelicht. De Spanjaerden- den van Hijpaniola. Dicht by den heu- paftenzedenaem£^"/wtoe- Defe vel rijft een berg,verfchar7endefteen fpron" met feven maegden , by dui- en kalk : ter andere zijde leid een rui- fter over boord , fwomweinigh min- me vlakte , diervoegen vruchtbaer , der als een mijl , eer te landgeraekte , i dat nauwelijx de fonfoodaenig land- en aldaer by den koning Guacc~na- \ fchap befchijnt. Defe vlakte , be- rillo , welkers toeleg meer en meer fproeit van verfcheide flroomen, wei- ontdekt wierd door dufdaenige voor- kergrootfte een veilige haven tegen val. Wef halven Colonus drie honderd de wallen der nieuwe ftad maekt , mannen afvaerdigt.bcleidbyMe/c/j/ü- brengt overvloedig allerlei gewas rins , Hoieda en Gorualanus , om 't ei- voort, niet min fpoedig ais imaeke- land te door-fnufFelen , en byfondcr lijk. Meloenen komen tot volkoo- om Guaccanarillo elders te vangen. \ men rijpheid in fes en dartig dagen, Melchiorius ontdekte een wijde rie- \ terwe binnen twee maenden. vier , die met feer kromme bogten tuflchen hooge heuvelen, weergal- mende vanfingend gevoogelt , in zee viel uit een ruime mond , vergroot door twee ftroomen , wederzijds in-' vlocyende , tot bequaeme berging
Wonderlijk goud rae- fcn.
Bec.is 1 . de Or'ue Kt ; 9
Colonus touw: een
mael 'sjaers brengen boomen en planten vruchten voort, 't Zuiker- ricd krijgt eens arms dikte op den vijf- tienden dag. De wijngaerden drae- gen overvloedige troffen in 't tweede jaer. Aen dufdaenig vermaekelijke voor fchepen. Alhier fprongen om- vlakte bouwde Colonus deüad Ijabel- trend honderd gewaepende eilanders. 'i A*,voorfien van grachten en wallen te- te voorfchijn : zy fchreeuwden , wy j gen alle vyandchjke indruck. Bartho-
lomeus Colonus wierd tot ftee voogd geftcld. Ondcrtufichen gingd'Am- mirael met vier honderd mannen, om
Hindert vrucktbaer- heid der grond al- daer :
zijn geen Cany&alen, maer Taynos ,foo veel gefegt als edelluiden. De Span- jaerden decden vredens bewijs , op welk de Taynos naderden, en haer ge- goud-mijnen op te foekc. Twee en fe- ruft hielden. Dicht byftond een lang '> ventig mijl leid de valleye Cïhaua van werpig-rond huis : de buiten omtrek Jfahella af. Soo verre boorde Colonus maekte twee en dartig groote fchree- ! over fnelle vloeden en hooge bergen, den uit: de verwclffels wacren kon- j Alhier bouvvd hy een fterkte font ftig uit veel vervig ried gevlochten. Thomas;, en verhandelt voor fnuiftery
groote
Ontdekkers Van Jfmèrica
grooteftukken gouds aen d'inwoon- ders , van welke d'overvloed hadden in haer beeken , wiens fanden goud wentelden. Voorts beduidenze : hoe, een halve dag reifens hooger aen, meer en grooter brokken in zacvel- achtige aerde gevonden wierden. Weshalven Luxanus met eenig volk derwaerds reift. Nooyt vermaekelij- kerbofièhaedjen en blijder beemden, als door welke derwaerds trok. Het afgemaeide gras voor de paerden wiefch in vier dagen op de bergen ho- tepefixich ger dan de langfte terwe. £ö/0>;#y,niet "" fondergroote fchat weder gekeert na Ifabella , begaf fich eerlang met drie jagten ter zee , om nieuwe kuften te ontdekken. De toeleg gelukte. Hy geraeckt dan voor Jamaica , alwaer de eilanders een vinnige kanswaegden, ten einde 't landen beletten ; doch overwonnen, namen d'aengebooden vriendfehap der Spanjaerden aen. Ze- dertkreeghy C#^?in'tgeneht, lanx welkers ftranden foo lang voer, tot be- merkte een eiland te zijn: eindelijk
terz.ee nieuwe Un den te ont- dekken.
iiitgeftapt binnen een diepe haven, aen den mond met twee hooge rotfen befet, vond twee kleins hutjens en overvloedig vifch , nevens twee acht voetige flangen,tegen't vuur aen hou- te fpitten braeden. Nergens kond' hy menfehen vernemen, 't Volk met de gebraede vifch verfaedigt liep na het naeft gelegen bofch , alwaer aen de takken ontelbaere flangen by dunne touwen flingerden , fommige waeren de bekken toegebonden , andere de tanden en tong uitgefcheurt. Terwijl dieper voortgaen , befchouwen fchie- lijk omtrend feventig mannen op de top van een hooge rotze. De Span- jaerden wenkten en booden gefchen- kenaen; doch vergeefs. Een einde- lijk quam fchoor-voetende af : tot welken Didacus Colonus (in d'eerfte togtby d'ammirael gedaen , van het eiland Guanahaïni , dicht onder Cuba gelegen , na Spanje vervoert) toe-riep: fy behoefden niet te vreefen : haer foud geen leed gefchie den. Aldus be- richt komen gelijkelijk af : maeken
bekend
4»
Eerste Bo
E K
an.lere ei-
landen.
bekend, hoc door haer koning , die een andere koning ter maeltijd had genoodigt , om vifch te vangen wae- ren uitgelonden Bedankten de Span- jaerden, datzede Hangen, fchaerfer als de vifch te bekomen , en voor de fmaeckelijkfte lekkerny gehouden, cmdekiniet niet hadden opgegeten. Colonus vor- vreemde derde weftwaerd fijn togt : ontdekte -voor-viiien een vruchtbacre kuft, en de mond van "■rfchelde ce'i vloed , wiens water fiedend heet in zee ftorte. Weinig verder fag hy viflchen opeen wonderlijke vvijfe. De vifch Guaican , niet ongelijk een ael met buiten gemein groote kop , wacr over een vel hangt faksgewijs, was aen een touw vaft : foo hacft ergens een fchild-padde of eenige vifch bo- ven water komt , gevenfe uit haer fchuitjen bot: gcfwindfchiet de Gu- aican als een pijl uit een boog , op de and ere toe, ennijptfemet'tvelletjen over de kop diervougen vaft: dat niet Ioslaet , tenfy boven water lucht ge waer werd. De Spanjaerden dienden fich ter maeltijd van de fmaekclijke vangft : hielden voorts ftreek ten we- iten : en liepen voor een onbewoond eiland, vofganfen, reigers en leely- ke honden, die niet baiten. Onder- tuffchen geraektenfe tuflèhen ontel- baere ondiepten: de kielen flecpten over fandige gronden veertig mijlen, 't Water was dik en wit gelijk melk. Eindelijk geraektenfe wederom in een volle zee , en aan de voet van een hoogeberg op Cuba te land, alwaer tweefonteinenfeer fmaekelijk water uit borrelden. Een fchutter bofch- waerd geflapt , terwijl d'andere de leggers vulden en hout hakten, fiet J een groot man met een lange witte i monnix-rok : achter welken twee an- 1 dereen voorts noch dartig volgden, \ even eens gekleed. De fchutter vlugt: de getabberde wenkten, hyfoudeftil- le ftaen. Colonus, hier af verkund- fchapt , vaerdigt ettelijke gewaepen- denaland. Dele vinden aend'ander zijde dcrbofïchaedje een groote vlak- ' te ; doch foo hoog van gras begroeit, dat 't onmogelijk ftond door te ko- j men : alfo'tgras meer als eens mans lengte maekte. Des anderen daegs (tapten vijfentwintig andere uit, die i
1 niet vonden dan voet - flappen van i groote beeftcn en leeuwen , als oock 1 in een bofch troffen druiven , welker I ranken door hooge boomen gevlog- tenhingen. Colonus zeilde nog wette- lijk langs de bogtige ftrandenvan Cu- ba: vond een kuft met water over- ftroomt: aldaer overvloed van pee- ; relmoffelcn : en federt't gantfchcland vol bergen, welker toppen rookten. In middels wierd de vloot feer gerae- braekt door d'ondiepten , waer over dekielennuen danttieten. Defpijs was bcfchimmelt. 't Water liep tuf- fchen de reeten in. De nood vorder- de de hertogt. De (levens dan omge- keert botften eerlang tegen fchild- padden, met welke de zee gelijk be- zacid lag. Colonus, voor 't laetfl op Cuba uitgeflapt , vond een naekt oud man, die aldus hem toefprak: Di- dacus voornoemd verftond de tacl , dewijl met die van Hifpaniola eenig- fintsover een quam: anderfints was bevonden , dat Cuba groote verfchei- dentheid van fpraeken heeft. Gy hebt, fprak hy , tot aller verwondering , dit magtig landjehap , uit een andere wee- reldherkomflig, befigtigt. Jkvermae- neu, niemand te bejehaedigen ; want de zielen der boojdoenders verhuifen na duiftere plaetjen : terwijl alle vermaek te wachtenfiaetvoor lief-hebbers der ge- I meine ruft. Colonus deed tegen-berigt: j hy quam ter wraeke van de moord- daedige Canibalen .- en om goede In- diaenen ie befchermen. Op Hifpaniola Gnoteoa- gekeert vond alles bijfier over-hoop. l"P»3j>l>'t Van de beftierders hïm\£nlfabe/Ia,on- .jpmioU. '" derling verbittert, \\ aeren de Beni&ij- ner monnik Boilus en PeterMargarites na Spanje gekeert, om haerklagten aen 't hof te doen. De befettdingen hadden goddeloos omgefprongen met d'ingefetenen : maegden-fchen- den, rooven, moorden ging dage- lij x in fwang. Weshalven de Indiaenen ten weer-wraek alle Spanjaerden , foo meenig om een hoek kregen, afmaek- ten. Ook lag Caunaboa rondom de (ierktefant Thomas: en hield Hoieda flreng belegert; maer verkundfehap van Colomu acnkomfl, brak op : en ge- raekte eerlang in Spaenfche banden. OndertufTchen hadden de invvoon-
ders
Ortdekkcrs Van jfmcrica.
ders op HifpanioLrs)izz te vooren de zaey-tij diaeten voor by gaen , en alle eedwaren bedorven , met inlicht, fich om der Spanjaerden quyt te maeken dcorhongers-nood: welke diervoe- gen d 'overhand nam, alfo haer eigen felf niet hadden voorfien , dat binnen Weinig maenden vijftig duifend men- fchen by gebrek van levens middelen ff euvelden. De eilanders bemerkten de mifflag:te meer nadien de Spanjaer- den op dufdaenige voet niet konden verdreven worden, als dewelke dage- lijx nieuwe huifen binnen de ftad Ifa- bella bouwden : de reddelofe fchepen vernieuwden en digt onder de goud- bergenCÏ^?»"/ op een heuvel,uit welk verfcheide fonteinen borrelden,'t flot Conception timmerden. Groot voor- deel trokkenze door defe vadigheid : werwaerds niet alleen overvloedig amber,barnfteen, vermengt bergwerk uitfilteren goud, en brafilien-hout ; maer ook goud toe-gevoerd wierd:en zy fouden tienmael meer hebben be- komenden zy.tot vadzigheid en wel- luft geneegen, den arbeid fchroom- den. Echter bragt de vloot dit jaer bo- ven de twaelf honderd pond gouds na spanfaerdm spanjen over. OndertufTchen vielen dlirfier. d'inwoonders klagtig by Colonus over de Spaenfchefoldat.cn, die.onder den dek-mantel van goud te foeken , on- draegelijke overlaft bedreven : wes- halven verfochten , dat hy de krijgs- knechten binnen haer be'fetting wil- de houden : zy (tonden volvaerdig, om alle drie maenden kottoen.amber, brafilien hout , goud , na een geftelde fchatting,op te brengen. Colonus wiens gefach over fijn foldaeten feer klein was, ter oorfaekfommige moedwilli- ge met de dood had geftraft , bragt evenwel de voorflag fo verre, dat aen- genoomen wierd , hoewel fonder ge- volg ; waritalfo d'eilanders door hon- gers nood aemachtig.naeuwelijx't le- ven behielden by kruiden en planten, die 't veld of bollchaedjen leverden, konden debeding-putten niet na-ko- men. Terwijl dan 't werk aldus bleef fteeken , ftapte Cibauus broeder des gevangen koninx Caunahoa ter been met vijf duifend man. De Spanjaerden trokken hem,gefchaertin vijf flag-or- dens onder d'oogen;doch alïbo naekt
49
vogt , fonder ander geweer dan pijlen en knodzen , geraekte na weinig te- genweer door de ruitery verftrooyt, op de vlucht , en uit de vlucht in kete- nen. Een groot deel bergde fich op fpitzc bergen. Kort na deVe veld-flag ontftond een groot onweder , dierge- srfirikkelijk lijk niemand beleefde. De donder-lla- er""a"- gen floegen hier en daer yfelijke brokken van de bergen af. Dewind rukte uit 't ooften boomen en huifen 't onderite boven. Sommige vloogen een (tuk weegs door de lucht. Drie fchepen fiingerden in de haven van nieuwe kabels af , en (tieten aen Aar- zen. DeSpanjaerdcn\ex\V2Lchx.z&tn uit een nare duilternis den jongden dag. d'Eilandersfchreven de oorfaekvan 'twoeden des hemels de Spaenfe god- loosheit toe.Co/onus delde federt orde op 't bouwen van twee nieuwe fche- pen : wanneer de zee twee voeten hoog daer Hijpaniola droomde , daer anderfints deftranden nooit (tonnen of ebbe of vloed gevoelen. Inlente- I maend des jaers veertienhonderr vijf j en negentig keerde Colonus na Spanje : '; alwaerbinnen Medina dclCampo voor : 't hof opening doed, wegens de ont- dekte landfchappen, 'tdootvonnis ge- j velt over ettelijke Spanjaerden, en by- fonder d'handel der Benediclinerito/- lus, die hem uit enkle bitterheid in de miffe met d'hodievoorbyging, ter- wijl aen andere fonder onderfcheid toereikte : alsook, hoe fijn broeder Merkmatr. Bartholomxus fedig mijlen boven Ijli- &z* ™*- bella, niet min diepe als oude putten %J'j£™ hadgevondeii,\velkerbovenltegront thohmau x fes duifentfchreden lang,gezift,over- Colonm- vloedig goud leverde : voorts had hy aldaer'tflot//«r£,dgedicht,metkleine moeite binnen drie maenden;wantde aerde uit welk 'tgoud fochten diende gelijk ten (toffe voor drie bolwerken. Maer ,teroorfaek defnijs fchaers om quam, vond fig benoodfaekt op te kra- men : liet tien mannen voor befetting in de nieuwe der£f^;': fond d.rie hon- derd eilanders met haer opper-hoofd gevankelijk na Spanje :bou\vt\ flotöo- minico aen de zuid zijde van Hijpanio- la : van waer diep landwaerd in-trekt tot de droom Naila.La.ngs defe oever had fich de koning Beuchio Anoeauchoa tegen de Naibenjers neder-geda^ègen G met
Prachtig in- ba tien "van een koning «/> htfpa- nioU.
met een groot heir,omdie,nevens an- dere nabuurige volkeren , onder fijn gebied te brengen. Bartholomams vor- dert Anacauchoa fchattingaf, 't welk aenftonds belooft optebrengen: ja hy dankt \ leger af, geleid Bartholo- mticus , dartig mijlen weegs , langs een pad weder -zy ds of met hen- nip bezaid , of met katoen -boo- men beplant, na fijn paleis Xaragua , gelegen in't wefte wzn.lUjhaniola.'Hï&c. fonder. merkwaerdige ftaetfie ging d'intreed toe. Dartig gemaelinnen des konnix hadden de voor-rang:alle moedernaekt,uitgefondertdefchae- melheid met een bombazijne kleedje bedekt, droegen lange palm takken : fongen niet min vreemd als zydan- ften. Achter defe volgden een merke- lijk aental maegden, buiten gemein fchoon , doch fonder eenig dekfel . Bartholomacus Colonus met Anacuachoa binnen 't paleis geflapt vond een ta- fel vol allerlei lekkernyen toegedift , en allenthalven een vriendelijk ont- hael. Des anderen daegs uit geleid !
tufTchen reyen van danfen de juffrou- wen na een ruime vlakte, fag onvoor- fiensvan achter een berg twee heir- legers op malkander los gaen , niet fonder weder-zijds verlies. Ten zy Colonus verfocht had de ftrydende te fcheiden, meer bloed was geftort. En defe, ettelijke dagen vriendelijk bejegent , keert na de fchanfen IJa- beila , Speranaa , Catharina , Jantjacob , Turrita, Conception en Dominica: be- vind ftijf drie honderd Spanjaerden uit fchaersheid van levens-middelen gefneuvelt, behalven meenigte zie- ken. By fuik ongemak quam een twe- de. Gxarionexius , door de Spaenfche overlaft langgeringeloort,kreeg vijf- tien duifend man by malkander, met welke noch eens een kans wilde wae- gen tegen Colonus. Maer Colonus hier af heimelijk verkundfchapt viel de faemen-gefvvoorene diervoegen on- voorfiensop'tlijf,dat de toeleg teloor liep,en alle de bevel-hebbers in hech- tenis geraekten. Om de ingezetenen te verplichten, die haerkoningC*.iric-
nexius
»
1
s
c
c
Ontdekkers
mexhu verbaeden, liet Colomis hem los, fcherp gewaerfchouwt fich in't toeko- mende voor muitery te